Mr. drs. Johan de Wit is onze voorganger. Hij is in Leiden en in Kampen opgeleid tot jurist en theoloog. Naar eigen zeggen heeft hij zijn theologische studie ervaren als een heel uitgebreide cursus algemene ontwikkeling.
De verbeelding waartoe de menselijke geest in staat is, blijft hem verwonderen en vanuit die verwondering spoort hij ons aan tot zelfonderzoek.
Alles begint en eindigt bij het kennen van jezelf en wat ons is overgeleverd uit de oude boeken en met name de leringen en uitspraken van Jezus helpen ons daarbij. Door het filter van de man uit Nazareth kunnen wij de wereld anders zien dan wij gewend zijn en dat is, aldus Johan de Wit, het grote geheim van religieus zijn.
De vrijzinnigheid is voor hem de enige geloofsrichting waarin het raadsel van de verhouding tussen God en mens en ons bestaan in deze wereld op een aanvaardbare en voorstelbare manier ter sprake gebracht wordt.
Het Paasverhaal waarmee wij zijn vertrouwd, gaat over afscheid, lijden, sterven en weer opstaan. Jezus neemt afscheid van zijn discipelen, lijdt aan het kruis, sterft en staat weer op. Een trits van gebeurtenissen die in deze tijd waarin een dodelijk virus rondwaart, een bijzondere betekenis krijgt.
Zonder te hebben vermoed dat dat zou gebeuren, hebben mensen afscheid moeten nemen van hun dierbaren. Zonder te hebben gedacht dat dit hen zou overkomen, zijn mensen opgenomen in ziekenhuizen om daar op de intensive care donkere tijden te moeten doormaken. Zonder dat we daar ooit bij hebben stilgestaan, is er een einde gekomen aan het normale bestaan en is het dagelijkse leven bevroren doordat we ons niet vrijelijk meer kunnen bewegen, niet meer kunnen gaan en staan waar we wilden op de manieren waaraan wij gewend waren.
Het overkomt ons, we hebben geen zekerheden over de afloop van dit alles en we klampen ons vast aan deskundigen die moeten toegeven dat zij ook niet kunnen voorspellen hoe het verder zal gaan. Wat blijft, dat is de aanvaarding dat het maakbare leven niet zo maakbaar is als we dachten. En de berusting in het onvermijdelijke: dit gaat over, maar hoe en wanneer weten we niet, we zullen het, zo goed en zo kwaad als het lukt, moeten ondergaan.
Hoe vier je in deze tijd dan het paasfeest? Pasen gaat over lijden, dood en opstanding, over de dood die niet het einde is. Maar onze dood is wel het einde en de vraag is of Pasen dan nog iets te zeggen heeft.
Dat heeft het wel als je bedenkt dat Pasen niet gaat over de geschiedenis van een mens die stierf en weer opstond, maar over een geestelijk proces dat wij nu doormaken. In dat proces gaat het erom dat wij de kracht die de geest ons kan geven, blijven herkennen als de stem die zegt: wat er ook gebeurt, wat je ook overkomt, je hebt je geestkracht die onkwetsbaar is en die geestkracht maakt dat je in de crisis standvastig blijft en daarna weer kunt opstaan. Iedereen op zijn eigen wijze, dat wel, maar altijd in de wetenschap: wat er ook gebeurt, ik heb mijn geest en mijn gevoel en dat is wat mij helpen kan ook als het leven onvoorspelbaar en zwaar is. En ik kan ook een beroep doen op de anderen om mij heen die ook weten dat de geest uiteindelijk kan overwinnen wat onverslaanbaar lijkt.
Die geest en dat gevoel: we kunnen het meemaken in de gemeenschap die wij zijn. Laat het ons troost en sterkte geven in deze bange dagen.