Ik ben huiverig voor grote woorden
1. LEEF NAAR DE WAARDEN DIE JE BELANGRIJK VINDT
De oorlog heeft veel indruk op mij gemaakt. Ik heb in die tijd veel bewondering gekregen voor mijn ouders, die zonder enig vertoon van heldenmoed de dingen deden - zoals onderduikers in huis nemen, waaronder een joods meisje - die op dat moment van hen werden gevraagd.[1] Ze leefden naar hun overtuiging over wat rechtvaardig was. Ze zijn voor mij een voorbeeld geweest, in die zin dat je zoveel mogelijk moet proberen eerlijk te leven naar je waarden, zowel in je persoonlijk leven als in je werk. Dat betekent o.a. (ik wil vooral niet te braaf overkomen) dat je je ijdelheid in toom houdt. Onze Nederlandse cultuur van nuchterheid helpt daarbij, je moet niet teveel je hoofd boven het maaiveld steken. In zuidelijke landen heb je die grotere emotionele uitbundigheid, zoals ik in Spanje, maar ook in Latijns-Amerika, heb gemerkt. Ik waardeer een zekere nuchterheid, geen afstandelijkheid. Ik ben huiverig geworden voor grote woorden.
2. STA OPEN VOOR ANDERE GEWOONTEN EN GEBRUIKEN
Openstaan voor andere culturen kan je veel brengen. Doordat ik veel in het buitenland heb gewerkt ben ik me ook bewuster geworden van mijn eigen cultuur. Ik heb gewerkt in Spanje, Turkije, Afrika, Midden-Amerika en
Indonesië.[2] Je ziet dan de verschillen. In Indonesië paste ik wel op om als hoogleraar te snel mijn mening te geven, want die werd opgeschreven en zo was het dan. In plaats daarvan zei ik tegen de studenten: lees de stukken die ik heb opgegeven en oordeel zelf, daarna kunnen we erover praten. Dat is bijvoorbeeld heel anders in Latijns-Amerika. Daar is het onmiddellijk veel praten en kwamen de studenten al met een mening voordat ze de stukken hadden gelezen.
Wat ik ook heb geleerd is, dat ongeacht de cultuurverschillen, de waarden uiteindelijk in essentie toch op elkaar lijken. In Indonesië bijvoorbeeld ga je als gast niet met je benen over elkaar zitten en je drinkt je glas niet helemaal leeg. Je gaat er zeker niet opscheppen over jezelf.
Als je je openstelt en je bescheiden gedraagt kun je in iedere cultuur werken. Die kleine dingetjes die ik noemde zijn niet essentieel, maar als je die cultureel bepaalde gewoonten kent, maakt het het omgaan makkelijker. Menselijkheid vind je in iedere cultuur terug, maar de wijze waarop men dat tot uiting brengt verschilt.
In culturen, waarin grote nadruk ligt op conformeren aan de groep, zoals Aziatische, staat het individu veel minder centraal dan bij ons. Het gaat daar veel meer om de gemeenschap. Daarachter kun je je ook verschuilen. Dat verklaart het belang van gezichtsverlies en gedrag als altijd maar glimlachen, niet alleen vreugde verbergen, maar ook ergernis en zelfs boosheid en het vermijden om nee te zeggen. Lachen kan vele betekenissen hebben. Aan het begin van mijn carrière als hoogleraar heb ik onderzoek gedaan in Ghana met Afrikaanse en Nederlandse studenten. Op een vraag van mij naar de samenwerking tussen hen begonnen de Afrikaanse studenten heel hard te lachen. Toen ik doorvroeg bleek dat de Nederlandse studenten zich heel vaak lieten fêteren door de Afrikaanse die veel minder te besteden hadden en dat wekte ergernis. Daarover heb ik de Nederlandse studenten ook onderhouden en dat heeft de spanning verminderd. Wees dus gevoelig voor de reacties van anderen.
Doe aan zelfkritiek, maar zelfspot komt in schaamteculturen, zoals in Indonesië, Japan en China niet voor. Ik stak in colleges in Indonesië wel eens de draak met mezelf, maar dat heb ik daar wel afgeleerd, want dat begrijpen ze niet of ze denken dat je ze in de maling neemt. In Nederland wordt zelfspot zeer gewaardeerd, ik ben er altijd sterk voor jezelf niet te geweldig te vinden. Aan de andere kant hoef je je licht natuurlijk ook niet onder de korenmaat te zetten.
3. JE KUNT VEEL LEREN DOOR TE LEZEN EN KENNIS TE NEMEN VAN STANDPUNTEN VAN ANDEREN
Lezen is voor mij altijd een van de belangrijke dingen in mijn leven geweest. Op die manier doe je kennis op kom je meer aan de weet over de waarden en standpunten van anderen. Dat blijft een voortdurende bron van voeding. Ik vind het dan ook heel erg dat ik door mijn oogklachten niet meer goed kan lezen. Ook sociale contacten zijn heel belangrijk, we zijn sociale dieren en als je te weinig met anderen omgaat, dan verschraal je. Als je je ervoor openstelt kun je van iedereen wat leren. Ik heb gemerkt dat als je niet altijd vooraan wilt staan en jezelf niet overschreeuwt je vanzelf contacten en goede vriendschappen krijgt.
Ik heb eigenlijk nooit grote stelligheden gehad. Van mijn protestantse opvoeding en geloof heb ik me, sinds mijn puberteit en mijn diensttijd, steeds meer losgemaakt. Ik moet dan al vroeg vrijzinnig zijn geweest (lacht). Ik heb soms een beetje moeite met te veel gepraat over vrijzinnigheid, dan word ik een beetje verveeld.
4. KIJK EENS POSITIEF
Vooral sinds ik met een rollator loop valt mij op hoeveel behulpzame en aardige mensen er zijn. Ik heb daardoor een heel roze beeld gekregen van de Nederlandse bevolking. Altijd als ik bij een bushalte sta krijg ik hulp aangeboden. Mijn kleindochter had het laatst over de wet van de aantrekking. Wat je uitstraalt krijg je ook weer terug. Als je positiviteit uitstraalt, dan krijg je dat terug en als je chagrijn uitstraalt krijg je dat ook terug. Ik kan wel blijven klagen omdat elke stap die ik doe me pijn doet, maar ik help mezelf daarmee niet en de ander ook niet. Er zijn zo veel interessantere dingen om over te praten, al mag je best zwakte toegeven. Je hoeft geen façade op te houden, als je jezelf maar niet zielig gaat vinden.
5. LUISTEREN IS VAAK BELANGRIJKER DAN SPREKEN
Je moet kunnen luisteren. Dat is veel belangrijker dan veel te spreken. Jaren geleden zat ik een keer in Amsterdam op een bankje in een park en opeens kwam er een vrouw van middelbare leeftijd met een tas aan haar arm, naast mij zitten, ze begint te praten en vertelt me haar hele levensverhaal. Na zo’n twintig minuten stond ze op, ze bedankte me en ging weg. Ik heb niet met haar meegepraat, eigenlijk niks gezegd, alleen af en toe geknikt. Toen heb ik geleerd hoe belangrijk luisteren is, je hoeft niet altijd wat te zeggen.
6. ZOEK RUST EN EVENWICHT IN JEZELF
Dit is voor jongeren een heel moeilijke tijd, waarin je jezelf steeds moet bewijzen. Wij zaten vroeger veel meer in kaders, in vast omschreven gedragspatronen. Daar moest je je wel weer aan ontworstelen. De jaren zestig zijn met name een kantelpunt op dit gebied.
Ik besef heel goed de luxepositie waarin ik verkeer, in die zin dat ik de rust in mezelf kan vinden. Dat lijkt me heel moeilijk als je nu aan het begin van je loopbaan staat, bijvoorbeeld met een studieschuld, een huis zoekt, een relatie moet opbouwen. Er zijn de vele keuzemogelijkheden, die overigens niet voor iedereen opgaan. In advertenties zie je altijd blij lachende, ontspannen, mooie mensen, maar het leven is niet zo. De geloofszekerheden zijn niet langer voor iedereen een houvast. Mindfulness[3] en yoga zijn voor velen een reactie op al dat heftige, snelle. Het is een andere, niet godsdienstige vorm van bezinning. Er is een verschil tussen godsdienst en religieuze beleving. Ik ben geen atheïst, ik ben een religieuze agnost. Met dat religieuze bedoel ik openstaan voor het mysterie van de werkelijkheid, zoals Nepveu het vaak benoemt. Dat is voor mijn gevoel een religieus besef. Daar hoeft geen god aan te pas te komen. Met Johan de Wit had ik het een keer over een grondgevoel in je leven. Bij mij is dat vertrouwen. Dat hoef ik verder niet uit te werken, het is voor mij een basisgevoel. Je moet niet alles willen verklaren, maar accepteren dat veel een mysterie blijft, dat geeft rust.
Heel belangrijk is: wees jezelf, je moet je geen rol, geen pose aanmeten. Als je onzeker bent kun je jezelf overschreeuwen. Als je ouder wordt - ik weet niet of je wijzer wordt - krijg je in ieder geval een beetje meer mensenkennis. Als ik mensen zichzelf hoor poneren, moet ik altijd een beetje lachen. Een rode draad in menselijk gedrag is vaak onzekerheid en angst. Als je de rust in jezelf hebt kunnen vinden is dat een goede remedie daartegen en kun je ook veel meer betekenen voor anderen.
[1] In De Stentor van 4 mei 2019 (zie internet) is een boeiend interview te lezen met Jan en zijn zus Ans over hun broer Jaap, Engelandvaarder en geheim agent die een wereldreis moest maken om in Engeland te komen. Hij vertrok in 1941 en kwam in 1943 in Engeland aan. Het hele gezin was betrokken bij verzetswerk, (noot van Addy)
[2] Jan deed promotieonderzoek in Spanje en werkte later als hoogleraar sociale geografie met als leeropdracht ‘sociale geografie van de ontwikkelingslanden’ (bron Wikipedia, Addy)
[3] Mindfulness is bewustwording van de eigen fysieke ervaringen, gevoelens en gedachten, Om daar toe te komen doet men onder andere aan meditatie en andere aandachtsoefeningen.