Catherine Keller (1953) is professor Constructive Theology aan Drew University (Madison, New Jersey) in de Verenigde Staten. Haar denken draait om sociale en ecologische gerechtigheid. Als feministisch theoloog is ze sterk beïnvloed door de procesfilosofie van Alfred North Whitehead die ook in de theologie werd uitgewerkt. Daarin draait het om wat men een 'relationele ontologie' noemt: alles hangt met alles samen. Alles wat bestaat, bestaat dankzij relaties. Mensen zijn verweven met elkaar, de wereld en God. God is voor Keller dan ook 'een naam voor het leven van allen die in dat web van relaties verwikkeld zijn'.
Op 10 maart 2017 gaf zij de eerste 'vrijzinnige lezing' in de Geertekerk in Utrecht.
Wolter Huttinga interviewde haar tijdens haar verblijf in Nederland. Zijn interview werd gepubliceerd in Trouw van 27 maart en is hieronder weergegeven.
Alles wat bestaat, bestaat dankzij relaties, zegt de Amerikaanse liberale theologe Catherine Keller. Mensen zijn verweven met elkaar, de wereld en God. 'Als gelovige moet je steeds tegen de onmogelijkheden botsen. Dan breekt er iets nieuws open. Dát is God.'
"Misschien kun jij het me zo allemaal even uitleggen?" Theoloog Catherine Keller kijkt me schalks aan. Ik had gehoopt dat zij wat zou uitleggen van haar werk. Neem alleen al de titel van de lezing die ze 's avonds zal gaan houden: Cloud of the Impossible: Apophatic Panentheism. Achter ieder woord schuilt een theologische wereld. Als ik me excuseer dat ik haar oeuvre niet bestudeerd heb, maar me heb beperkt tot de recent uitgekomen Nederlandse inleiding op haar werk door Rick Benjamins, grapt ze weer: "Dus je hebt niet eens een week van je bestaan opgeofferd om mijn theologie wat beter te begrijpen?" Aan zelfspot geen gebrek bij deze invloedrijke liberale theologe. Het is moeilijk, het werk van Catherine Keller, dat beseft ze zelf ook. En toch merk je aan alles dat het haar gaat om het meest intieme: God, deze wereld, en al hun onderlinge relaties.
'De wolk van het onmogelijke: apofatisch panentheïsme'? Alstublieft, wat moeten we daarmee?
"Het apofatische gaat letterlijk om het 'onzegbare' karakter van God. Je kunt geen orthodoxie hebben die vaststaande waarheden over God debiteert. De uitdrukking 'wolk van het onmogelijke' heb ik van Nicolaas van Cusa, een briljante denker uit de vijftiende eeuw. Het ging hem en verwante mystieke denkers niet maar simpelweg om het zwijgen over God, maar om een meer eerlijke manier van spreken. Je spreekt in ontkennende zin omdat je iets onzegbaars wilt bevestigen. Een groot goddelijk 'ja'. Soms noemen we het liefde. Cusa schreef het werk 'De Docta Ignorantia', geleerde onwetendheid. Daarin riep hij de lezer op: 'Ken de grenzen van wat te kennen is'.
"En denk nu niet dat theologie op deze manier anti-kennis wordt. In tegendeel, het helpt juist om het karakter van de werkelijkheid beter te kennen. Honderd jaar voor Copernicus verkondigde Cusa al dat de aarde niet het centrum van het heelal was en dat de aarde geen gefixeerde plek was. Voor anderen hoogst verontrustend, maar niet voor hem. Reken maar dat dit soort denkbeelden in direct verband stonden met zijn visie op God en op de hele werkelijkheid. Het heelal komt voort uit Gods onkenbare oneindigheid en deelt dus ook in die onkenbare oneindigheid. Het heeft geen grenzen. Het heeft ook geen centrum. Al die moderne natuurwetenschappelijke inzichten zaten al in Cusa's denken."
En dan dus dat 'panentheïsme'. Panentheïsme is een manier van spreken over God en de wereld die je ergens kunt plaatsen tussen pantheïsme ('alles is God') en klassiek theïsme (God en de wereld zijn strikt van elkaar onderscheiden). Panentheïsme ziet de wereld als een beweging in God. Het is een manier van denken die de moderne blik op deze wereld (worden in plaats van zijn, beweging en dynamiek in plaats van stilstand) theologisch vruchtbaar wil maken. In het wordingsproces van deze wereld 'wordt God' zelf ook.
Hoe verhoudt u zich tot deze manier van denken?
"Ik ben er erg door beïnvloed via de procestheologie van Alfred North Whitehead. Daarbij is het belangrijk te bedenken dat mijn ingang in de theologie feministisch was. Het beeld van de mannelijke God ging aan diggelen. Ik leerde al vroeg: 'Als God een man is, is de man dus God'. Dat afgodsbeeld ging er aan. Maar moest ik dan niet breken met de kerk en met de theologie? Procestheologie bood me vervolgens een aantal belangrijke conceptuele alternatieven tegenover God als een allesbeheersende, almachtige en gevoelloze figuur. Zonder dit op het oog te hebben bood Whitehead in de jaren twintig van de vorige eeuw al een manier van denken die gender theologisch prettig problematiseerde. De kerk heeft God de machtseigenschappen toegekend die aan de keizer toekwamen. De procestheologie heeft die manier van spreken over God ondermijnd. De Bijbelse manier van spreken is ook zoveel ambiguer dan men er van gemaakt heeft. God almighty in de King James-bijbel is een vertaling van El Shaddai. Letterlijk betekent dat 'God van de berg', of ook wel 'God met twee borsten', een herinnering aan de vrouwelijke natuurgodsdiensten.
"Nee, dat God niet almachtig is, betekent ook niet dat hij 'onmachtig' is. Je kunt wel degelijk spreken over Gods kracht, maar dan eerder als een uitnodiging, een verleiding, een erotisch verlangen in de wereld dat ons roept om steeds gehoor te geven aan nieuwe mogelijkheden. Cusa noemt God posse ipsum: God is 'mogelijkheid zelve'. Niet iets dat betekenis afsluit, maar dat altijd nieuwe mogelijkheden opent.
"God is dus in ieder geval niet degene die zorgt dat alles goedkomt. Geen 'almachtige voorzienigheid' of zo. De dingen kunnen zeer, zeer verkeerd gaan, zoals we maar al te goed weten. God is het absolute tegendeel van een 'onbewogen beweger'. God is de meest bewogen beweger. De wereld is het lichaam van God, en op die manier is God volledig betrokken in het grote experiment van de evolutie. Ik ga ervan uit dat het ook voor God vaak een zeer pijnlijk proces is. Maar uiteindelijk zullen we ons verder ontwikkelen, naar ik hoop in een richting van grotere wijsheid en een gevoel van verbondenheid met alles wat leeft."
Wat betekent dat voor ons, voor deze tijd?
"Die oude taal van 'God als mogelijkheid' resoneert voor mij sterk in onze huidige problemen. Cusa's meditaties brachten hem voortdurend bij de 'muur van onmogelijkheid' die het paradijs omringt. Daar moet je volgens hem als gelovige steeds tegenaan botsen. En dan breekt er onverwacht iets nieuws open. Dat is God. Die muur van onmogelijkheid is tamelijk letterlijk waar wij in de VS mee te maken hebben nu Trump aan de macht is na die sin of an election vorig jaar. Ik denk aan de klimaatscepsis die de reële ecologische problemen niet wil zien. Ik denk aan de plaats van vrouwen in de samenleving. Bij Trump lopen mensen letterlijk tegen een muur aan. Op de conservatieve CPAC-conferentie vorige maand was een panel onder de titel: 'Als de hemel een poort en een muur heeft, en extreme vorm van controle kent, waarom wij dan niet?' Dat geeft een beetje aan tegenover wat voor politieke theologie we hier staan.
"Welnu, de mystieke traditie leert ons dan om het onmogelijke 'in te gaan' en het met volledige spirituele aandacht te bestuderen. Het vrouwenprotest na Trumps verkiezing ontstond doordat vrouwen botsten met de onmogelijkheid en zo weer de mogelijkheid van verzet zich opende. God doet het niet voor ons. God is de naam van de mogelijkheid die zich steeds weer opent als wij de onmogelijkheid durven te betreden.
"Maar inderdaad, ongeveer alles in mijn werk is in tegenspraak met het soort beleid dat Trump voert. Zonde zie ik in de lijn van Luther als incurvatus in se: de in zichzelf gekromde mens, die in de illusie van onafhankelijkheid leeft. Ik werk met allerlei mensen en groepen samen voor verbinding en solidariteit. Zo breed mogelijk.
"Ik vind het troostend en veelzeggend dat kwantumfysica ons hetzelfde laat zien: alles is volledig met elkaar verweven en verbonden - al op het niveau van het elektron. In het heelal is alles op mysterieuze wijze op alle mogelijk manieren met alles verbonden. Het is aan ons om ons daarop af te stemmen."
Bij uitgeverij Skandalon verscheen vorige maand een introductie door theoloog Rick Benjamins op het denken van Keller, onder de titel 'Catherine Keller's constructieve theologie'.