Mr. drs. Johan de Wit is onze voorganger. Hij is in Leiden en in Kampen opgeleid tot jurist en theoloog. Naar eigen zeggen heeft hij zijn theologische studie ervaren als een heel uitgebreide cursus algemene ontwikkeling.
De verbeelding waartoe de menselijke geest in staat is, blijft hem verwonderen en vanuit die verwondering spoort hij ons aan tot zelfonderzoek.
Alles begint en eindigt bij het kennen van jezelf en wat ons is overgeleverd uit de oude boeken en met name de leringen en uitspraken van Jezus helpen ons daarbij. Door het filter van de man uit Nazareth kunnen wij de wereld anders zien dan wij gewend zijn en dat is, aldus Johan de Wit, het grote geheim van religieus zijn.
De vrijzinnigheid is voor hem de enige geloofsrichting waarin het raadsel van de verhouding tussen God en mens en ons bestaan in deze wereld op een aanvaardbare en voorstelbare manier ter sprake gebracht wordt.
Kern van de overdenking
De oude verhalen zijn niet dood. Ze spreken ons, dat blijkt ieder jaar weer met de kerstdagen, na al die eeuwen nog steeds aan en ze leren ons dat ook in ons, moderne mensen die wij zijn, nog steeds die gevoeligheid bestaat voor het geheim van onze afkomst, de zin van ons bestaan en onze door alles heen diep gevoelde behoefte om te ontsnappen aan de greep van het oppervlakkige alledaagsheid.
Overdenking Kerst Zeist 2018 (de spiritualiteit van kerst)
Als je nadenkt over het kerstfeest en alles wat daaromheen hangt, dringt zich de vraag aan je op: wat is nu eigenlijk de spirituele factor van kerst, wat is het dat mensen prikkelt en stimuleert om zich in deze tijd van het jaar een beetje anders te gedragen dan de rest van het jaar?
Niet alle mensen hebben rond kerst hetzelfde kerstgevoel. Er is verschil in spirituele richtingen, verschil in kerstgevoel, zo kun je het ook zeggen. Het kerstgevoel van de consument is heel specifiek en er is een enorme marketingindustrie rond dat kerstgevoel ontstaan. Het gaat om lekker eten, cadeaus, kerstdecoraties, kerstbomen en kerstversieringen die je in tuincentra kunt kopen, overal in winkels café ’s en restaurants hoor je kerstmuziek, eindeloos veel kerstfilms en de hele middenstand maakt overuren om met de kerst alle wensen van de consument te vervullen. Er zijn overal kerstmarkten, de lijst van evenementen rond de kerst is eindeloos lang en het leger des heils produceert honderden liters soep en koffie voor de behoeftigen.
Reclamemakers zijn maanden voor de feestdagen al in de weer om met spotjes en advertenties mensen naar de supermarktketens te lokken. Meestal wordt er een heel blik bekende Nederlanders opengetrokken om ons via melancholieke kerstgevoelens naar hun winkels te trekken. Het script is ieder jaar weer een beetje hetzelfde. Er moet gevoel in zitten, saamhorigheid en uiteraard een copieuze kerstdis in een overdadig versierd huis.
Ik reken mezelf niet tot de mensen die dat allemaal hoofdschuddend aanzien en kritiek hebben op het doorgeslagen consumentisme. Als vrijzinnig denkend mens hanteer ik het beginsel van leven en laten leven en als het voor grote groepen mensen hun lust en hun leven is om rond de kerst groots uit te pakken met alles wat aan aardse goederen wordt voortgebracht, dan heb ik daar helemaal geen last van. Bij mij thuis is de woonkamer, zij het dan een beetje sobertjes, tenslotte ook versierd met lichtjes en dennentakken en waarom ook niet? Het voelt een beetje geforceerd aan om in deze dagen dan opzettelijk niks aan kerst te doen en in een onversierde woonkamer te zitten omdat je per se geen consumerende burger wilt zijn.
Maar de vraag komt wel bij je op wat nou eigenlijk de religieuze of dieper liggende lading is van deze feestdagen. Ook daar zijn er grote verschillen in beleving. Je mag er van uit gaan dat in de orthodoxe kerken de nadruk ligt op de komst van de Zoon van God, die ons zal verlossen. Hoe dat daar gevierd wordt, onttrekt zich aan mijn waarneming, want ik kom niet op die vieringen. Kan ik ook niet komen, want ook de vrijzinnigheid heeft kerstdiensten, diensten die wel traditioneel moeten zijn, maar toch heel vrijzinnig en dus weer niet zó traditioneel. Dit leidt soms tot wonderlijke experimenten van voorgangers. Ik ken een voorganger die de vrijzinnige kerstdienst ooit opluisterde met heavy metal muziek in plaats van de vertrouwde kerstliederen. Het leek hem een geweldig idee om dit zo te doen, maar de kritiek die hij daarop kreeg, heeft hem nog maanden lang licht depressief gemaakt. Zo moet het dus kennelijk nou ook weer niet.
Ik ben ook eens te gast geweest bij een rooms-katholieke kerstmis in Maastricht. In de St Servaaskerk. Daar maakten ze er een echte voorstelling van. Het begon met de intrede van het schutterskorps.
Limburgers hebben iets met verkleedpartijen en de schutters waren prachtig uitgedost met ouderwetse pofbroeken, brede leren riemen over hun wambuizen en grote pluimen op hun helmen. Daarna kwam de gouverneur (bij ons de commissaris van de Koning) binnen en kon de mis beginnen. Drie priesters in mooie gewaden die allerlei rituelen uitvoerden en daarin bijgestaan werden door misdienaren, ook mooi uitgedost en onophoudelijk zwaaiend met wierookvaten. Wierook ruikt overigens niet lekker, de geur is nogal scherp en slaat op je keel. Misschien is dat de reden dat de preken van rooms-katholieke priesters vaak zo kort zijn.
Het schouwspel was mooi, maar het raakte me niet echt. Misschien zat mijn protestantse aard me in de weg, maar in ieder geval ………… het was mooi en indrukwekkend, maar het gevoel van samen iets bijzonders beleven, dat was afwezig.
Dat was een tiental jaren heel anders toen we nog in de buurt van Epe woonden. Met mijn schoonouders hadden we afgesproken om de kerstnacht naar de bossen te gaan omdat daar bij de schaapskooi een kerstwake werd gehouden met zang van de bekende liederen. Het was een frisse, maar heldere nacht en eerst moesten we een lang bospad aflopen om op de plaats van de schaapskooi te komen. Gaf niet, want we waren met velen. En tegen de kou hadden we thermosflessen met glühwein bij ons.
Ik vergeet het nooit meer. We stonden met velen onder een heldere sterrenhemel bij de schapen en we zongen alle vertrouwde kerstliederen met begeleiding van een gitaar en een trommeltje. Er was geen techniek, geen podium, geen groot beeldscherm en geen geluidsversterking, wat er tot stand kwam werd door ons, al die mensen in de kou, zelf gebracht. En in die eenvoudige setting, te midden van wildvreemde mensen, kwam een echt kerstgevoel bij me binnen. De mysterieuze kracht van het samenzijn deed daar zijn werk en ik denk er nog vaak in verwondering aan terug. Verwondering omdat er niets ingewikkelds was geregeld, het ging alleen maar om een willekeurige groep mensen die door het bos was gelopen om bij een schaapskooi te komen zingen onder het koude verre uitspansel. En dat heeft me op een bijzondere manier geraakt. Dat was echt een spirituele kerst.
Wat Lucas en Mattheüs over de geboorte van Jezus schrijven, is ontsproten aan de verbeeldingskracht van mensen. Bij Lukas is het plaatje pastoraal: herders, engelen, een stal met een kribbe. Bij Mattheüs ligt het accent iets anders, daar gaat het vooral om de komst van een koning, een vredevorst, die direct na zijn geboorte belaagd wordt door de heersende koning en moet vluchten naar Egypte. De legende over de drie wijzen uit het Oosten past heel goed in die setting. Ook deze oude vertelling is een prachtig voorbeeld van wat de menselijke verbeeldingskracht ons aan inzichten brengt.
De vertelling is dan ook volkomen symbolisch. Goud, wierook en mirre zijn geen cadeautjes voor een kind, het zijn de gaven die aan elk mens worden meegegeven bij zijn komst op aarde. Het goud belichaamt zijn goddelijke oorsprong die een stoffelijk lichaam aanneemt, de mirre verwijst naar het lijden op aarde en de wierook symboliseert de verlossing daaruit door toewijding aan het goddelijke. Drie geschenken die de komst op aarde, het stoffelijk leven op aarde en de terugkeer en het bereiken van een hoger bewustzijns niveau symboliseren.
Onze werkelijkheid is heel anders dan die van de antieke mens. Het leven van de mens in de oudheid en ook nog vele eeuwen daarna, stond in het teken van overleven. Hoge kindersterfte. Mislukte oogsten of natuurrampen en droogte brachten direct hongersnood en ziekte teweeg. De medische kennis die wij hebben, is pas na de middeleeuwen goed ontwikkeld en onze agrarische industrie produceert zoveel voedingsmiddelen dat er een groot overschot van is. Het lijden door honger of ziekte is, vooral in onze Westers cultuur, geen bedreiging meer voor ons overleven, het is een randverschijnsel geworden. Onze levensomstandigheden worden niet meer bepaald door de goedgunstigheid van goden of een ene en almachtige God, maar grotendeels door ons zelf.
Ons leven is zo op het oog oneindig veel gemakkelijker dan dat van de mens in de oudheid en de middeleeuwen daarna. Zo op het oog, want een gemakkelijker leven veroorzaakt ook een hoop leed. Het overkomt ons nog steeds. Onze pas afgestudeerden gaan veelal aan de slag in veeleisende banen bij grote concerns, met het vaste voornemen om door hard werken zoveel mogelijk geld te verdienen en daarmee zo spoedig mogelijk te gaan rentenieren. Maar wat gebeurt er in de praktijk? Op hun 35stehebben ze hoge hypotheken, schoolgaande kinderen, huizen in buitenwijken waar je minstens twee auto’s per gezin nodig hebt en het gevoel dat het leven niet de moeite waard is zonder dure buitenlandvakanties. En wat zouden ze daaraan moeten doen? Terug naar vroeger, toen de mensen wortels opgroeven om zich in leven te houden, dat gaat niet. Dus verdubbelen ze hun inspanningen en ploeteren ze verder, maar in hun hart knaagt er iets, iets dat te maken heeft met de vraag: wat is de zin van dit alles, wat is de betekenis van mijn leven?
Voor de symboliek van de oude verhalen zijn we ongevoelig geworden. Wetenschappelijke inzichten hebben de wereld ontdaan van goden, geesten en spoken en het bestaan onttoverd. Materieel gezien hebben we het goed, maar aan het geestelijk welbevinden ontbreekt er iets en dat gevoel, het gevoel dat we iets zijn kwijtgeraakt, blijft knagen. De grote vragen, de vragen waarom we hier op aarde zijn en wat het doel daarvan zou kunnen zijn, ze blijven vrijwel onbesproken.
Religie verbindt ons met die vragen. Religie geeft ons aandacht voor wat niet kan worden verklaard en geeft ons met gewijde teksten, rituelen, gebruiken en gewoontes een ander venster om door te kijken dan wat de wetenschap en het verstand ons kan bieden. Religie brengt ons op mystieke wijze dichter bij het onverklaarde, het geheim achter alle dingen. Daarom doen mensen aan religie en de religieuze mens vaart er wel bij. Vooral als hij zijn religieuze zoektocht samen met anderen onderneemt. Niet logisch te verklaren, maar o zo voelbaar en ervaarbaar.
De oude verhalen zijn niet dood. Ze spreken ons, dat blijkt ieder jaar weer met de kerstdagen, na al die eeuwen nog steeds aan en ze leren ons dat ook in ons, moderne mensen die wij zijn, nog steeds die gevoeligheid bestaat voor het geheim van onze afkomst, de zin van ons bestaan en onze door alles heen diep gevoelde behoefte om te ontsnappen aan de greep van het oppervlakkige alledaagsheid. Laten we het onthouden. Niet alleen rond de kerst, maar ook de dagen daarna.