Mr. drs. Johan de Wit is onze voorganger. Hij is in Leiden en in Kampen opgeleid tot jurist en theoloog. Naar eigen zeggen heeft hij zijn theologische studie ervaren als een heel uitgebreide cursus algemene ontwikkeling.
De verbeelding waartoe de menselijke geest in staat is, blijft hem verwonderen en vanuit die verwondering spoort hij ons aan tot zelfonderzoek.
Alles begint en eindigt bij het kennen van jezelf en wat ons is overgeleverd uit de oude boeken en met name de leringen en uitspraken van Jezus helpen ons daarbij. Door het filter van de man uit Nazareth kunnen wij de wereld anders zien dan wij gewend zijn en dat is, aldus Johan de Wit, het grote geheim van religieus zijn.
De vrijzinnigheid is voor hem de enige geloofsrichting waarin het raadsel van de verhouding tussen God en mens en ons bestaan in deze wereld op een aanvaardbare en voorstelbare manier ter sprake gebracht wordt.
Kern
Voor iedere mening die anderen hebben geldt: die meningen zeggen wat over degene die ze uiten, maar ze kunnen je niet kwetsen als je vrij van angst leeft en je de liefde zoekt die het leven kan geven. Dat is de grondhouding van het koninkrijk.
De zogenaamde realiteit is maar al te vaak iets dat zich in jezelf heeft gevormd en het is goed om dat steeds voor ogen te houden. Doe je dat, dan vertrouw je op jezelf en vanuit dat zelfvertrouwen kom je tot verantwoorde keuzen.
Preek
Bijbeltekst: Lukas 17: 20-21
In onze tijd hebben veel mensen zich afgewend van het Evangelie. Ze voelen zich niet meer aangesproken door de uitleg van deze geschriften omdat zij die als moraliserend ervaren, dat het Evangelie regels stelt waaraan je je in de praktijk van het dagelijkse leven onmogelijk kunt houden. Er is nog wel aandacht voor de figuur van Jezus, maar die aandacht is er meer een van nieuwsgierigheid - hoe is het mogelijk dat een man zoveel volgelingen heeft kunnen krijgen - dan van bezinning op de inhoud van zijn uitspraken.
Er zijn heel veel mensen die zich ooit christelijk voelden en belangstelling koesterden voor het Evangelie, maar die dit nu niet langer aanspreekt. Ze voelen zich niet uitgedaagd en ze vragen zich af of er wel enige spiritualiteit bij de Evangelisten is te vinden. Ze worden boeddhist, lid van de soefi-beweging of zoeken andere gemeenschappen op waarin getracht wordt om de spiritualiteit die men zoekt aan te bieden.
Het is jammer dat het zo is gegaan, want de beelden in het Evangelie kunnen een grote steun zijn voor mensen die hun leven op basis van waarheid en intelligentie willen leven. De wijsheid en de inzichten die daarvoor nodig zijn, zijn in de uitspraken van Jezus te vinden. Maar je moet er wel onbevangen naar zoeken, ongehinderd door de begrippen en denkbeelden waarmee je bent opgegroeid. Maar als je ertoe in staat bent en als je het wilt proberen, dan openen zich heel andere perspectieven op je bestaan en dat van de mensen om je heen dan je zou hebben gedacht.
Het hart en de ziel van de prediking van Jezus is het beeld van het koninkrijk des hemels. Dat beeld vind je steeds weer terug achter alle verhalen en gelijkenissen. Het koninkrijk wordt nergens duidelijk beschreven. Er wordt geen enkele poging gedaan om het nader te verklaren of te omschrijven. Het laat zich niet in gewone taal uitdrukken en daarom verwijzen de gelijkenissen steeds indirect naar dat koninkrijk. Het is een mysterie en alleen door verhalen kun je dichterbij de kern van dat mysterie komen. De gelijkenissen zijn het voertuig voor de reis naar die kern, maar geven geen uitvoerige uitleg omdat dan de werking van het geheim verloren zou gaan.
Wij zijn eraan gewend om bij de vragen die we hebben antwoorden te zoeken die een oplossing opleveren. De vragen rond Jezus die nog altijd worden gesteld zijn een goed voorbeeld van onze manier van denken. We vragen wie Jezus was, of hij getrouwd was of niet, waar hij al zijn kennis vandaan haalde en wat nou eigenlijk bedoeld wordt met dat koninkrijk. Allemaal interessante vragen, maar ze hebben niets met het geheim van zijn leer te maken. Want die leer verwijst naar een andere wereld, een wereld waarin andere waarden gelden dan we zijn gewend.
Het ligt min of meer voor de hand om de uitspraken en vertellingen in het NT uit te leggen als verhalen met een moraal: je moet vriendelijk zijn, welwillend, onbevooroordeeld, vergevingsgezind en in het algemeen steeds de gouden regel toepassen wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet. Heb uw naaste lief als uzelf is een aanscherping van die regel. Maar als je dieper graaft, kom je tot de ontdekking dat het Evangelie geen verzameling is in lessen van moraal, maar erop gericht is om je manier van denken te veranderen.
De verwijzing naar het koninkrijk is op zich zonder inhoud. Het koninkrijk is van zichzelf niets: het is geen afgerond of uitgewerkt levensmotto: het is geen cursus in naastenliefde; het is alleen maar een idee en het heeft geen duidelijke structuur.
Het is eigenlijk niet meer dan een open raam dat uitzicht wil bieden op een andere wereld. Een venster, een open raam, is op zichzelf niet zoveel bijzonders. Het is een opening in een muur en vaak ook niet van een adembenemende schoonheid.
Maar het zijn de ramen en de deuren die een kamer bruikbaar maken. Een kamer zonder deuren of ramen heeft geen contact met wat buiten de kamer is, alleen een raam geeft de mogelijkheid om naar buiten te kijken, een andere wereld te zien of te betreden. Wederom: het is maar een beeld, maar dat beeld kan je iets dichter bij de aard van dat koninkrijk brengen.
Onze cultuur leert ons hoe wij leven moeten. Hoe de dingen werken, wat belangrijk is en wat niet, we krijgen het mee van omgeving waarin we leven, de mensen die ons beïnvloeden. Hun ideeën, hun inzichten, ze sijpelen heel geleidelijk door in ons bewustzijn en gaandeweg gaan we ons gedragen naar de waarden die we ons zodoende hebben verworven. Maar in het koninkrijk staan die waarden steeds onder kritiek, zijn ze onderworpen aan de vraag of ze wel zo juist en zo vanzelfsprekend zijn als we denken. In het koninkrijk verwerf je geen ander leven, maar wel een andere levenshouding.
Een van de dingen die in de weg staan aan het betreden van het koninkrijk, aan het verwerven van die andere levenshouding, is het ego. Er zitten twee kanten aan ons ego. Enerzijds is het onmisbaar: het ego is wat ons vormt, het ontwikkelt ons en maakt onze persoonlijkheid. Je kunt niet zonder. Anderzijds is het ego ook vaak een bron van verkeerde inzichten. Een van die inzichten die verkeerd kunnen uitpakken is het idee van persoonlijke belangrijkheid. Persoonlijke belangrijkheid maakt dat we de dingen persoonlijk opvatten en het is de opperste vorm van egocentriciteit omdat het uitgaat van de veronderstelling dat heel veel, zo niet alles, om jezelf draait.
Het begint bij onze opvoeding, waarin we leren dat je je de dingen persoonlijk moet aantrekken en waardoor je je voor alles verantwoordelijk gaat voelen. Maar lang niet alles wat andere mensen doen is vanwege jou. Het is bijna altijd vanwege henzelf. Alle mensen leven hun eigen droom, in hun eigen geest. Ze leven in een andere wereld dan die waarin jezelf leeft. Als we ons iets persoonlijk aantrekken, gaan we uit van de veronderstelling dat een ander onze wereld kent. Omgekeerd denken we ook vaak dat wij de wereld van andere mensen kennen en als dat niet zo blijkt te zijn doen we soms ons uiterste best om die ander onze leefwereld op te dringen.
Ik kan dat denk ik het beste met een heel eenvoudig voorbeeld illustreren. Als iemand een opmerking tegen je maakt over het feit dat je dik bent, dan kun je je daardoor gekwetst of zelfs wel vernederd voelen. Maar in feite ventileert die ander alleen maar zijn opvattingen over wat hij dik vindt of niet. Pas als je je die opmerking aantrekt, neem je het onwelgezinde van zijn opmerking in je op. En als je het emotionele afval van de ander slikt, bederft het de zuiverheid die je van nature na wilt streven.
Je iets persoonlijk aantrekken is een valkuil van jewelste. Iemand is het helemaal niet met je eens en je reageert erop door het verdedigen van je eigen inzichten en dan kan het zomaar gebeuren dat er een conflict ontstaat.
Je maakt van een mug een olifant omdat je gelijk wilt hebben, zonder dat je je realiseert dat jouw eigen gelijk alleen maar een projectie is van je eigen droom, het spiegelbeeld is van je eigen inzichten.
Voor iedere mening die jezelf hebt en die anderen hebben geldt: die meningen zeggen wat over degene die ze uiten, maar ze kunnen je niet kwetsen als je vrij van angst leeft en je de liefde zoekt die het leven kan geven. De zogenaamde realiteit is maar al te vaak iets dat zich in jezelf heeft gevormd en het is goed om dat steeds voor ogen te houden. Doe je dat, dan vertrouw je op jezelf en vanuit dat zelfvertrouwen kom je tot verantwoorde keuzen. Ieder mens is van nature een antwoordend wezen, maar je hoeft niet op alle vragen van de anderen een antwoord te geven. Het gaat erom om andere mensen te zien zoals ze werkelijk zijn en niet te zien zoals ze volgens jou zouden moeten zijn.
Dat is de grondhouding van het koninkrijk. Het valt ook op te maken uit de opmerkingen van Jezus als hij voor zijn rechters staat. Als de hogepriesters hem toevoegen dat hij zich als de zoon van God beschouwt, zegt hij: "u zegt dat ik het ben". (Lukas 22: 71). Met andere woorden: u zegt het vanuit uw denkwereld, maar die is niet mijn denkwereld. Het klinkt ook door in de uitspraak "geef de keizer wat des keizers is", als hem wordt gevraagd of je wel belasting zou moeten betalen. De wereld van de keizer is zijn wereld niet en hij laat dat zo.
Een andere grondhouding van het koninkrijk is mededogen, begrip. Kun je alles wat er om je heen gebeurt met mededogen of begrip tegemoet treden? Is dat niet een onmogelijke opgave? Ja, dat is zeker zo als je kennisneemt van de gruwelen die mensen elkaar aandoen. Op het Afrikaanse continent verminken leden van de ene stam de leden van een andere stam. In het Midden-Oosten gaan radicale islamisten verder in hun onmenselijkheid dan we ooit hadden denken. Het zijn vormen van geweld die met alles wat je in je hebt roepen om tegengeweld. Je snakt ernaar dat dit weerzinwekkend geweld gewroken wordt. Wat beweegt deze stammenkrijgers en islamisten in godsnaam?
De reactie dat dit niet onbestraft mag blijven ligt voor de hand. Maar het uitgangspunt van het koninkrijk is dat je verder kijkt dan het voor de hand liggende. Wat kan de drijfveer zijn van mensen die zich zo beestachtig gedragen?
Psychologisch gezien: als een mens zich afgewezen voelt, kunnen de gevoelens van frustratie en bitterheid die die afwijzing oproept, leiden tot geweld. Je komt het meermalen tegen in de verslagen over rechtszaken waarin de pleger van een moord terechtstaat. De bijbel geeft dit in mythische vorm weer in het verhaal van de gebroeders Kaïn en Abel.
Kaïn was een akkerbouwer, Abel was een schaapherder. Beide broers brengen een offer aan de Heer, maar de Heer wijst het offer van Kaïn zonder enige verklaring of uitleg af en aanvaardt het offer van Abel. Deze volstrekt onredelijk afwijzing maakt zoveel bitterheid en frustratie in Kaïn los, dat hij genoegdoening zoekt in het doden van zijn broer Abel. En broedermoord zal, gemeten naar de stamcultuur van die tijd, als het ergst denkbare vergrijp zijn beschouwd.
In deze mythe staat ook te lezen dat Kaïn landbouwer was en Abel een herder. Kaïn was misschien een nieuwlichter die de landbouw als iets nieuws bracht. En in een bestaande traditie van rondtrekkende herders werd dat nieuwe idee waarschijnlijk niet aanvaard. Het is een lot dat veel vernieuwers van bestaande gewoonten en tradities ten deel valt.Maar daarnaast schetst dit verhaal waartoe afwijzing kan leiden. De reactie op een afwijzing die niet begrepen wordt, is er vaak een van geweld. En die reactie is karakteristiek voor de gefrustreerde afgewezene die zich totaal onbegrepen en onbillijk behandeld voelt.
Het komt mij voor dat dit de psychologie kan zijn achter de gruweldaden waarmee wij worden geconfronteerd. Een oplossing geeft dat niet, maar wel een ander en breder perspectief dan weerzin en wraak. En veranderingen beginnen altijd bij een andere blik op de werkelijkheid dan de gemakkelijkste en meest voor de hand liggende. Ook dat hoort bij het koninkrijk.