Mr. drs. Johan de Wit is onze voorganger. Hij is in Leiden en in Kampen opgeleid tot jurist en theoloog. Naar eigen zeggen heeft hij zijn theologische studie ervaren als een heel uitgebreide cursus algemene ontwikkeling.
De verbeelding waartoe de menselijke geest in staat is, blijft hem verwonderen en vanuit die verwondering spoort hij ons aan tot zelfonderzoek.
Alles begint en eindigt bij het kennen van jezelf en wat ons is overgeleverd uit de oude boeken en met name de leringen en uitspraken van Jezus helpen ons daarbij. Door het filter van de man uit Nazareth kunnen wij de wereld anders zien dan wij gewend zijn en dat is, aldus Johan de Wit, het grote geheim van religieus zijn.
De vrijzinnigheid is voor hem de enige geloofsrichting waarin het raadsel van de verhouding tussen God en mens en ons bestaan in deze wereld op een aanvaardbare en voorstelbare manier ter sprake gebracht wordt.
Kern van de overdenking
Het koninkrijk van Jezus ligt in het hier en nu. Maar het is niet statisch, het moet zich ontwikkelen in een proces dat wordt gedomineerd door liefde, medemenselijkheid en radicale openheid. In het rijk dat Jezus voor ogen stond wordt niet meer gediscrimineerd, verdwijnen grenzen tussen mensen en worden tegenstelingen tussen maatschappelijke groepen en klassen overbrugd
Pinksteroverdenking Zeist 9 juni 2019
Lukas doet in Handelingen 2 verslag van de eerste vergadering van de volgelingen van Jezus, die, veelal uit Galilea, zouden zijn teruggekomen naar Jeruzalem. Het is u bekend: de volgelingen van Jezus zitten bij elkaar, uit de hemel komt een geluid als van een hevige windvlaag en vlammen zette zich als vuurtongen op hen neer. En ze begonnen te spreken in vreemde talen omdat ze vervuld waren van de HG.
Pinksteren is het christelijke feest dat om dit verhaal heen is gebouwd. Maar wat in het verhaal wordt verteld, staat heel erg ver af van wat wij als voorstelbaar en geloofwaardig kunnen zien. De reactie van theologen is dan om de tekst te interpreteren en te duiden op een manier die de komst van de HG onaangetast moet laten omdat de bijbel daarover spreekt. Ik heb dat in het verleden ook gedaan. Ik heb Handelingen 2 symbolisch uitgelegd, psychologisch geduid en langs de lat van de historische kritiek gelegd. Ik ben zelfs wel eens zo ver gegaan om het een plaats te geven in het metafysische, een wereld buiten de onze die we ons niet kunnen voorstellen.
Maar al die interpretaties, ze bevredigen me nog steeds niet en ik heb daarom besloten om het niet meer in die richting te zoeken. Het verhaal blijft ongeloofwaardig, wat je ook doet om het enigszins begrijpelijk te maken. Ik vind het veel vruchtbaarder om stil te staan bij de vraag: hoe komt het toch dat we steeds voor waar willen houden dat de HG eens in het verleden is uitgestort over een groepje volgelingen van Jezus?
Het is allemaal begonnen in de vierde eeuw na christus, na het concilie van Nicea dat plaatsvond in 325 na christus. De kerkvaders ontwierpen toen de triniteitsleer, de leer van de drieënige God. Deze god bestond uit de Vader, de Zoon en de HG. Maar God bestond niet uit drie personen, want Jezus en de HG waren één van wezen met God de vader, de schepper van hemel en aarde. Het door hen geformuleerde dogma van de drievuldige God kwam erop neer dat de Vader god was, Jezus god was en de HG god was. Maar niet drie goden, één, want alle drie waren ze één van wezen.
Dit triniteitsdogma, ontwikkeld door kerkvaders, heeft geen basis in het Nieuwe Testament. Het NT spreekt wel van de Vader, de Zoon en de Geest, maar nooit als drie wezens ineen. Het creëren van een Christus die wezensgelijk is aan God, is een onbijbelse denkoefening.
Ik zou urenlange colleges kunnen vullen met het bespreken van alles wat door de vroege kerkvaders in opdracht van hun keizers is bediscussieerd en hoe dat uiteindelijk heeft geleid tot het dogma van de drie-eenheid, maar daar is het nu natuurlijk niet de plaats of de gelegenheid voor. Om te begrijpen wat ik hierna ga zeggen is het goed om vast te houden dat de drie-eenheid de HG ten onrechte ziet als God zelf.
Ten onrechte, want het dogma maakt daardoor een onderscheid tussen de HG en de menselijke geest en dat is ook de oorzaak van het feit dat wij nog steeds in verwarring zijn zodra we het hebben over de geest. Maar het is een kunstmatig onderscheid waarvoor de bijbel geen grond geeft. Zeker, in de bijbel wordt Gods geest aangeduid met het woord ruach voor wind, adem of suizen. Grijpbaar en toch niet grijpbaar, onzichtbaar en toch machtig, van levensbelang zoals de lucht die je inademt, vol energie als de wind, de storm, dat is de geest.
In het OT wordt daarmee niets anders bedoeld dan de levende kracht die van God uitgaat en onzichtbaar zijn werk doet in de mens en in de wereld. In het NT is het de geest die ons dichterbij God brengt en die geest gaat waarheen hij wil. Die geest, die van God uitgaat, die werkt echter niet alleen in de christenheid, maar in de hele wereld.
En dat is precies mijn punt. Door de HG als een god te zien die zich alleen manifesteert aan volgelingen van christus, misken je dat die geest door de schepper in ons is gelegd als de levende kracht die mensen inspireert, levensprocessen stuurt en de drijvende kracht is achter alles wat in de schepping leeft. Daarom moeten we af van de klassieke Pinksteren theologie en ons concentreren op de geest waarvan alle mensen de drager zijn. Het was die geest die Eva in het paradijs nieuwgierig maakte naar de betekenis van het verbod om kennis van goed en kwaad te verwerven, te eten van de verboden vrucht en daarmee de geestelijke evolutie van de mens in gang te zetten.
De geest in de mens heeft wetenschappers al sinds onheuglijke tijden gefascineerd. Descartes meende dat er een kloof is tussen geest en lichaam, maar sinds enige eeuwen bestaat de overtuiging dat geest en lichaam elkaar beïnvloeden en op elkaar inwerken. In de neuropsychologie gaat men ervan uit dat alles in de hersenen gebeurt en van daaruit alles te verklaren valt. Het boek Wij zijn ons brein van Dick Swaab werd een regelrechte bestseller. Maar daar is de werking van de geest nog niet mee verklaard. Wij kunnen de werking van de geest niet afdoende met neurologische processen uitleggen, want je kunt wel vaststellen welk plekje oplicht in een hersengedeelte als een mens jaloers is, creatief is of inspannend denkwerk verricht, maar je weet niet wat er echt gebeurt. Het doet een beetje denken aan de situatie waarin je ’s nachts voor een groot gebouw staat waarvan maar twee ramen zijn verlicht. Je ziet achter die ramen wel wat bewegen en er moet dus activiteit gaande zijn, maar wat precies…geen idee.
De menselijke geest is een raadsel. Iedereen gebruikt het woord wel eens, maar wat de geest precies is, we weten het niet. Wat we wel weten, dat is dat de kracht van de geest enorm kan zijn en een mens door geestkracht kan overwinnen wat schier onoverwinnelijk leek. En dat brengt mij op de mens die Jezus was. Een historische figuur die tegen een aantal mensen die hem willen volgen zegt: ik ben er straks niet meer, maar ik zend je de geest.Met andere woorden: blijf leven maar mijn geest en handel ook zo.
En merkwaardig genoeg wist die geest van de Nazarener zich steeds weer door te zetten. Ondanks falende mensen en instituten. Keizers, dictators, machtsbeluste pausen, duistere inquisiteurs, fanatieke theologen, ze zijn niet in staat geweest om die geest te breken. De navolging van Jezus, het zoeken naar de christus-idee in de mens zelf, het heeft steeds weer mensen gemotiveerd om door alle eeuwen heen en onder allerlei omstandigheden de bestaande verhoudingen en vooroordelen te doorbreken en de idealen van naastenliefde en mededogen voor de arme en de onderdrukte ernstig te nemen.
Tot op de dag van vandaag is die geest levend gebleven. Bij talloze mensen is het geloof levend gebleven dat het mogelijk moet zijn om te leven naar de hoogste waarden, en idealen niet los gelaten moeten worden. Het verlangen naar een rechtvaardige wereld is gebleven en via de geest zet het aan tot protest tegen onrechtvaardige verhoudingen en uitbuiting van medemensen.
Wij, zoals wij hier bijeen zijn, wij zijn de erfgenamen van het gedachtegoed van de mens Jezus, en wat hij ons heeft voorgeleefd, heeft onze levenshouding gestempeld. Veel van wat over hem gezegd of geschreven is, zien wij door de bril van de moderne mens die niet alles aanneemt wat hem als waar of onfeilbaar wordt aangereikt. Wij zijn kritisch over het waarheidsgehalte van de overleveringen over zijn leven en sterven, wij houden er zelfstandige meningen op na over wat een goed leven is en ons beeld wordt bepaald door persoonlijke ervaringen en inzichten. Want ons denken staat niet stil, het ontwikkelt voortdurend nieuwe gezichtspunten en ideeën.
Niettemin zijn wij er nog steeds van doordrongen dat het koninkrijk waar Jezus over sprak, betreden moet worden en in stand moet worden gehouden. Het koninkrijk van Jezus ligt in het hier en nu. Maar het is niet statisch, het moet zich ontwikkelen in een proces dat wordt gedomineerd door liefde, medemenselijkheid en radicale openheid. In het rijk dat Jezus voor ogen stond wordt niet meer gediscrimineerd, verdwijnen grenzen tussen mensen en worden tegenstelingen tussen maatschappelijke groepen en klassen overbrugd. Hij was een wijsheidsleraar die een alternatief gaf voor de impasse die tussen mensen kan bestaan als zij zich opsluiten in hun overtuigingen en oordelen. Hij wilde ons inspireren tot een levenshouding die de weg die wij bewandelen door de kracht van de geest begaanbaar maakt voor alle mensen.
Wij hebben Pinksteren niet nodig als het om deze dingen gaat. De schepper heeft ons uitgerust met de geestelijke vermogens om de inzichten en levenslessen uit het Evangelie te modelleren en te kneden tot heling en genezing van degenen die dat nodig hebben. Laten we vanuit dat beginsel leven in de gemeenschap die wij vormen.