Godsdienstfenomenoloog, studie theologie in Leiden. Promotie aldaar (1977).
Rob Nepveu behoort tot de religieus-humanistische stroming binnen Vrijzinnigen Nederland.
De vrijzinnig-Christelijke traditie vormt een belangrijke inspiratiebron voor deze stroming naast andere, waaronder vooral ook de Westerse filosofie.
In de Roomse traditie wordt een kind geacht op 6-jarige leeftijd tot de jaren des onderscheids te zijn gekomen. Het kind moet dan kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad. Al enige jaren eerder is het kind tot een ‘ik’ bewustzijn gekomen. Ons leven lang menen wij eenzelfde ‘ik’ te zijn, ondanks allerlei ontwikkelingen die wij voortdurend meemaken. Onze persoonlijkheid is gevormd door tal van factoren, innerlijke en uiterlijke. Daar zijn in de eerste plaats de genen, de merkwaardige, materiële dragers van uiterlijke en innerlijke eigenschappen. Het geheel van het pakket van onze genen is uniek. In de tweede plaats worden we door onze cultuur en historische omgeving bepaald via socialiseringsprocessen, thuis en daarbuiten.
Wij hebben een intuïtief besef van een vrije wil. Maar daarover wordt thans door onderzoekers van de werking van ons brein anders gedacht. En dat geldt ook voor vele filosofen. Experimenten hebben uitgewezen dat ons brein beslissingen neemt waarvan wij ons een fractie van een seconde later pas bewust worden. Dat is heel weinig maar toch een fit; ons brein is ons bewustzijn vóór.
Sam Harris, Amerikaans filosoof, laat in zijn boek ‘De Vrije Wil’ zien dat gedachten in ons opkomen op een manier die wij niet bewust laten gebeuren. En dat geld took voor ons gedrag. De keuze voor een bepaald gedrag is ook iets dat in ons brein ontstaat, via ons niet bewuste causale processen. Maar is dan het strafrecht onzinnig? Geenszins. Via het strafrecht worden gevaarlijke criminelen buiten de samenleving gehouden. Een straf voor bepaald gedrag kan socialiserend werken, zodat men niet in herhaling vervalt.
Interessant is de gedachte van Spinoza dat een verbetering van ons denken zal leiden tot een beter gedrag. Ook als men van een strenge vorm van causaliteit uitgaat is dus ethiek niet overbodig. Niet voor niets is het hoofdwerk van Spinoza zijn Ethica. Het gaat erom via een beter denken tot beter gedrag te komen. Het hoogste inzicht is volgens hem het besef deel uit te maken van de natuur ofwel God. Dat besef zal ons leiden tot een redelijker, beter gedrag, causaal weliswaar, niet via een vrije wil.