Het spel mag niet ontbreken
VOORKOM ONVERZOENLIJKE VERHOUDINGEN
Mijn ouders hebben te veel strepen getrokken. Het was vooral mijn vader, die dat deed, hij heeft gebroken met de familie van zijn eigen vrouw en dat heeft hij zijn hele leven lang volgehouden. Dus geen contact, geen bezoek, ook niet met verjaardagen. Als mijn moeder jarig was en haar familie op bezoek kwam, ging hij in een andere kamer zitten. Nooit geweten waar het conflict over ging. Mijn vader verbood ons kinderen niet - we waren met acht kinderen - om contact met de familie van mijn moeder te hebben, maar hij ging er onuitgesproken vanuit dat wij ons aanpasten aan zijn opvattingen. Als we toevallig eens een keer een tante waren tegengekomen en ze ons vroeg even bij haar op bezoek te komen, dan kregen we daar kritiek op. Wij begrepen zijn houding niet en mijn vader heeft nooit iets uitgelegd, maar ik heb gezien hoe funest zo’n onverzoenlijke houding is in een gezin.
Mijn vader is van gereformeerd hervormd geworden, met mijn moeder, maar hij is in hart en ziel gereformeerd gebleven. Het is verkeerd om zo strak aan je standpunten vast te houden en zo in je eigen ‘bubbel’ te blijven zitten. Dat was in de tijd van de verzuiling bij veel mensen het geval, zeker bij gereformeerden. Ik heb daardoor een grote afkeer gekregen van dogmatisch denken.
ROEP NIET ZOMAAR IETS, MAAR VERDIEP JE IN DE MATERIE
Er wordt vaak zomaar van alles beweerd. Denk bijvoorbeeld aan complotdenkers: dan vraag je je toch af, hoe komen ze bij de onzin die ze uitkramen, waar halen ze het vandaan? Hoe kun je het bedenken? Heb je wel eens les gehad? Wat voor studie is hieraan voorafgegaan? Wanneer heb je voor het laatst een krant gelezen?
Zo kun je anti-vaxers horen zeggen: die vaccins zijn alleen maar in het voordeel van de farmaceutische industrie, of alle mensen in de regering zijn bedriegers. Anti-vaxers zijn vaak trots op hun standpunt en voelen zich boven jou verheven. Ze hebben geen waardering voor de wetenschap, terwijl de wetenschap niet beweert dat ze het weet - dat is het vervelende met het woord wetenschap - . De wetenschap is - als het goed is - altijd bereid te twijfelen. Als er iemand komt met een betere verklaring, dan wordt de vorige verlaten. Als Ineke medische studieboeken wegdoet mogen ze niet naar iemand anders, omdat de kennis daarin inmiddels verouderd zou kunnen zijn. De medische wetenschap maakt immers snel vorderingen.
Ik ben altijd serieus bezig om dingen te ontdekken, ik heb eigenlijk altijd gestudeerd. Ik heb eerst solozang, gestudeerd, daar horen ook veel theoretische vakken bij, zoals muziekleer, muziekgeschiedenis. En ik ben onderwijzer geworden. Als je kennis wilt overdragen op een niveau dat je er met kinderen over kunt praten, moet je alles precies weten. Van daaruit heb ik een behoefte aan encyclopedische kennis ontwikkeld. Later ben ik aan de Open Universiteit
afgestudeerd in de Cultuurwetenschappen (filosofie, literatuur, geschiedenis en kunstgeschiedenis).
Ik doe dit alles eigenlijk vanuit het verlangen naar Bildung[1]. Bildung, zoals dat in Duitsland in het begin van de 19e eeuw onder woorden werd gebracht. Het bedoelt een mens te gunnen veelzijdig van het leven te genieten.
Mijn kleinkinderen zeggen: ‘Opa blijft bij iedere boom stil staan’. Als ik buiten loop dan zie ik alle wilde planten. Ik wil daar dan ook over vertellen, want wie doet dat anders? Het is heel belangrijk dat je je die kennis eigen maakt. Ik schrijf ook alles op. De krant lees ik met de pen in de hand. (Jouke laat me zijn werkkamer zien. Daarin is goed te zien dat het verzamelen van kennis zijn lust en zijn leven is).
HET LEVEN IS ONGENIETBAAR ALS HET SPEL ONTBREEKT
Op de Hervormde Kweekschool had ik een leraar, P.W.J. Steinz. Hij was ook docent aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam. Daar noemde hij zich ‘de burger onder de kunstenaars', maar bij ons was hij ‘de kunstenaar onder de burgers’. Hij ging liever met ons in gesprek dan dat hij zich als leraar opstelde. Bij onze eerste les ‘cultuur en maatschappijleer’ stuurde hij ons naar het museum Boymans. Daar zette hij ons direct voor een schilderij van Kandinsky; daarnaast hing een schilderij van Kokoschka. Hij wilde weten wat wij daarvan vonden. Nou, we konden wel zien dat er min of meer een paard in te herkennen was, maar we wisten verder van toeten noch blazen. We waren in een heel klein wereldje opgegroeid, het wereldje van de catechisatie, van de dominee napraten, van kerkliederen. Ik heb ontzettend veel aan zijn lessen gehad. Je werd in die lessen eigenlijk losgemaakt van je eigen wereld om je in een andere wereld te oriënteren. Dat is heel moeilijk als je in de zondagschoolsfeer bent opgegroeid, die sfeer van W.G. van de Hulst. Steinz wilde dat wij iets van de rijkdom van de beeldende kunst konden ervaren.
Kunst is in wezen steeds een nieuw spel. Bij het spel hoort ook dat je jezelf niet op de voorgrond plaatst als je iets presteert, je moet de aandacht vestigen op de buitenwereld, die de moeite waard is om bewonderd te worden.
Humor moet er ook altijd zijn. Speelse mensen zijn de beste opvoeders. Het is moeilijk om altijd speels te zijn, zeker ook in het onderwijs omdat dat tegenwoordig zo van bovenaf wordt gereglementeerd. Dat speelse lijkt er helemaal uit te gaan; kinderen zingen ook al helemaal niet meer op school. Ouders moeten ook een beetje speels omgaan met hun kinderen, ze moeten niet zo snel bang zijn dat iets fout gaat. In opvoeding en onderwijs is het volgen van de eigen aard en ontwikkeling van een kind belangrijker dan de opvattingen van de inspectie en andere onderwijsinstanties.
AUTONOMIE IS VRIJWEL ONBESTAANBAAR VOOR EEN MENS
Autonomie is het onderwerp van mijn eindscriptie van mijn studie aan de Open Universiteit. Ik onderzocht het autonomiebegrip bij Han Fortmann, een van de vooraanstaande pedagogen uit de katholieke wereld. Mensen worden iedere keer weer aangesproken op hun autonomie, die ze in de verste verte niet hebben, òf omdat ze arm zijn, hun hand op moeten houden, geen behoorlijk huis hebben, òf niet de intellectuele mogelijkheden. Eigenlijk is die autonomie-gedachte een romantisch[2] idee à la de Emile van Rousseau[3].
Kinderen worden in allerlei onderwijsopvattingen als ‘autonoom’ beschouwd en aan de andere kant gelijkgeschakeld; de onderwijzer wordt in een kooi gezet van bureaucratie en controle door leidinggevenden en bestuurders. Dat is heel schadelijk voor de kwaliteit en de sfeer van het onderwijs.
ALS JE GEPENSIONEERD BENT KOMT ER RUIMTE VOOR ANDERE OPVATTINGEN EN SPEELSE ELEMENTEN
Zolang je werkt moet je vaak bepaalde opvattingen huldigen. Daar ben je na je pensionering van verlost. Dan valt de druk op je opvattingen weg en ben je in staat nieuwe dingen te bedenken. Er komt rust, je hebt niet meer de zorg om je salaris of de dreiging dat je baan verdwijnt. Kijk eens naar ex-ministers. als de druk ervan afgaat dan komen pas de goede gedachten en de nuances boven.
Na je pensionering ga je de boel nog eens rustig beschouwen of je start met een andere activiteit: aquarelleren, schilderen, mandala’s kleuren. Speelse elementen krijgen de kans. Ik ben dol op kleurplaten. Bij dit soort activiteiten kun je ook op een andere manier met elkaar in contact komen, er is uitwisseling, je raakt met elkaar aan de praat. (Jouke laat enthousiast een kleurpraat zien, waaraan hij met zijn kleinkinderen heeft gewerkt).
______________________________________________
[1] Bildung is de vorming tot zelfstandige, vrije en goede persoonlijkheden met gevoel voor geschiedenis en cultuur.
[2] Romantisch verwijst hier naar de stroming in de westerse cultuur, van het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw
[3] Emile, of Over de opvoeding. Dit is de dubbele titel van het boek van de Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau. In dit werk zet Rousseau, een van de belangrijkste filosofen uit de Verlichting zijn visie op de menselijke natuur uiteen, en stelt hij de volgens hem ideale opvoedingsmethode voor. Emile mag maar één boek lezen, Robinson Crusoe, alleen op een eiland.