Mr. drs. Johan de Wit is onze voorganger. Hij is in Leiden en in Kampen opgeleid tot jurist en theoloog. Naar eigen zeggen heeft hij zijn theologische studie ervaren als een heel uitgebreide cursus algemene ontwikkeling.
De verbeelding waartoe de menselijke geest in staat is, blijft hem verwonderen en vanuit die verwondering spoort hij ons aan tot zelfonderzoek.
Alles begint en eindigt bij het kennen van jezelf en wat ons is overgeleverd uit de oude boeken en met name de leringen en uitspraken van Jezus helpen ons daarbij. Door het filter van de man uit Nazareth kunnen wij de wereld anders zien dan wij gewend zijn en dat is, aldus Johan de Wit, het grote geheim van religieus zijn.
De vrijzinnigheid is voor hem de enige geloofsrichting waarin het raadsel van de verhouding tussen God en mens en ons bestaan in deze wereld op een aanvaardbare en voorstelbare manier ter sprake gebracht wordt.
Kern
Terugkijkend op wat het kerstkind ons in zijn volwassenheid en daarna heeft nagelaten, komt vooral in de kersttijd de vraag in je op waar wij ons bevinden tegenover het licht dat door de geboorte van Jezus is verbeeld. Hoeveel er misschien ook ten goede is veranderd, met de houding van geleefde menselijkheid die dat verhaal ons voorleeft, zijn we nog steeds niet genoeg vertrouwd.
Volledige tekst
Lukas beschrijft het geboorteverhaal van Jezus als een pastoraal tafereel met een stal, een groep herders en een tere maagdelijke moeder met haar kind. In de kerstviering doen wij net alsof dit alles werkelijk zo is gebeurd en voeren wij het verhaal op als een dichterlijk impressie, in allerlei variaties en met allerlei zelfbedachte vormen en wendingen. Het geboorteverhaal van Jezus als een mooie en ontroerende vertelling is heel geliefd, stemt ons mild en is een belangrijk traditioneel gebeuren geworden. En waarom zou dat ook niet zo zijn? Het verhaal is heel simpel en menselijk en in het verhaal gaat het om de geboorte van een kind en juist dat spreekt ons heel direct aan.
De Evangelist Lukas heeft het geboorteverhaal van Jezus in onovertroffen eenvoud en schoonheid verbeeld. Jozef en Maria, een jong echtpaar dat door het lot getroffen wordt en uiteindelijk gezegend wordt met het meest bijzondere kind dat de christelijke geschiedenis kent. Wie zou niet in dit verhaal kunnen geloven zonder ook maar één gedachte te wijden aan de vraag of het echt zo gebeurd is?
Toen het kindeke Jezus eenmaal volwassen was geworden, heeft hij als verlosser, als wonderdoener en als wijsheidsleraar grote indruk gemaakt. Jaren na zijn dood schreven Evangelisten als Lukas zijn levensverhaal op en natuurlijk omgaven zij zijn geboorte met wonderlijke en onverklaarbare gebeurtenissen. Jezus was een buitencategorie vergeleken bij de gewone mensen en het kon niet anders zijn dan dat bovenaardse machten aan de wieg van deze mens hadden gestaan.
Zo vertelt de bijbel het verhaal. Maar de bijbel is geen geschiedenisboek. De bijbel spreekt altijd in beelden om daarmee te verwijzen naar wat in ons diepste innerlijk leeft en als je kennis neemt van de manier waarop de bijbelschrijvers dit deden, overvalt je een gevoel van grote bewondering voor de geraffineerde eenvoud waarmee zij hun verhalen vorm gaven. In het kerstverhaal gaat het ogenschijnlijk om een klein verhaal van kleine mensen. Maria en Jozef zijn geen prinses en geen koningszoon. Op bevel van een keizer die ze nooit hebben gezien reizen ze met schamele transportmiddelen (een ezel) af naar een stad die geen plaats voor ze maakt. Uiteindelijk wordt hun onder de moeilijkst denkbare omstandigheden een kind geboren dat later als Jezus van Nazareth miljoenen mensen in de ban van zijn gedachtengoed zal brengen.
Maria is als maagd het symbool van de meest zuivere geestesgesteldheid die een mens kan hebben. Jozef is in zijn berusting dat hij de vader niet is evenzeer het toonbeeld van een zuivere geest die het mysterie van deze geboorte aanvaardt zonder dat op enigerlei manier te betrekken op de trots of frustratie die hem als echtgenoot in zijn cultuur zou toekomen. Alles in de beleving van de zwangerschap van Maria door dit echtpaar wijst al vooruit naar een totaal andere gedachtengang dan gebruikelijk was. Tenslotte ziet het kind het levenslicht in een stal, de verblijfplaats van dieren en dus ook volkomen anders dan wat in de leefwereld van mensen gebruikelijk is. Lukas wil de lezer met zijn schildering van deze beelden erop voorbereiden dat een totale omwenteling van het normale , van het oude en vertrouwde zal plaatsvinden. Die totale omwenteling heeft zich ook gemanifesteerd in de mens die het kindeke Jezus later is geworden en wij, ook wij verlichten, worstelen nog altijd met de vragen die hij over ons en ons menszijn heeft opgeworpen. Deze dingen leven in ons voort zonder dat wij ons daarvan bewust rekenschap geven en het is de verklaring voor het feit dat wij dit onwaarschijnlijke verhaal van kerst nog altijd zo van ganser harte vieren.
Terugkijkend op wat het kerstkind ons in zijn volwassenheid en daarna heeft nagelaten, komt vooral in de kersttijd de vraag in je op waar wij ons bevinden tegenover het licht dat door de geboorte van Jezus is verbeeld. Het antwoord daarop is niet gemakkelijk te geven, maar je kunt wel zeggen dat ons leven nog steeds niet de vorm heeft gekregen die dat licht ons heeft willen verschaffen. Wij zijn nog altijd niet genoeg vertrouwd met de houding van geleefde menselijkheid die ons verder zal brengen naar vrede, harmonie en innerlijke vrijheid.
In de tijd waarin Lukas zijn Evangelie schreef, zaten de mensen opgesloten in familieverbanden, machtsstructuren en religieuze praktijken die offers van de mensen vroegen om hun zondigheid tegenover God weg te nemen. Een door angst geregeerde samenleving die het individu als bron van waarheid en vrijheid niet erkende. Lukas, terugkijkend op het leven van Jezus, begreep dat de man van Nazareth dit patroon van angst en onderdrukking wilde doorbreken door menselijkheid en dat was een houding die licht zou brengen in het donkere bestaan van velen. Hij begreep ook dat dat niet zonder slag of stoot zou gaan: niet voor niets voert hij de wijze Simeon ten tonele die tegen Maria met het kind in haar armen zegt: Weet wel dat velen in Israël door hem ten val zullen komen of juist zullen opstaan. Hij zal een teken zijn dat betwist wordt en zelf zult u als door een zwaard doorstoken worden. Zo zal de gezindheid van velen aan het licht komen.
Het zijn profetische woorden geweest, wij weten dat uit de geschiedenis. Maar het zijn ook woorden die voor een deel nog opgeld doen voor ons verlichte mensen. Er is het een en ander ten goede veranderd, maar er is ook nog veel aandacht nodig voor de boodschap van het kerstkind. Voor Jezus bestond de enige vorm van ware godsdienst in menselijkheid. In naam van God hief hij alle scheidslijnen tussen mensen op. Paulus formuleerde dit scherp toen hij schreef: Hier is noch Jood noch Griek, hier is noch slaaf noch vrije mens, hier is noch man noch vrouw; want jullie zijn allen één in Christus Jezus. (Galaten 3: 28). Het is nodig dat wij ons daarop richten, niet alleen met kerst maar altijd, zoals Maria dat deed volgens Lukas: Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken.