Froukje Wirtz
'Woon in goede gewoontes' en 'Geniet van wat je in de schoot valt'
REALISEER JE HOE JE OUDERS DE GROND ZIJN ONDER JE BESTAAN
Ik ben in Rotterdam geboren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als kind was ik veel ziek. Achteraf, maar ook al wel tijdens hun leven, ben ik mijn ouders dankbaar, dat ze het koene besluit hebben genomen mij naar Zwitserland te laten brengen, omdat dat beter was voor mijn gezondheid. Ik was nog maar twee jaar en zeven maanden en kwam als heel erg klein, wit scharminkeltje terecht in een domineesgezin in een klein dorp Rüti aan de Aare, in het kanton Bern. Na dat eerste verblijf ging ik als kind gedurende bepaalde perioden, twee maanden bijvoorbeeld, en ook in de zomervakanties, naar hetzelfde adres in Duitstalig Zwitserland. Tot welke leeftijd precies weet ik niet. Ik noemde het echtpaar oom en tante. Ze waren evangelisch en ik ben daar ook gedoopt. Mijn dooptekst was: ‘Ik zal u zegenen en gij zult tot een zegen zijn’.
Ik denk nog altijd met groot genoegen aan hen terug en hun kinderen zien we nog elk jaar. Mijn ouders gingen ook elk jaar drie weken naar Zwitserland en ik bleef van harte met hen meegaan. In ieder geval heb ik er een eeuwige liefde aan Zwitserland aan overgehouden. Net als mijn ouders ben ik meer kennissen- en vriendengericht dan familiegericht. Met vrienden kun je dieper praten.
Mijn ouders zou ik willen beschrijven als Daltonmensen. Dalton is een onderwijssoort waarbij de nadruk ligt op persoonlijke keuzevrijheid en taakgerichtheid, samenwerking met andere leerlingen en de ontwikkeling van zelfstandigheid. Deze vier principes herken ik ook in mezelf. Als kind al wilde ik alles zelf doen en zeker als je vaak ziek bent wil je er weer bovenop komen en wil je niet apart zijn. Overigens is het goed gekomen met dat vele ziek zijn. Ik houd ook heel erg van samenwerken, elkaar niet afvallen. Ik heb altijd veel werk verricht om in de goede netwerken te zitten, in commissies, in besturen - naast mijn werk als docent en als organisatiepsycholoog.
Ik had één broer, die zes jaar ouder was. Hij is overleden in 2017. Met hem kon ik heel erg veel leuke dingen doen, zoals schaatsen, in het doel staan als er gevoetbald werd op straat. Ik deed aan alles mee. Ik was ambitieus; hij wilde niet studeren, ik wel.
VAN REIZEN EN CONTACTEN MET ANDERE CULTUREN LEER JE ONGELOOFLIJK VEEL
(Laat foto’s zien): Mijn moeder is 92 geworden, ze was een sterke persoonlijkheid en een monter mens. Mijn vader werd maar 59. Toen hij overleed was ik 21. Ik ben daarna nog zo’n anderhalf à twee jaar bij mijn moeder blijven wonen voordat ik naar Den Haag verhuisde. Daar ben ik gaan werken bij de bibliotheek van het Nederlands Instituut voor Efficiency. Efficiency is ook wel een woord dat bij mij past. Als uitzendkracht kwam daar iemand te werken, die tot op de dag van vandaag een goede vriendin van mij is. Zij was net terug van een jaar Israël en ze had ook een jaar in Barcelona gewoond. Toen realiseerde ik me: er is meer dan Zwitserland! We zijn samen veel gaan reizen, naar Spanje, Portugal, Alaska, naar de Noordpool, India, Israël, Lapland. Er ging een wereld voor me open.
HET IS NODIG TE ZIEN DAT ALLES TWEE KANTEN HEEFT EN DAT DAARTUSSEN SPANNING BESTAAT
Zwitserland was mijn behoud, mijn gezondheid en een heerlijk land. Maar ook een plek waar ik iedere keer van thuis naartoe werd gebracht. Zwitserland en Nederland vormen beide de grond onder mijn bestaan. Maar: als ik daar was trok Nederland. En omgekeerd: vanuit hier trekt Zwitserland. Dat heb ik nog wel een beetje. Denk je eens in: je bent geboren in Nederland, in een stad, opkrabbelend uit oorlog en ziekte en je komt in een dorp waar de appelbomen in de tuin staan te bloeien en waar een gezin is met een heel andere sfeer dan bij je thuis. Mijn vader was zakenman, hij ‘zat in de scheepvaart’.
Die twee werelden betekenen ook spanning en onzekerheid, maar daaraan kun je ook kracht ontlenen. Crisis als kans dus.
Alles bestaat voor mij uit polariteiten, uit duo’s. Je hebt het nodig dat je die tegenstellingen ziet. Als je een crisis hebt meegemaakt, daarin angst en kwetsbaarheid hebt beleefd en je hebt afgevraagd of het wel goedkomt dan moet je wel veranderen. Dat maakt dat je onder ogen ziet dat het leven een minder rooskleurige kant heeft en ook de mogelijkheid van schoonheid. Dat je ziet dat het leven én vreugde is én kwetsbaarheid.
Ook in de mens zelf zit die tweeheid. Dan kom ik bij de psychologie: je hebt je eigen innerlijk en je hebt je gedrag naar buiten toe en daartussen bestaat spanning. Die spanning besturen, dat is de kunst van het evenwicht; van trouw aan jezelf, echtheid beoefenen en het goede doen. Best een opgave, maar er mag gelachen worden.
Tussen mens- en medemens zit ook zo’n spanning. Ook die tweeheid ervaar ik als levensvervullend. Het betekent met anderen het gesprek, de dialoog en de discussie aangaan om gezamenlijk op kracht te blijven. Zonder wrijving geen glans.
Het is de moeite waard om die tegenstellingen in je leven te onderzoeken. Mijn conclusie is dat zelfkennis van het grootste belang is. Op die manier geef je leiding aan jezelf. Daar gaat mijn proefschrift[1] ook over, over persoonlijk leiding geven. Voorwaarde is wel dat je weet wie je zelf bent en dat leer je via de ander.
WOON IN GOEDE GEWOONTES
Door goede gewoontes kom je toe aan wat je je voorneemt. Dat heb ik van Wilhelm Schmid[2], die over levenskunst schrijft. Ik hecht daar enorm aan. Om iets te noemen: op dezelfde tijd opstaan, elke dag wandelen, fietsen als het kan, jezelf verwennen, dus pauzeren met een kopje koffie, per dag anderhalf uur lezen, en een gesprek als geestelijk bewegen, als het even kan een uur schrijven, maar ook dat je op tijd daarmee ophoudt, want het wordt snel twee uur. Om 5 uur stoppen en gaan opruimen. Ik ben erg van opruimen.
Nog zo’n structuur die variatie inhoudt: twee keer per jaar met vakantie gaan, op de dinsdag een uitje, niet te laat naar bed op ongeveer dezelfde tijd, geen nare films en zo min mogelijk tv kijken. Ik probeer een gezond ritme aan te houden. Ik ben gedisciplineerd, maar ook wel rekkelijk. Ik moest ook wel gedisciplineerd zijn: 40-urige werkweek ruim veertig jaar lang, avondlyceum, vriendenkring, ik zat in allerlei besturen, ik studeerde en ik wilde promoveren want dat vond ik belangrijk. Als je niet gedisciplineerd bent komt daar niets van terecht. Je moet ook wel alleen wonen, geen kinderen hebben. Ik heb daar eigenlijk ook een beetje voor gekozen. Ik heb mezelf altijd goed kunnen bezighouden, ik las veel, (laat een boekje zien dat ze maakte als veertienjarige en dat later door de boekbinder van Unilever - waar ze in 1963 werkte -, voor haar is ingebonden). Ik vind concentratie belangrijk, maar ook variatie, zo moet je soms tegen jezelf zeggen: ‘Nu moet ik ophouden, want nu moet ik naar buiten.’
VAN MUZIEK GENIETEN VERBINDT
Nog steeds ga ik met dezelfde vriendin op reis. We gaan ook graag met muziekreizen mee, een van de grote toppers was de Schubertiade. Van muziek genieten verbindt en leidt tot gesprekken. Op reizen maak je meestal vrienden. Wij gaan altijd apart van elkaar aan tafel zitten, dan heb je al snel een gesprek met je tafelgenoten over muziek.
Ik luister graag naar het radioprogramma Diskotabel, op zondagmiddag, waar een panel nieuwe uitgaven bespreekt en die soms vergelijkt met oudere uitgaven. Ze geven dan professioneel, ter zake kundig en zorgvuldig commentaar. Ik houd erg van zorgvuldigheid, van professionaliteit, dat mensen weten waar ze het over hebben. Soms lijkt dat ouderwets.
Als je sommige mensen van de Walkartgemeenschap beter leert kennen, dan blijkt dat muziek zo’n leuk vriendschappelijk onderwerp is. Muziek is voor mij balsem voor de ziel, zeker nu in een tijd van Winterreise.
Een recent spanningsduo waar moet worden gebalanceerd is voor mij het zoeken van evenwicht tussen mogelijkheid en niet-mogelijkheid. Als je je kwetsbaarheid, je beperkingen erkent dan ga je op zoek. Bijvoorbeeld wat reizen betreft, naar doelen die meer bij je mogelijkheden passen. Uiteindelijk zeg je dan misschien met frisse tegenzin: ‘rondtoeren in een land (b.v. Portugal) wordt moeilijk’, en dan zoek je een standplaatsreis, een busreis of iets anders dat wel kan en toch feestelijk is.
GENIET VAN WAT JE ALS GEPENSIONEERDE IN DE SCHOOT VALT
Enthousiast werken heb ik mijn hele leven gedaan, tot ik er met 65 jaar bijna bij neerviel met reuma, al ben ik daar weer aardig bovenop gekomen na een reflectieve periode. Het was heavy, want ik moest ook verhuizen vanwege mijn gezondheid. Onder goede begeleiding, o.a. van mijn broer, is dit appartement verbouwd, terwijl ik kon doorwerken.
Ik was toentertijd (2006) uitgepraat en moest nieuwe energie opdoen. Er kwam iets op mijn pad. Bij de openbare bibliotheek in Zeist hing een aankondiging van een cursus autobiografisch schrijven. Zeven keer heerlijk. Op een dag, rond 2011, vroeg de docente van die cursussen: ‘Wie wil mij helpen met het schrijven van een boek?’ Daarop heb ik onmiddellijk gereageerd en gedurende een jaar hebben we gewerkt, wat resulteerde in een prachtig boek. Daarna heb ik iemand begeleid die al jaren met een proefschrift bezig was en uiteindelijk glansvol is gepromoveerd. Dat is zo’n feest, dat je zoiets in de schoot geworpen wordt, want je schuurt aan elkaar en wordt beiden uitgenodigd je kwaliteiten te manifesteren.
Lezen, schrijven en denken en het gesprek daarover zijn voor mij van levensbelang. Ik zit ook in een drietal leesgroepen, elk met een verschillende focus.
Het mooie van gepensioneerd zijn is dat je op vragen nee en ja kunt zeggen, dat je geestelijke vrijheid en een zekere wijsheid hebt.
Daarom is het voor mij ook zo thuiskomen bij de Walkart. Meteen toen ik in 1999 in Zeist kwam wonen ben ik gaan rondkijken, ik wilde misschien bij een kerk, al heb ik weinig met religie. In het kastje bij de Walkart las ik over de filosofiegroep van dr. Nepveu en ik dacht meteen: ‘Dat is iets voor mij.’
In 2015 heb ik allerlei kerkdiensten in Zeist bijgewoond (als zelfonderzoekje). Bij de Walkart voelde ik me het meest vrij, het was cultureler, er waren meer wetenswaardige ontmoetingen en er was gemeenschapszin in een goede sfeer. Ik kan ook iets bijdragen. En hoe ieder zich serieus en geconcentreerd inzet om tot stand te brengen, wat mooi, waar en goed is, dat vind ik schitterend.
[1] Froukje D. Wirtz, Persoonlijk leiderschap, Thesis, 1997.
[2] Wilhelm Schmid, De kunst van het evenwicht; 100 facetten van levenskunst, Ambo, 2005