Mr. drs. Johan de Wit is onze voorganger. Hij is in Leiden en in Kampen opgeleid tot jurist en theoloog. Naar eigen zeggen heeft hij zijn theologische studie ervaren als een heel uitgebreide cursus algemene ontwikkeling.
De verbeelding waartoe de menselijke geest in staat is, blijft hem verwonderen en vanuit die verwondering spoort hij ons aan tot zelfonderzoek.
Alles begint en eindigt bij het kennen van jezelf en wat ons is overgeleverd uit de oude boeken en met name de leringen en uitspraken van Jezus helpen ons daarbij. Door het filter van de man uit Nazareth kunnen wij de wereld anders zien dan wij gewend zijn en dat is, aldus Johan de Wit, het grote geheim van religieus zijn.
De vrijzinnigheid is voor hem de enige geloofsrichting waarin het raadsel van de verhouding tussen God en mens en ons bestaan in deze wereld op een aanvaardbare en voorstelbare manier ter sprake gebracht wordt.
Kern
Ons eigen leven is een doorgaand gesprek tussen onze hoop en verwachtingen en wat het leven van ons vraagt. Religie is de verbinding die je maakt als je de mysteriën van het bestaan aanvaardt en je met je ego instemt met het feit dat die mysteriën er zijn. Het leven wil iets van ons en ons ego kan dat aan als we het gezonde zelfgevoel in ons toelaten.
Preek
Bijbeltekst: Matt. 28: 16-20
Een opbeurend bericht in de krant begin maart: aan Hifikepunye Pohamba is de Mo Ibrahimprijs toegekend voor het feit dat hij als president van Namibië het land goed heeft geleid, welvaart heeft gebracht en op vreedzame manier na zijn ambtstermijn is afgetreden.
Dat een Afrikaanse president doet waarvoor hij is gekozen - zijn volk dienen op de best mogelijke manier - is zo bijzonder, dat het een speciale prijs waard is. Mo Ibrahim is een Brits-Soedanese miljardair, die een beloning van vijf miljoen dollar in het vooruitzicht stelde aan Afrikaanse leiders die niet zichzelf, maar de publieke zaak dienen. De prijs zou jaarlijks worden uitgereikt, maar bij gebrek aan kandidaten is dit al enige jaren niet gebeurd. Nelson Mandela was de laatste winnaar vóór Pohamba.
We zijn gewend aan Afrikaanse leiders die, zodra ze de macht hebben, er alles aan doen om de wetten zo te veranderen dat ze hun hele leven lang kunnen aanblijven; ze installeren direct al hun familieleden en vriendjes op belangrijke posten en maken de pers in hun land monddood. Schendingen van mensenrechten zien ze als noodzakelijk om aan de macht te blijven. Mugabe is een huiveringwekkend voorbeeld van dit soort machtsmisbruik en ongebreidelde zelfverrijking. Ook buiten het Afrikaanse continent zijn er voorbeelden in overvloed van alleenheersers die hun macht uitsluitend aanwenden voor de bevordering van hun eigen belangen en het volk waarvoor ze verantwoordelijk zijn volkomen aan hun deerniswekkende en uitzichtloze bestaan overlaten.
Macht is de grote verleider van mensen die alleen hun eigen meerdere glorie voor ogen hebben. Als een tegenmacht ontbreekt, groeien deze machthebbers al snel uit tot meedogenloze heersers, tot nietsontziende onderdrukkers die schaamteloos hun eigen belangen nastreven. Abraham Lincoln zei: als je het karakter van iemand wil leren kennen, moet je hem macht geven
Ook in het OT wordt gewag gemaakt van machtsmisbruik door de eerste grote koning van Israël, koning David. David laat zijn oog vallen op Batseba, de vrouw van een van zijn legeraanvoerders, de Hettiet Uria. David geeft zijn opperbevelhebber Joab opdracht om Uria in de komende slag tegen de Ammonieten op te stellen op de plaats waar het hevigst wordt gevochten en hem geen rugdekking te geven. Uria vindt aldus de dood en David kan diens vrouw Batseba tot zich nemen. Maar hij wordt ter verantwoording geroepen door de profeet Natan en zijn straf is het verlies van de eerstgeboren zoon van Batseba. De tweede zoon van Batseba zou de latere grote koning Salomo worden. De profeten in het OT vervullen vaak de rol van tegenwicht tegen de absolute macht van de koning. In onze tijd moet de gekozen volksvertegenwoordiging die rol vervullen tegenover de regeerders van het volk.
Verkeerd en kortzichtig gebruik van macht komt zo vaak voor, dat het de norm lijkt voor machthebbers. Macht is daardoor een woord geworden waaraan we meestal een ongunstige betekenis verlenen. Managers staan maar zelden in de volksgunst en daar zijn goede redenen voor. Behalve parlementaire enquêtes lijken ze niet zoveel tot stand te brengen.
In het bijbelgedeelte dat ik las, zegt Jezus dat hem alle macht is gegeven en daar kijk je van op. Hier is een mens aan het woord dat in alles wat hij doet of zegt naar medemenselijkheid op zoek is, maar dan zegt hij op het laatst tegen zijn discipelen dat hem alle macht toebehoort. En daarna beveelt hij ze om uit gaan en onder alle volken zijn leer te verbreiden.
Zo'n autoritaire boodschap detoneert op het eerste gezicht, vergeleken met de overige inhoud van het Evangelie. Ook het zendingsbevel past eigenlijk niet in het beeld dat de Evangeliën op andere plaatsen van Jezus neerzetten. We zien hem niet als een zieltjeswinner, een ijveraar voor de verbreiding van zijn leer. Alleen dat laatste woord al, zijn "leer" is iets dat je wantrouwig maakt. Maar vooral: hoe moeten we hier de uitspraak "mij is alle macht gegeven" begrijpen?
Ik heb het al vaker gezegd: het levensverhaal van Jezus, zoals dat in het NT is geboekstaafd, staat model voor de reis die een mens in geestelijk opzicht moet doormaken. De reis begint met het verlaten van het vertrouwde nest en je gaat op pad, met een doel of een eindbestemming voor ogen. Tijdens die weg kom je beproevingen tegen en die kunnen zo ernstig zijn dat je er geestelijk gezien aan sterft. Maar als je die crisis te boven bent gekomen, dan is dat te vergelijken met een wedergeboorte. Je staat op en je leeft geestelijk gezien op een hoger niveau dan voorheen.
De machtsuitspraak van Jezus wordt gedaan na zijn opstanding. Na de crisis van de kruisiging is hij opgestaan en leeft hij nog dichter bij de vader dan voorheen. Die vader staat voor de bron van alle leven en van de bestemming die dat leven in zich draagt. Hoe dichter je bij die bron komt, hoe meer macht je hebt over jezelf en de processen die tussen jou en je leefwereld plaatsvinden. In die processen ben je twee dingen tegelijk; zowel een op zichzelf staande persoon als een onderdeel van de hele mensheid. Je bent én individu én vertegenwoordiger van dat mensdom.
Als je de bereidheid hebt om dichtbij het leven zelf te blijven, om je over te geven aan alles wat dat leven brengt, dan omarm je de vader als bron van alle zijn. Klinkt simpel, maar is in de praktijk een heel moeilijke opgave. Jezus heeft dit proces van het begin af aan doorlopen heeft alle stadia van het leven inclusief de crisis en de opstanding daarna doorlopen en kan daarna in het spoor van de wensen van de vader zeggen dat hij alle macht heeft.
In feite gaat het bij die macht om verbinding. Vanuit je ego maak je verbinding met de grote ruimte om je heen. Je vermijdt de pijn en de strijd om het bestaan die in die omgeving aan de orde van de dag zijn niet, maar je laat de emoties die dat in je oproept toe. Die emoties kunnen heel lastig zijn en je in de war brengen, maar als je ze durft te onderkennen blijf je verbonden met het grotere geheel en maakt het je tot onderdeel van het onvoorspelbare dat in ieder leven zit.
Het begrip ego heeft in ons spraakgebruik niet zulke beste papieren. Het hebben van een ego zien we vaker als een probleem dan als een zegen. Mensen met grote ego's, we zien ze vaak als egoïstisch of zelfzuchtig. Maar dat hoeft niet per se zo te zijn. Als iemand een gezond ego heeft, dan betekent dat dat hij goed in zijn vel zit en zelfvertrouwen heeft. Een zelfvertrouwen dat maakt dat hij iets kan bereiken en in staat is om contact met anderen te maken. Het zelf, een ander woord voor ego, is een belangrijke eigenschap voor het verwerven van het gevoel dat je deel hebt aan de wereld om je heen en je het leven aankan.
Dat zelf is niet alleen gereedschap waarmee je het leven van alledag kunt leven, het is ook een spier van de verbeelding. de verbinding tussen het zichtbare en het onzichtbare leven. Het werkt heilzaam in op de ziel, de geest en het lichaam.
Als zo'n effectief zelfgevoel ontbreekt, moet iemand vaak hard werken om dat te krijgen of te herkrijgen. En maar al te vaak mondt dat werken dan uit in een schijn ego, een ego dat niet geworteld is in een gezond zelfgevoel, maar in onzekerheid. De bluffers, de haantjes, de hansworsten met de verhalen over hun grote daden, zij zijn de beklagenswaardige wezens die het contact met hun echte zelf kwijt zijn. Sommigen zijn in staat om de verbinding met dat gezonde zelf weer tot stand te brengen, anderen lukt het hun hele leven lang niet meer.
Het ego, het besef van onszelf, is een van de dingen die ons maakt tot wie wij zijn. Het is een essentieel onderdeel van het menselijk leven. Hoe ziet dat ego er in de ogen van Evangelist uit als hij de figuur van Jezus beschrijft? Welk zelfbesef demonstreert Jezus in zijn woorden en daden? Een ding valt heel erg op en dat is de voortdurende verwijzing door Jezus naar de hemelse vader. Hij eert zijn hemelse vader in alles wat hij doet en zegt.
Het gaat hier niet om een simpele opvatting over een vader in de hemel. De vader van Jezus is een grote macht in de aard van de dingen, een kracht die het bestaan doordringt en de gever van alle leven is. Dat leven heeft op zijn beurt ook weer moederlijke aspecten. Het is nog niet zo heel lang geleden dat de rol van de vader in onze cultuur aan kritiek onderhevig was en de rol van de moeder is daarom sterker benadrukt dan vroeger het geval was. Maar misschien is de tijd nu gekomen om het vaderlijke in ons bestaan wat meer aandacht te geven dan voorheen.
Het vaderbeeld is miljoenen jaren oud. In de oude verhalen staat de vader vaak voor een hogere macht die het leven van zijn kinderen onverwachte en niet altijd even aangename wendingen geeft. Het zijn vaak de handelingen van de vaders die van beslissende invloed zijn voor wat zijn familie overkomt. Alle grote mythologieën zien de vader als een beslissende factor, als een kracht die de achtergrond vormt van de bestemmingen die het leven te bieden heeft.
Als Jezus tot zijn vader bidt, dan wendt hij zich tot een hogere macht die hem naar zijn bestemming drijft. Hij aanvaardt dat dat op een vaak onnavolgbare manier gebeurt. Wij maken dat ook mee in ons eigen leven. Ons eigen leven is een doorgaand gesprek tussen onze hoop en verwachtingen en wat het leven van ons vraagt. Religie is de verbinding die je maakt als je de mysteriën van het bestaan aanvaardt en je met je ego instemt met het feit dat die mysteriën er zijn. Het leven wil iets van ons en ons ego kan dat aan als we het gezonde zelfgevoel in ons toelaten.
Dat is voor mij de betekenis van de uitspraak "mij is alle macht gegeven". Degene die deze woorden heeft neergeschreven heeft daarmee tot uitdrukking willen brengen dat macht hier het vermogen is om het leven te omarmen en de durf te hebben om in de stroom van dat leven te staan. Dicht bij de hemelse vader als bron van alle zijn.