Mr. drs. Johan de Wit is onze voorganger. Hij is in Leiden en in Kampen opgeleid tot jurist en theoloog. Naar eigen zeggen heeft hij zijn theologische studie ervaren als een heel uitgebreide cursus algemene ontwikkeling.
De verbeelding waartoe de menselijke geest in staat is, blijft hem verwonderen en vanuit die verwondering spoort hij ons aan tot zelfonderzoek.
Alles begint en eindigt bij het kennen van jezelf en wat ons is overgeleverd uit de oude boeken en met name de leringen en uitspraken van Jezus helpen ons daarbij. Door het filter van de man uit Nazareth kunnen wij de wereld anders zien dan wij gewend zijn en dat is, aldus Johan de Wit, het grote geheim van religieus zijn.
De vrijzinnigheid is voor hem de enige geloofsrichting waarin het raadsel van de verhouding tussen God en mens en ons bestaan in deze wereld op een aanvaardbare en voorstelbare manier ter sprake gebracht wordt.
Kern van de overdenking
Religie, de religie die wij nog hebben zou ik haast zeggen, bepaalt ons bij onszelf en wat wij in ons innerlijk aantreffen om te verbeteren, te stimuleren en te onderhouden.
Overdenking Zeist 21 oktober 2018 (overgangen)
Een eeuwenoude legende geeft een gebeurtenis weer uit de kinderjaren van Jezus. Volgens die legende speelt Jezus met zijn vriendjes en ze kneden kleine vogeltjes van klei. Het bijzondere is dat het vogeltje van Jezus natuurlijk werkelijk kan vliegen. Wel een beetje sneu voor zijn vriendjes, want hun vogeltjes konden hun vleugeltjes niet bewegen en bleven in klei geboetseerd aan de grond. Hoe die vriendjes hebben gereageerd, dat komen we niet te weten, maar dat was ook de bedoeling van dit oude verhaaltje niet. Het bijzondere van Jezus als zoon van God moest hiermee worden aangetoond.
De legende is eeuwenoud en zou in onze tijd niet meer bijdragen aan de overtuiging dat Jezus de zoon van God was. Want in de loop van de tijd is er veel veranderd in de christelijke geloofsovertuiging. Het is nu herfst, een typische overgangsfase, de overgang van de zomer naar de winter en het bracht me op de gedachte dat we met onze geloofsovertuigingen ook een beetje in de herfst leven. Veel van het klassieke christendom is verdwenen en we staan op de drempel van een nieuw tijdperk waarin de oude geloofsopvattingen onder kritiek staan en nieuwe wegen worden verkend om de idealen van dat christendom vaste grond onder de voeten te geven.
Die kentering in opvattingen en overtuigingen over God en Jezus is overigens nog niet zo heel oud. Vooral in de laatste decennia van de vorige eeuw gingen steeds meer mensen twijfelen aan het waarheidsgehalte van wat de kerk ze leerde over de bijbel als het onfeilbare en enige woord van God en ze keerden zich af van de leerstelligheden over die God en zijn eniggeboren Zoon. Meer en meer kom je de gedachte tegen dat Jezus een charismatische Joodse rabbi moet zijn geweest waaromheen legendevorming is ontstaan en de Evangeliën alleen historisch betrouwbaar zijn waar het gaat om de wijsheid in de uitspraken van deze rabbi.
Dat is nog niet overal zo. Er zijn nog heel veel christenen die zo’n gedachte fel verwerpen en de formulering van God, Jezus en de Heilige Geest als onderdelen van de heilige drie-ëenheid, de trinitarische formule in theologentaal, als absoluut waar en onaantastbaar zien. Geformuleerd in de vijfde eeuw na Christus en nog altijd het anker van de geloofsbeleving in veel christelijke kerken. Maar dat anker is gaan krabben en in grote lagen van de bevolking leeft dit allemaal niet meer.
De zoon van God is een mens van vlees en bloed geworden. Maar de belangstelling voor hem is ook in deze tijd, die ik als een overgangstijd zie waarin het oude afsterft en het nieuwe nog moet ontstaan, onverflauwd gebleven. Het mag dan zo zijn dat de mensen in grote aantallen de kerk de rug hebben toegekeerd en de kerkdeur achter zich in het slot hebben getrokken, Jezus is niet eenzaam en alleen achtergelaten in het verlaten kerkgebouw. Integendeel, in allerlei gestalten komt hij weer tevoorschijn en weet hij mensen weer te inspireren tot het verbreiden van zijn gedachten zoals die ons zijn overgeleverd in de Evangeliën. Opgaan, blinken en verzinken, misschien is het van toepassing op het christendom, maar dat geldt niet voor de mens Jezus.
Hier en daar kom je de uitroep wel tegen: de kerk is niks, maar Jezus is prima! Het geeft aan hoezeer zijn leven en lering nog steeds tot de verbeelding van veel mensen spreekt. Bewegingen die zich ten doel stellen om veranderingen in bestaande instituten te realiseren, zien Jezus als hun grote voorbeeld en naargelang hun doelen of idealen zien zij hem als revolutionair, een voorloper van het Marxisme, een profeet die duidelijke politieke keuzes heeft gemaakt en een bestrijder van maatschappelijk onrecht. In feministische kringen ziet men hem wel als de voorvechter van de verbetering van de positie van de vrouw. In andere ogen is hij een psychotherapeut, een genezer van de ziel. Jezus is dan vooral in psychologische zin een bevrijder. Hij verlost ons van onze angsten en beklemmingen.
Een verleden dat aan zeggingskracht heeft ingeboet, een heden dat nog niet eenduidig in beeld gebracht kan worden en een toekomst die onzeker is, ook en vooral in de wereld buiten de religie hebben we er mee te maken. In de achttiende en de negentiende eeuw ontstond in brede kring de gedachte dat het menselijk verstand in staat was om een land van melk en honing voor iedereen te creëren. De meeste kaarten werden daarbij gezet op wetenschap, techniek en economische groei. Zij zouden ons allemaal tot welvarende en dus vredelievende mensen maken. En er is ook heel veel uitgevonden.
In heel korte tijd. Vanaf mijn jongensjaren tot nu, heb ik de opkomst van de televisie meegemaakt, de introductie van de eerst de telex en daarna de fax. Nog weer wat later de komst van de mobiele telefonie en vervolgens de meest adembenemende ontwikkeling: die van het digitale tijdperk. Contact via internet, de mail en allerlei handige appjes om overal waar je bent je over van alles te informeren. Op afstand schakel je de verwarming van je huis in en stel je nog even het koffieapparaat in voor het tijdstip waarop je wakker wordt.
Dat is toch wel iets om je over te verwonderen. En al die uitvindingen hebben ons leven er een stuk gemakkelijker op gemaakt. Maar niet alle verwachtingen die we van die nieuwe dingen koesterden, zijn uitgekomen. Toen de televisie werd ontwikkeld, dachten beleidsmakers dat die grote volksdelen ontwikkeling en emancipatie zou brengen. We zouden allemaal meer kennis en beschaving krijgen door de wonderen van de beeldbuis.
Dat die beeldbuis uiteindelijk vooral een middel tot volksvermaak en het verspreiden van commerciële reclame zou worden, dat voorzag niemand. Maar het is wel gebeurd. Dat het internet in handen zou komen van een klein aantal supergrote ondernemingen met balanstotalen waarbij de begrotingen van kleine landen in het niet vallen, voorzag ook niemand. Ook had niemand gedacht dat het verkeer via internet voor een groot deel besteed zou worden aan het beledigen van elkaar en het neersabelen van personen.
Die dingen maken je onzeker. In de tijd waarin wij nu leven zijn er veel mensen die het gevoel hebben dat ze de regie over hun leven niet meer helemaal in de hand hebben. Daardoor is er veel cynisme. Veel mensen zijn het vertrouwen kwijt in politici, bedrijven, banken, ons staatsbestel en ook: kerken. Nederland, zo las ik ergens, schijnt het meest onkerkelijke land te zijn van alle landen.
Het Jodendom, de Islam en het Christendom, oorspronkelijk waren het godsdiensten die hun religieuze verbeelding zagen als de enige en ultieme van God gegeven waarheid. God had zich geopenbaard in het geven van regels en wetten en als je die wetten opvolgt, komt het wel goed met je. Dat geloof – een God die van buitenaf mensen en profeten allerlei regels heeft gedicteerd – is in West-Europa en zeker in Nederland grotendeels verdwenen.. Wij weten inmiddels dat geloof in belangrijke mate samenhangt met de verbeeldingskracht van onze menselijke geest.
Maar het is kortzichtig om dan ook alle religie maar meteen als nutteloos en overbodig af te doen. Want wat in de bijbelse verbeelding over God en mens wordt uitgedrukt, heeft te maken met onze levenservaringen. Het leven is op zijn tijd echt wel moeizaam, onoverzichtelijk en slecht hanteerbaar, en als mens heb je in die tijden behoefte aan wat de religieuze geschriften ons te zeggen hebben over de toestand van onze ziel.
Veel van wat de bijbel ons daarover vertelt is wijs en zinvol. In onze wereld van vandaag zijn nog steeds veel goede dingen, maar er staan ook heel wat seinen op rood. En dat werpt de vraag op waar we eigenlijk heen willen. Wat voor wereld ons voor ogen staat en voor welk soort wereld wij ons willen inzetten. Daarover lopen de meningen sterk uiteen, het enige zekere dat we hebben is een grote onzekerheid en het is juist die onzekerheid die vraagt om bezinning.
Voor die bezinning is het goed, zeker in deze overgangstijd, ons in herinnering te brengen wat de bijbel daarover te zeggen heeft. Want als je tot je laat doordringen wat de diepere betekenislaag is onder de verhalen in de Evangeliën, dan gaat het in die verhalen niet om het behalen van resultaten op technisch of economisch gebied, maar om het nastreven van een houding. Een houding die gericht is op het heden en niet blijft hangen in een verleden dat niet meer bestaat. Jij, zo leren deze verhalen ons, jij leeft nu.
In dat nu hangt het van je eigen innerlijk af hoe je toekomst zich ontvouwt, alle vindingen van techniek en wetenschap daargelaten. Zie dus niet om in nostalgie, maar ga staan op de plek die je hebt en kijk van daar onbevangen en zonder angst naar de manier waarop je zelf met het heden omgaat. Als wij blijven klagen over de omstandigheden buiten ons en geen aandacht schenken aan de toestand van ons innerlijk, schieten wij niet op, maar verliezen wij het leven zelf.
Religie, de religie die wij nog hebben zou ik haast zeggen, bepaalt ons bij onszelf en wat wij in ons innerlijk aantreffen om te verbeteren, te stimuleren en te onderhouden. Naar een woord van Jezus: wat baten je alle bezittingen als je het belangrijkste bezit, je ziel, in dat proces bent kwijtgeraakt? Verwar wat je bent niet met wat je hebt, maar ga te rade bij de betekenis die je wilt geven aan jouw leven en dat van de anderen om je heen. Er is geen andere weg dan die van betrokkenheid op je medemensen. Het verhaal van jezus zoals wij dat nu verstaan, is het verhaal dat God zich niet inmensen maar door mensen laat zien.
De wereld is niet verlost door een God of zijn Zoon die zich eenmalig hebben geopenbaard. De wereld is ook helemaal nog niet bevrijd van fouten, misdaden tegen de menselijkheid en onderdrukking van schuldeloze mensen. De berichten daarover komen dagelijks bij ons binnen en wij kunnen er vanuit onze eigen kleine leefwereld maar weinig tegen doen.
Maar binnen die kleine leefwereld kunnen wij wel een houding ontwikkelen die het oog gericht houdt op onze medemens in alles wat we doen.
Ook als de tijd waarin je leeft onoverzichtelijk en verwarrend is en je geen idee hebt van wat de toekomst brengen gaat, die kleine kring waarin je leeft is het begin van de bevrijding van de kringen daaromheen. Daar het geloof in behouden, dat is een opgave van alle tijden en het is niet te hoog gegrepen, het behoort tot de mogelijkheden van ons menszijn.