Mr. drs. Johan de Wit is onze voorganger. Hij is in Leiden en in Kampen opgeleid tot jurist en theoloog. Naar eigen zeggen heeft hij zijn theologische studie ervaren als een heel uitgebreide cursus algemene ontwikkeling.
De verbeelding waartoe de menselijke geest in staat is, blijft hem verwonderen en vanuit die verwondering spoort hij ons aan tot zelfonderzoek.
Alles begint en eindigt bij het kennen van jezelf en wat ons is overgeleverd uit de oude boeken en met name de leringen en uitspraken van Jezus helpen ons daarbij. Door het filter van de man uit Nazareth kunnen wij de wereld anders zien dan wij gewend zijn en dat is, aldus Johan de Wit, het grote geheim van religieus zijn.
De vrijzinnigheid is voor hem de enige geloofsrichting waarin het raadsel van de verhouding tussen God en mens en ons bestaan in deze wereld op een aanvaardbare en voorstelbare manier ter sprake gebracht wordt.
Kern van de overdenking
In Matteüs 10: 37 zegt Jezus tegen zijn toehoorders: Wie meer van zijn vader of moeder houdt, is mij niet waard. Dat is geen oproep om tegen je ouders te kiezen, maar een aansporing om de waarden die Jezus preekt niet te laten ondersneeuwen door het volgen van de traditionele patronen die je worden voorgeleefd.
Overdenking (eert uw vader en uw moeder)
Eert uw vader en uw moeder. Het is het vijfde van de tien geboden en het is één van de meest gebruikte en misschien ook wel misbruikte van de tien geboden. In onze tijd is het niet gemakkelijk om over dit gebod onbevangen na te denken, want iedereen heeft zijn eigen persoonlijke ervaringen met zijn of haar ouders. De herinneringen aan de ouders kunnen mooi zijn, maar ook moeizaam. Tussen ouders en kinderen bestaan ook ernstig verstoorde relaties. En los van de persoonlijke geschiedenis is er ook de geschiedenis van de samenleving waarvan wij deel uitmaken. Er is veel veranderd sinds de tijd dat dit gebod aan het volk Israël werd gegeven. Als ik kijk naar de manier waarop jonge ouders tegenwoordig met hun kinderen omgaan, komt bij mij wel eens op dat het vijfde gebod uit de ouddheid veranderd is in een gebod aan ouders: "aanbidt uw kinderen, geef ze in alles hun zin en koester de vermoeidheid die u daardoor overvalt." Maar dat is natuurlijk niet aardig gezegd, want deze ouders bedoelen het goed en als ze de draad kwijt raken kunnen ze bij talloze adressen voor gezinspastoraat terecht. Een kleine rondgang over het internet levert een overdaad aan gezins-en oudercoaching op.
Het is vandaag moederdag en dat heeft mede mijn keuze bepaald voor het bespreken van het vijfde gebod. In gezinnen die moederdag vieren staat de dag in het teken van verwennen van moeder. Ze krijgt meestal ontbijt op bed, cadeautjes en vrijstelling van huishoudelijke taken. De jongere kinderen maken op school vaak tekeningen en kleine geschenken voor moeder en ze krijgen een bloemetje.
Je kunt er een beetje cynisch over doen, want het is in onze tijd echt niet meer zo dat vrouwen vooral belast zijn met het huishouden en de verzorging van de kinderen. Dat zijn taken die nu vaak gedeeld worden door de vaders en de moeders gezamenlijk en het beeld van een moeder die zich voortdurend afslooft om het iedereen in het huishouden naar de zin te maken en daarvan één dag per jaar van bevrijd is, is dus wel een beetje verouderd. Overigens is het wel zo dat het vereren van moeders veel oudere papieren heeft dan onze moederdag. Moederdag of moedertjesdag vindt zijn oorsprong in het oude Griekenland. Daar werden niet zozeer de gewone moeders in het zonnetje gezet, maar ook de moedergodinnen waaronder Cybele en Rhea. En in de katholieke kerk staat de meimaand in het teken van de verering van Maria, de moeder van Jezus.
De seculiere moederdag is overgewaaid uit Amerika. Hier in Nederland begon de traditie voor het eerst rond 1925.
Moeders hebben veel kanten, vooral in mythen en sprookjes. De boze stiefmoeders van Sneeuwwitje en Assepoester, we kennen ze allemaal. De sprookjes hebben stiefmoeders in een kwalijke reuk gezet en mede daarom heten stiefmoeders tegenwoordig bonusmoeders. Deze bonusmoeders hoeven niet altijd een zegening te zijn en kunnen heksen zijn. Maar er is ook de liefdevolle bounusmoeder en moeder aarde die de mensheid voorziet van de vruchten en gewassen die nodig zijn. En Maria is natuurlijk ook de liefdevolle moeder die alles begrijpt, alles vergeeft en steeds troost biedt aan de mens die zich verlaten en eenzaam voelt.
Het oerbeeld van de vader is wat magerder dan dat van de moeder, maar sinds 1937 is in Nederland de vaderdag ingevoerd. Eerst werd het in oktober gevierd, maar sinds 1948 werd het volgens Wikipedia op aandrang van de Nederlandse Bond van Modedetaillisten op de derde zondag van juni gevierd. Ik herinner me uit mijn jongere vaderjaren dat ik dan altijd gereedschap kreeg. Moeder kreeg bloemen, vader een boormachine, zoiets. Het zegt iets over de beleving van de kinderen over het beeld van de ouders. Moeder staat aan de wieg van de tederheid en de liefde, vader aan de wieg van een technisch hoogstandje.
Dat kinderen hun vader en moeder eren is niet vanzelfsprekend. Terugdenkend aan de jaren zestig van de vorige eeuw komt bij mij op dat het eren van onze ouders voor ons jongeren toen absoluut geen vanzelfsprekende zaak was.
Onze ouders ervoeren wij vaak als ouderwets, fossielen in een veranderende cultuur waarin muziek en entertainment en leefstijl een ander gezicht kregen. Onze ouders gingen er niet in mee, en wij beschouwden hun ideeën als achterhaald en niet van belang.
Ze begrepen ons niet en wij wilden niet meer onder hun gezag staan. Andere traditionele gezagsdragers als rechters, leraren, dominees en ministers verloren ook hun autoriteit. Dat proces is steeds verder gegaan, onze samenleving is er een van de toenemend informele omgangsvormen. Onze minister-president wordt aan gesproken met zijn voornaam, maar ik kan me de tijd nog herinneren waarin ministers met excellentie werd aangesproken.
Dat is niet iets om lang bij stil te staan, want die informele omgangsvormen hebben op veel terreinen inhoudelijk niets veranderd aan de gezagsverhoudingen. Het mag dan zo zijn dat de ministers met hun voornaam kunnen worden aangesproken, uiteindelijk hebben zij het voor het zeggen als het gaat om belastingmaatregelen, het goed-of afkeuren van bouwplannen en de financieringvan het onderwijs. De manier waarop een land wordt geregeerd verandert door andere inzichten, niet door het overheersend tutoyement van jan en alleman.
In de wereld waarin de bijbel geschreven werd, waren de gezagsverhoudingen binnen het gezin en de familie volstrekt duidelijk. Kinderen waren zonder meer gehoorzaamheid verschuldigd aan hun ouders. In de bijbel wordt dit herhaaldelijk en bepaald niet zachtzinnig onderstreept. Het boek Spreuken staat er bol van. Opstand tegen ouders wordt streng veroordeeld en menigmaal met de doodstraf bedreigd. In het verlengde daarvan worden kinderen aangespoord om goed voor hun ouders te zijn. In het boek Tobit bijvoorbeeld, staat het volgende te lezen:
Toon eerbied voor je moeder, laat haar zolang ze leeft niet in de steek, doe wat haar vreugde geeft en bezorg haar nooit verdriet. Houd altijd voor ogen dat ze veel voor jou heeft moeten doorstaan toen ze je in haar schoot droeg (Tobit 4: 3-4)
Jezus Sirach besteedt er ook veel aandacht aan en komt daarbij met treffende vermaningen als:
Kinderen, wees je vader op zijn oude dag tot steun en doe hem geen verdriet zolang hij leeft. Als zijn verstand hem verlaat, heb dan begrip voor hem. Jij die nog al je kracht hebt mag niet op hem neerzien. Als je je over je vader ontfermt, wordt dat niet vergeten; zo bouw je weer op wat je misslagen hebben afgebroken.
Bij Sirach is sprake van het verlies aan verstandelijke vermogens in de ouderdom. Aan de andere kant is er natuurlijk het bekende idee dat de wijsheid komt met de jaren. Opvallend genoeg kom je dat in de bijbel echter weinig tegen. Het kan zijn dat dat zo vanzelfsprekend is dat dat niet uitdrukkelijk hoeft te worden vermeld. Maar de relatie tussen ouderdom en wijsheid is kennelijk wel een probleem, want ergens in het boek Job komen we een uitspraak tegen van een van de vrienden van Job waarin gezegd wordt: Niet de ouderdom maakt wijs, de jaren leiden niet vanzelf tot een juist oordeel. (Job 32: 8-9).
In het vijfde gebod wordt duidelijk geen verband gelegd met de wijsheid die men van een oudere generatie mag verwachten. Zeker in dit digitale tijdperk. Van oudsher waren het de ouders en grootouders die de gewoonten, gebruiken en vaardigheden doorgaven aan de jongeren en daarom respect verdienden en kregen. Maar in een tijd als de onze, waarin de ene technologische verworvenheid de andere met steeds grotere snelheid opvolgt, is dat heel anders geworden. Het zijn nu vaak de jongeren die ouderen de weg moeten wijzen als het gaat om het gebruik van mobieltjes en het internet. Mijn vrouw is oma en de kleinkinderen appen en bellen haar regelmatig. Ik was er een keer getuige van dat het mobieltje van mijn vrouw ging, zij de toets voor opnemen indrukte en de telefoon tegen haar oor hield. Daarop kwam de stem van de kleindochter een beetje dunnetjes door: oma, ik zie je helemaal niet. Het was even niet tot oma doorgedrongen dat video bellen iets anders is dan gewoon bellen of appen.
Ik denk dat de meeste mensen van nu het heel normaal vinden dat we goed voor onze ouders zijn als ze behoeftig worden, maar in de bijbelse tijden was dat niet zo normaal.
De zorg voor ouderen, die niet meer productief zijn, kon heel belastend zijn, het kostte de opvolgende generatie doorgaans meer dan het opleverde. Soms was er zelfs sprake van dat ouders gedwongen werden zichzelf of hun kinderen als slaven te verkopen. In 2 Koningen 4:1 beklaagt een weduwe zich bij de profeet Elisa. Haar man is gestorven, zij kan haar schulden niet meer betalen en nu zullen de schuldeisers haar kinderen als slaven meenemen. Bij Leviticus waar het gaat om het afkopen van een gelofte, wordt het nog erger. Tot je zestigste ben je als man vijftig sjekel waard, daarna nog maar vijftien. Als vrouw ga je van dertig naar tien sjekel.
Tegen deze achtergrond is het vervolg op het gebod, waarin een beloning voor het houden van het gebod om voor de ouders te zorgen in het vooruitzicht wordt gesteld, opmerkelijk. Want een lang leven in het land dat de Heer je geven zal, stond ver af van de harde realiteit, waarin veel mensen op voor onze begrippen veel te jonge leeftijd stierven. Men werd in het algemeen niet ouder dan zo’n jaar of veertig. Bijbelse commentatoren kunnen niet erg uit de voeten met dit tweede deel van het vijfde gebod. Je leeft echt niet langer door je vader en moeder te eren. God geeft je dan wel een gebod, maar hij verbindt er zijn zegen aan als je het gebod opvolgt. Dat is ongewoon voor de God van het OT, want hij mag er natuurlijk wel van uitgaan dat zijn schepselen ook zonder beloning zijn geboden wel zullen opvolgen. Maar hier was die aansporing kennelijk nodig omdat die zorg voor ouderen door hun kinderen in die tijd zeker niet als een natuurlijke verplichting van kinderen werd gezien. Zorgen voor de ouders vraagt om een extra inspanning en brengt een afweging mee tussen het eigenbelang en dat van de zorgbehoevende ouders.
Zo bezien was het eren van de vader en moeder ook in bijbelse tijden geen natuurlijk gegeven waar de kinderen van die ouders ogenschijnlijk geen problemen mee hadden. Maar hoe is het dan in onze tijd? Verdienen alle ouders de zorg van hun kinderen? Jeugdzorg is toevertrouwd aan de overheid. Gemeenten moeten zich met jeugdzorg bezighouden waar de ouderlijke zorg op de een of andere manier tekortschiet. Ik vind het veelzeggend dat de jeugdzorg voortdurend te kennen geeft dat het haar taken niet aan kan en er meer geld en personeel nodig is om die taken naar behoren uit te voeren. Betekent dit niet dat veel ouders falen in hun verzorgings- en opvoedingverplichtingen?
Er zijn ook ouders die het leven van hun kinderen hebben verpest. Er zijn daarnaast ouders die zo opgesloten zijn geweest in hun eigen stelsel van normen, waarden en tradities dat er geen ruimte meer was voor hun kinderen om een eigen weg te kiezen. We kennen de verhalen van homofiele kinderen die hun ouders hebben moeten verlaten omdat hun geaardheid door hun ouders niet werd geaccepteerd. We zijn vertrouwd met de boeken die moslim kinderen schreven over hun ontsnapping aan het verstikkende religieuze milieu van hun vader en moeder. In Matteüs 10: 37 zegt Jezus tegen zijn toehoorders: Wie meer van zijn vader of moeder houdt, is mij niet waard. Dat is geen oproep om tegen je ouders te kiezen, maar een aansporing om de waarden die Jezus preekt niet te laten ondersneeuwen door het volgen van de traditionele patronen die je worden voorgeleefd. En dit woord van Jezus staat dus heel ver af van die ouders die het vijfde gebod alleen maar hanteren om hun kinderen gehoorzaamheid af te dwingen zonder daar verantwoording over af te leggen.
Onze kleine behuizingen maken het onmogelijk om als grote families bij elkaar te blijven wonen. Ook is het zo dat de toegenomen mobiliteit van mensen ervoor gezorgd heeft dat kinderen vaak op grote afstand van hun ouders zijn komen te wonen. Deze factoren hebben ervoor gezorgd dat ouderen werden opgenomen in verzorgings- en verpleeghuizen. Voor die kinderen die hun ouders liefhebben, is dat vaak schrijnend, ze hebben er last van dat ze niet meer voor hun ouders kunnen betekenen dan een regelmatig bezoekje. Maar de economische realiteit overstijgt hun verlangens naar een meer liefdevolle omgang met hun ouders. Er zijn veel ouders die dat begrijpen. En zulke ouders zijn het waard om te eren. Om een lang leven te leiden in liefdevolle herinnering aan hen.