Mr. drs. Johan de Wit is onze voorganger. Hij is in Leiden en in Kampen opgeleid tot jurist en theoloog. Naar eigen zeggen heeft hij zijn theologische studie ervaren als een heel uitgebreide cursus algemene ontwikkeling.
De verbeelding waartoe de menselijke geest in staat is, blijft hem verwonderen en vanuit die verwondering spoort hij ons aan tot zelfonderzoek.
Alles begint en eindigt bij het kennen van jezelf en wat ons is overgeleverd uit de oude boeken en met name de leringen en uitspraken van Jezus helpen ons daarbij. Door het filter van de man uit Nazareth kunnen wij de wereld anders zien dan wij gewend zijn en dat is, aldus Johan de Wit, het grote geheim van religieus zijn.
De vrijzinnigheid is voor hem de enige geloofsrichting waarin het raadsel van de verhouding tussen God en mens en ons bestaan in deze wereld op een aanvaardbare en voorstelbare manier ter sprake gebracht wordt.
Kern van de overdenking
De mensen in het bootje zijn in nood en smeken om hulp van hun meester. Het is hun gebed om redding, zou je kunnen zeggen, maar in dit verhaal wordt gezegd dat niet het gebed om redding moet zijn waar je hulp ligt, maar dat het je houding moet zijn. En die houding wordt door Jezus gedemonstreerd door te blijven slapen temidden van al het geraas om hem heen.
Overdenking Zeist 22 oktober 2023 (bij Marcus 4: 35-41, de storm op het meer)
Je kunt dit wonderverhaal over het stillen van de storm op het meer heel verschillend opvatten. Het is mogelijk dat iemands persoonlijke vroomheid hen ertoe brengt om dit verhaal letterlijk op te vatten. Op zich hoeft dat niet te leiden tot een ongeloofwaardig verhaal waaraan men ten onrechte een goddelijke dimensie toevoegt. Want het meer in kwestie, het meer van Gennesaret, ligt heel diep, meer dan 200 meter onder de zeespiegel en het wordt omringd door de hoge flanken van de uitlopers van het Libanon-gebergte en de Syrische bergketen. Arabieren noemen dit meer, dat er gewoonlijk rustig en stil bij ligt, het Oog Gods. Maar het beeld van dat rustige meer kan ook bedriegen.
Na warme en aangename dagen kunnen er onvoorziene valwinden in het lagedrukgebied van het keteldal schieten, loodrecht op het wateroppervlak en die zwepen de golven op en maken het voor een boot uiterst moeilijk om temidden van hoogopspattende golven thuis te komen. Zo snel als zo’n storm opkomt, zo snel gaat hij ook weer liggen en even later ligt het meer er weer vreedzaam en rustig bij. Zo kan deze gebeurtenis hebben plaatsgevonden: voor mensen die in nood waren een wonder en voor iemand die dit afstandelijk beschouwt, een normaal natuurgebeuren.
In beide opvattingen de ene dat hier sprake is van een groot wonder en de andere dat het hier gewoon een speling van de natuur is waarvan verslag wordt gedaan, kom je niet veel verder met het duiden van wat Marcus hier aan het papier heeft toevertrouwd. Als je het verhaal psychologisch benadert. kom je dichterbij de onderliggende betekenis.
Er is van de kant van wat ik gemakshalve maar even noem klassieke theologen kritiek geuit op de psychologische benadering van de bijbelverhalen. Die psychologisering maakt volgens die kritiek van het geloof een uitlsuitend menselijke zaak en ontkent daardoor het bestaan van een god buiten ons die zich om zijn schepsels bekommert.
Ik vind dat die kritiek geen hout snijdt, omdat die van onjuiste vooronderstellingen uitgaat. Volgens de klassieke theologie is God almachtig en barmhartig, een liefdevolle bron van alle goeds en voortdurend in de weer met het onderhouden van zijn schepping.
Die god staat in die opvatting los van de natuur, maar is wel in staat om de natuurwetten te doorbreken en aldus wonderen tot stand te brengen. Die redenering is verre van logisch en ook innerlijk tegenstrijdig. Als God almachtig is en de mensen liefheeft, dan is niet te begrijpen waarom hij het laat gebeuren dat natuurrampen ons teisteren zonder van zijn almacht gebruik te maken. En als God liefde dan is niet te begrijpen dat hij het kwaad dat alle menselijkheid en mededogen vergiftigt, laat voortbestaan zonder in te grijpen. In zijn liefdevolle barmhartigheid zou hij alle rampspoed zonder meer kunnen verhinderen.
Maar de god van de klassieke theologie grijpt niet in en hij blijft zwijgen als de gebeden om verlossing tot hem opstijgen. Er zijn wel degelijk krachten buiten ons om aan het werk, de kosmos is er een sprekend voorbeeld van, maar die krachten hebben niet de kenmerken van liefde en barmhartigheid. De natuur is blind en het kwaad woekert overal.
Als ik de bijbelverhalen psychologisch probeer te duiden, dan doe ik geen enkele afbreuk aan het geloof dat mensen erop na kunnen houden. Het geloof, ook het kleine geloof, is een geesteshouding van de mens, een houding die hem ertoe in staat stelt om het onvermijdelijke te kunnen aanvaarden en te dragen. Dieptepsychologisch gezien is het een toestand van de ziel die het een mens mogelijk maakt om de stormwinden een halt toe te kunnen roepen en zijn rust en kalmte te bewaren als het in hem raast en dondert. De psychologie van de bijbelverhalen maakt het geloof niet overbodig, maar verdiept dat op het menselijke vlak.
Waardoor het de mens mogelijk wordt gemaakt om in de confrontatie met zichzelf de goede beslissingen te nemen voor het bewaren van zijn zielerust.
De symbolische lezing van de bijbelteksten verheldert de zin, de richting en de conflicten die zich in de menselijke ziel afspelen. Want de symbolen die je daar aantreft zijn algemeen menselijk en komen daarom in alle religies, religieuze verhalen, mythen en legenden voor. Om de bijbelse teksten zo te begrijpen als ze zijn bedoeld, moet je de symbolen die daarin voorkomen serieus nemen.
Omdat de teksten algemeen menselijk zijn en in die zin tijdloos zijn, zijn ze toegankelijk voor iedere hoorder, lezer of verteller. Maar ze werken pas echt goed als men zich de werking van die symbolen in het eigen bestaan bewust wordt. Het persoonlijke bestaan, met al zijn vervulling, met al zijn kwellingen en angsten maar ook met zijn bevrijding en welzijn, dat persoonlijke bestaan wordt verhelderd door de bijbelse boodschap. Dat doet aan het belang van theologie niets af, het voegt er een dimensie aan toe. Ik blijf er daarom bij dat de enige manier om de actualiteit van de bijbel en van Jezus te ervaren. de symbolische lezing is en de menselijke ervaring die daaraan ten grondslag ligt, tot je innerlijk laten doordringen.
Maar gaan we nu terug naar de onderliggende symbolische betekenis van dit verhaal.
Allereerst is het nodig om je te realiseren dat voor de antieken de zee en het water niet zomaar een gewoon onderdeel van de natuur waren, maar een symbool voor de gevaren die ons kunnnen bedreigen. Je kunt niet zien wat zich onder de oppervlakte van het water of de zee bevindt, en in de oude mythologiën zijn de zeeëen en de meren dan ook de verblijfplaatsen van monsters en gevaarlijke wezens die je naar het leven kunnen staan. In psychologische zin zijn de wateren schuilplaatsen van de onbeheerste aandriften van de mens. Onder het zeeoppervlak gaan onzekerheid en angst schuil. Het verhaal over Petrus die niet over het water kon lopen omdat hij zijn onbewuste angst niet kon beheersen, is er een ander bijbels voorbeeld van.
Ons eigen hart kan soms als de deinende zee zijn. In dat hart kunnen onbewuste drijfveren en onbeantwoorde vragen naar de soms onbegrijpelijke wisselvalligheden van het lot ons in de greep krijgen. Het onbewuste is altijd bij ons, hoezeer wij dit ook willen ontkennen of vermijden. De wateren van de ziel kunnen ons van slag brengen en daar gaat dit verhaal dan ook over. De mensen in het bootje zijn in nood en smeken om hulp van hun meester. Het is hun gebed om redding, zou je kunnen zeggen, maar in dit verhaal wordt gezegd dat niet het gebed om redding moet zijn waar je hulp ligt, maar dat het je houding moet zijn. En die houding wordt door Jezus gedemonstreerd door te blijven slapen temidden van al het geraas om hem heen.
Het kan gebeuren dat er in ons zelf een storm losbreekt. We voelen ons bedreigd in ons bestaan, we lijken de controle over ons leven te verliezen en het maakt ons angstig. De oorzaken van wat ons angstig maakt. kunnen verschillend zijn en allerlei gedaanten aanemen. Je kunt je zelfvertrouwen verliezen omdat je het gevoel hebt dat je tekortschiet in het vervullen van de taken die je in je werk zijn opgedragen. Je kunt bang zijn voor de operatie en de ziekenhuisopname die je te wachten staan. Je kunt misschien ook vertwijfeld raken omdat je niet meer kunt rondkomen en je bestaanszekerheid in gevaar komt. Je kunt bang zijn voor de bestendigheid van je relatie met een eertijds geliefde. Houdt zij of hij nog van mij en hoe zit het met mijn eigen gevoelens?
Wij, in deze tijd, zoals wij hier zijn, hebben te maken met oorlogsgeweld en wraakacties buiten onze eigen leefwereld. En wat we zien aan oorlogsgeweld en wraakgevoelens van volken tegen hun naburige volken, de haat die heerst waar begrip zou moeten zijn en de vernietigingsdrang waar eerbied voor het leven zou moeten zijn, het verontrust ons hart en in ons innerlijk worden wij heen en weer geschud tussen hoop en vrees.
En behalve hoop en vrees is er ook weemoed om alles wat hierdoor verloren gaat. We kunnen ons nog wel herinneren over wat er jarenlang geschreven werd over Europa. Goed, er was nog wel veel mis in het verenigd Europa, maar dat verenigde Europa bracht ons toch al meer dan zeventig jaar vrede en zou niet toestaan dat de verschrikkingen van de twee wereldoorlogen in de twintigste eeuw zich ooit weer zouden herhalen. Nooit meer oorlog in Europa, daar was iedereen het over eens en het leek erop dat dit ook bewaarheid zou worden.
De droom van een lange en altijddurende vrede in Europa is wreed verstoord door de inval in Oekraïne door de soldaten van Poetin. Verder weg, maar toch wel dichtbij Europa, is er nu de oorlog in het Midden- Oosten waarvan we moeten afwachten of die zich uitbeidt naar andere gebieden. Het Midden-Oosten is al tientallen jaren een bron van onlusten en strijd, maar zo erg als het nu is, zo wreed en hartverscheurend als de strijdenden nu tegen elkaar tekeer gaan, dat was nog niet aan de orde en dat had ook niemand verwacht.
De roerselen in ons binnenste die het gevolg zijn van al die gebeurtenissen om ons heen maken ons onzeker en menigeen voelt zich niet meer veilig en wordt bang. Maar het verhaal dat ik las over de storm op zee wil zeggen dat het van groot belang is om de angst voor wat komen kan niet alles overheersend te laten worden.
Wanneer we - zoals met de figuur van de slapende Jezus in de boot - trachten innerlijk tot rust te komen zullen de golven gaan liggen en zal de wind luwen. Wanneer mensen zich in hun eigen diepte bedreigd voelen door de machten die buiten hen zijn ontketend, zijn zij geneigd om om hulp van buitenaf te roepen en zouden ze advies willen hebben over wat er tegen het gevaar te doen valt.
Maar het Evangelie zegt: er zijn situaties waarin er in de grond niets valt te doen. En dan is het zaak om te leren hoe je midden in de storm tot vrede komt. Dat is het waar het in je leven op aan komt.
Het gaat erom om in je eigen geest de overkant van de oever te vinden, daar waar het rustig is en je de boot die met de ondergang werd bedreigd, voor anker kunt laten gaan. De vaste grond die wij zoeken, is niet buiten ons te vinden, maar in onszelf en die vaste grond is beslissend voor onze gemoedstoestand.
De gevaren die ons leven van buiten binnenvallen en ook weer verdwijnen, daarop hebben wij geen doorslaggevende invloed. Er zijn vormen van redding die niet te voorzien zijn maar toch af en toe plaatsvinden. Daarop kun je hopen en daarin kun je de rust vinden om de vrede in je hart te koesteren en te onderhouden. Om die rust niet te verliezen, is de voornaamste kunst en het eigenlijke wonder van ons geestelijk leven Wat in onszelf gebeurt en hoe wij staan tegenover de wisselvalligheden van het lot, daarin valt de beslissing voor ons bestaan.
God zal ons niet redden door een spectaculaire ingreep van buitenaf. Wat ons redt en wat ons doet leven is het stille geloof aan de rust die de ziel ons kan geven, de rust die de storm kalmeert en ons bootje dichterbij de oever brengt.
In het aangezicht van de machteloosheid die je overvalt bij het zien en horen van alle ongerechtigheid, kun je niets anders doen dan je kalmte bewaren en hopen dat de wal het schip keert. Soms moet alles erger worden voordat zich een keer ten goede voordoet. Daarop kun je hopen. In alle rust en kalmte en zonder angst, de angst die nooit iets anders brengt dan nog meer vertwijfeling en nog meer onrust.