Mr. drs. Johan de Wit is onze voorganger. Hij is in Leiden en in Kampen opgeleid tot jurist en theoloog. Naar eigen zeggen heeft hij zijn theologische studie ervaren als een heel uitgebreide cursus algemene ontwikkeling.
De verbeelding waartoe de menselijke geest in staat is, blijft hem verwonderen en vanuit die verwondering spoort hij ons aan tot zelfonderzoek.
Alles begint en eindigt bij het kennen van jezelf en wat ons is overgeleverd uit de oude boeken en met name de leringen en uitspraken van Jezus helpen ons daarbij. Door het filter van de man uit Nazareth kunnen wij de wereld anders zien dan wij gewend zijn en dat is, aldus Johan de Wit, het grote geheim van religieus zijn.
De vrijzinnigheid is voor hem de enige geloofsrichting waarin het raadsel van de verhouding tussen God en mens en ons bestaan in deze wereld op een aanvaardbare en voorstelbare manier ter sprake gebracht wordt.
Kern van de overdenking
De verhalen over Jezus en zijn lotgevallen hebben dat allemaal in zich: het gaat niet om het ongebreideld toegeven aan je aardse geneugten, het gaat niet om alleen maar macht;
want macht is een vorm van dienen. Het gaat niet om het oogsten van bewondering, maar om het hebben van vertrouwen in jezelf waardoor je niet afhankelijk wordt van de waardering die je van anderen wilt ontvangen.
Overdenking Zeist 17 maart 2019 (de verzoekingen van Jezus)
In Lukas 3: 21 -22 staat te lezen: heel het volk liet zich dopen en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde’
En dan, in de verzen die ik las, is het diezelfde Geest die hem de woestijn in leidt. “Geleid door de heilige Geest zwierf hij veertig dagen rond in de woestijn”. Deze teksten zijn puur symbolisch, dat kan niet anders. Eerst daalt de geest op hem neer en vervolgens leidt die geest hem naar de woestijn. Een en dezelfde geest die zowel een zegen als een vloek brengt.
Dit is natuurlijk voer voor Jungianen. Een Jungiaanse uitleg ziet het neerdalen van de duif als een symbolische weergave van de verbinding van de mens Jezus met een buitenpersoonlijke kracht die hem steunt en liefheeft. Maar de sinistere wending die daarop volgt “hij werd de woestijn in geleid om daar op de proef te worden gesteld door de duivel” is volgens een Jungiaanse uitleg het onvermijdelijke gevolg van het opgeblazen ego van Jezus na het openen van de hemel voor hem. En een opgeblazen ego bedenkt onmiddellijk hoe hij zijn nieuw verworven geestelijke status voor zijn eigen persoonlijke voordeel kan aanwenden. En dat is natuurlijk het geval als het ego zich in de woestijn bevindt, als het zich in een crisis bevindt.
Als de bijbel over een woestijn spreekt, zit daar altijd de betekenis in van een crisis. Als er gesproken wordt over een woestijnervaring, dan gaat het over mensen die worden teruggeworpen op de kernvragen van het menselijk bestaan. Die mensen worden geteisterd door twijfel, angst en onzekerheid. Ook het getal veertig is veelzeggend. Als dit getal in de bijbel voorkomt, dan is daarmee gegeven dat het om een tijd van inkeer en bezinning gaat, een tijd van wachten en verwachten. In de verhalen over Mozes en de profeten Jona en Elia komen we dit getal veertig ook tegen. Mozes blijft veertig dagen op een berg, Jona roept de inwoners van NInevé toe dat hun stad over veertig dagen weggevaagd zal worden en de profeet Elia zwerft, nadat hij door de Heer van voedsel is voorzien, veertig dagen en veertig nachten door de woestijn.
De aard van de beproevingen die Jezus ondergaat, is ook veelzeggend. De aansporing om van stenen brood te maken, is een verleiding om je krachten aan te wenden voor het verwerven van aardse rijkdommen, om ruimte te geven aan de materialistische verlangens van een mens. De laatste beproeving heeft te maken met het verlangen van het ego om zich van alle andere mensen te onderscheiden door iets spectaculairs te doen: om je van grote hoogte naar beneden te storten en ongedeerd op de grond te komen, is zeker iets heel speciaals en maakt je zonder twijfel beroemd.
De tweede beproeving gaat over de zucht naar macht. Macht over alles en ook weer de roem die daarmee gepaard gaat. Welk mens zou dat niet willen? Het heeft een prijs, want je moet de duivel aanbidden en je beschadigt daarmee je ziel. Het is iets dat je wel vaker ziet bij mensen die absolute macht zoeken.
De antwoorden van Jezus geven weer hoe je met deze verleidingen kunt omgaan om te verhinderen dat het je ziel beschadigt. Hij geeft niet zijn persoonlijke mening weer, maar hij verwijst naar de Schriften.
Die verwijzing maakt duidelijk dat hij niet vertrouwt op zijn persoonlijke inzichten, maar hij in de wijsheid die hem van buiten is aangereikt, het afweerschild ziet tegen de verleidingen van het ego. Wij zouden als moderne mensen zeggen: ik heb een richtsnoer voor mijn leven ontdekt en dat richtsnoer zegt mij dat het verkeerd is om toe te geven aan mijn materialistische wensen, aan mijn ijdelheid om de mensen te verbazen met wat ik kan en mijn neiging om over iedereen en alles de baas te zijn. Als we daar even bij stilstaan, dan komt dit verhaal over Jezus in de woestijn heel dicht bij de werkelijkheid van ons bestaan.
Jezus werd door de Geest geleid. Leiding door de heilige Geest: wij vatten dit vaak op als een recept voor een vlekkeloos leven, dat niet op de proef wordt gesteld door kwalijke neigingen, maar dit is allerminst het geval. Leiding door de geest sluit de beproevingen niet uit, maar brengt de beproevingen juist met zich mee. Wij hebben daar dagelijks mee te maken.
De kern van de eerste beproeving heeft betrekking op onze lichamelijke behoeften. Die behoeften moeten worden bevredigd, maar niet op een manier die je als mateloos kunt bestempelen. In het klassieke christendom is men op dit punt uit de bocht gevlogen door seksualiteit als een lichamelijke behoefte te zien die op allerlei manieren moet worden onderdrukt. Ik heb dit nooit begrepen.
De erotische liefde waartoe een mens in staat is, zie ik als een groot en wonderlijk geschenk aan onze soort. Een geschenk dat er toe bijdraagt dat de soort die wij zijn in stand blijft. En ook een gigantische bron van inspiratie voor ons is, een enorme steun in de rug en een bron van prachtige kunstuitingen en verhalen die wij al eeuwenlang aan elkaar doorvertellen. Zonder dit aspect, seksualiteit, zou ons leven dor en doods zijn en alleen om die reden al kan ik niet begrijpen waarom priesters zich de zegeningen daarvan moeten ontzeggen door de instelling van het celibaat. Het kan zijn dat de vreugde van die onthouding groter is dan het toegeven aan wat ten diepste bij ons menszijn hoort, maar ik wantrouw de mensen die dat zeggen. Het onderdrukken van de onstilbare, gewone en dagelijkse verlangens van de mens kan niet goed zijn. Het uitbuiten en voor eigen gewin aanwenden van die verlangens is wel iets waarmee wij ook dagelijks te maken hebben, maar dat is wat wij herkennen als misbruik: daar hoef je niet voor te hebben geleerd.
Macht over alle koninkrijken in de wereld. Macht is misschien wel de meest problematische verzoeking in ons leven. Het is de tweede beproeving en Jezus verwijst naar de bijbel als antwoord. Er staat geschreven dat je alleen God met eren. Aanbid de heer uw God.Het is een antwoord dat ons als moderne mensen niet zonder meer aanspreekt. Het machtsmisbruik in kerkelijke kringen, waar wij vrijwel dagelijks over lezen, maakt wel duidelijk dat het eren van God op zich niet voldoende is om het kwaad buiten de deur te houden. Er zijn zoveel schandalen rond het seksueel misbruik van meestal jonge mensen door priesters en prelaten dat je niet meer van ongelukkige incidenten kunt spreken.
En juist hier staat de ongelijkheid in macht centraal. Kerkelijke ambtsdragers maken misbruik van de afhankelijke posities van anderen en dekken dat soms ook nog toe met vrome praatjes. Maar als macht wordt gebruikt om onmondige jongens of meisjes seksueel te misbruiken, dan hebben we niet te maken met gelovige ambtsdragers, maar met duivels in mensengedaante.
Door de verhalen van de slachtoffers die tot ons komen wordt ook duidelijk hoe groot de schade is die door dat misbruik wordt toegebracht aan hun ziel en het is voor een gewoon mens niet te begrijpen dat dit kennelijk niet doordrong tot de daders.
Het is natuurlijk gemakkelijk om te wijzen naar de Rooms-katholieke kerk en de conclusie te trekken dat de organisatie van die kerk als vanzelf moet leiden tot de verwerpelijke praktijken waarover wij lezen en horen. En natuurlijk is het ook zo dat een regime dat priesters van jongs af aan in hun opleiding onkundig houdt van de diepste aandriften van een mens en ze vervolgens dwingt tot levenslange onderdrukking van die aandriften, alle kiemen in zich draagt voor duivelse verleidingen. Maar misbruik van macht vindt niet alleen in de Rooms-katholieke kerk plaats. Dat misbruik kom je ook tegen in protestantse kerken en gezinnen, in bedrijven en instellingen. In alle geledingen van de maatschappij waarin mensen boven andere mensen worden gesteld, komt machtsmisbruik voor, niet alleen in seksueel opzicht, maar ook als dagelijkse onderdrukking en beknotting, als psychische wreedheid.
Iets dat mij vaak bezighoudt is het verschil tussen macht en gezag. je treft natuurlijke leiders aan die gezag hebben. Zonder dat ze de formele bevoegdheid hebben om anderen te vertellen hoe het moet, vragen degenen met wie die leiders omgaan aan hen om raad en advies en ze volgen die adviezen ook op. De meesten van ons zullen in hun omgeving zo iemand wel kennen. Daarnaast heb je de instanties of personen die formeel met macht zijn bekleed. De overheid kan ons met machtsmiddelen dwingen om belasting te betalen en ons netjes te gedragen in het verkeer. Dat accepteren we, maar met het gezag van de overheid heeft dat niet altijd zoveel te maken.
Anders is het met personen of ambtsdragers die met formele macht zijn bekleed. Rechters hebben formele macht, politiebeambten en deurwaarders ook. Maar als die personen hun macht verkeerd gebruiken, verliezen ze het gezag dat bij hun functie hoort. iedereen die met macht is bekleed, dient zich hier voortdurend rekenschap van te geven om te vermijden dat het geloof in hun hoge positie verdwijnt
In de derde beproeving is er de influistering tot het verwerven van bewondering, het verkrijgen van prestige, de zucht naar beroemdheid en de vlucht uit het gewone, naar wat ons bedwelmt bij het verlangen naar die dingen. Als wij zouden kunnen wat niemand anders kan, dan is dat natuurlijk heel begerenswaardig en veel opwindender dan het gezegde : “doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg”. Maar ook hier geldt weer: het is helemaal niet verkeerd om je te willen onderscheiden, het kan je wel schaden als je ijdelheid je daarin de baas wordt. Als dat het geval is, kun je niet meer zonder de waardering en bewondering van de mensen om je heen en dat kan je geestelijk goed in de problemen brengen. Want als het dan een keer tegenzit, als het even niet allemaal halleluja was wat je ten deel viel, dan is het direct mis en slaat het je van je ankers af. Omdat je niet meer zonder al die lof en waardering van buiten kunt. En hier is het dus weer de wijsheid van de bron buiten je die je vertelt dat zelfwaardering en vertrouwen in wat je kunt en doet voldoende is, dat je daar de loftuitingen van anderen om je heen niet voor nodig hebt.
De verhalen over jezus en zijn lotgevallen hebben dat allemaal in zich: het gaat niet om het ongebreideld toegeven aan je aardse geneugten, het gaat niet om alleen maar macht;
want macht is een vorm van dienen. Het gaat niet om het oogsten van bewondering, maar om het hebben van vertrouwen in jezelf waardoor je niet afhankelijk wordt van de waardering die je van anderen wilt ontvangen.
Het zijn levenslessen. Er is in het moderne bestaan aanleiding genoeg om die lessen ter harte te nemen.