Mw. drs. Addy Manneke

Addy Manneke is geboren en opgegroeid in Yerseke (Zeeland). In Driebergen volgde ze aan de Academie 'De Horst' de opleiding cultureel werk. Daarna studeerde ze sociale wetenschappen (andragologie) aan de UvA in Amsterdam. 

Ze werkte in verschillende functies in vormingswerk op Kerk en Wereld en onderwijs, als agoog aan de huisartensenopleiding van de VU, en als stafdocent in het hoger beroepsonderwijs (lerarenopleiding) van de Hogeschool van Utrecht. 

 

In de jaren negentig rondde ze de studie theologie af aan de Hogeschool Holland in Diemen en was ze voor twee dagen per week verbonden aan de Walkartgemeenschap in Zeist. Daarna bleef ze werkzaam als gast-voorganger in verschillende afdelingen van Vrijzinnigen Nederland. Haar overdenkingen gaan meestal over actuele thema`s, waarbij ze oude bijbelverhalen verbindt met eigentijdse persoonlijke en maatschappelijke problemen en met literatuur en filosofie.

 

Sinds 1986 schreef ze vier boeken over uiteenlopende onderwerpen, eerst op haar vakgebied (agogiek en ethiek), later ook op basis van eigen ervaringen: Hart van slag (over boezemfibrilleren, 2005) en De bewuste stiefmoeder(2009). In 2012 verscheen Krasse Dames, een boek met levensverhalen van oudere sterke vrouwen.

 

Ze is getrouwd en moeder, stiefmoeder en grootmoeder.


Wie het weet mag het zeggen, Opening seizoen 2014-15

7 september 2014 door mw. drs. Addy Manneke

 

Stellingen die 2 weken vantevoren waren verspreid: 

  1. Een mens gelooft wat hij wil geloven                                          
  2. God is een realiteit voor mij                          
  3. Bidden heeft zin
  4. God is Iemand die mijn/ons leven leidt
  5. Er is een persoonlijk voortbestaan na de dood
  6. De bijbel geeft aanwijzingen voor mijn dagelijks leven
  7. De bijbel verduidelijkt de wezenlijke vragen van ons bestaan
  8. Als alleen wetenschap tot kennis leidt dan is er geen basis meer voor spiritualiteit/religie
  9. Als geloofsgemeenschap heb je een maatschappelijke verantwoordelijkheid
  10. De zondagse religieuze samenkomsten van de geloofsgemeenschap zijn essentieel voor mij

 

Moment van stilte

 

Nemen wij dan nu een moment van stilte

Word je bewust van je ademhaling

Vertel God, of welke term u ook wilt gebruiken,

eerlijk hoe het met je gaat

hoe het met je gesteld is

en als God op geen enkele manier een aanspreekbare identiteit voor u is

zeg het dan in stilte tot jezelf

hoe het met je gaat

hoe het met je gesteld is

 

Psalm I van Leo Vroman

 

Systeem!Gij spitst geen oog of baard

en draagt geen slepend kleed;

hij die in U een man ontwaart

misvormt U naar zijn eigen aard

waar hij ook niets van weet.

 

Systeem, ik noem U dus geen God,

geen Heer of ander Woord

waarvan men gave en gebod

en wraak wacht en tot wiens genot

men volkeren vermoordt.

 

Systeem! Lijf dat op niets gelijkt,

Aard van ons hier en nu,

ik voel mij diep door U bereikt

en als daardoor mijn tijd verstrijkt

ben ik nog meer van U.

 

moge het zo zijn. Amen

 

Zingen:

Lied 5 : alle verzen (Morning has broken)

 

 

Inleiding op het thema

 

Voor deze openingsdienst wilde ik uiteraard graag het thema `wie het weet mag het zeggen’ als uitgangspunt nemen en dat dan toespitsen op geloven. Om de bezoekers van de Walkartgemeenschap bij het onderwerp te betrekken heb ik een tiental stellingen bedacht. Met een knipoog naar het thema heb ik toen als aanstreepmogelijkheden waar/niet gegeven. Hoewel ik me realiseer dat de stellingen niet over feiten gaan en dus strikt genomen niet is vast te stellen of ze waar zijn of niet. Je kunt hoogstens zeggen voor mij is het waar of niet waar. Bewust heb ik niet de categorie weet niet vermeld, omdat deze dan misschien wel heel veel zou worden aangekruist.

Ik realiseer me dat er enige naïviteit voor nodig is om zulke stellingen te maken. Iemand zei toen hij het formulier had gelezen: `je hebt het jezelf niet makkelijk gemaakt’, maar ik voelde me gestimuleerd door een tekst uit mijn geliefde bijbelboek Prediker: Wie altijd op de wind let komt nooit aan zaaien toe, wie altijd naar de wolken kijkt komt nooit aan maaien toe (Prediker 11:4)

Maar het gaat hier natuurlijk niet om een wetenschappelijk verantwoorde opzet. Er is ook niet door een vakgroep over vergaderd en tijden aan gewerkt. Maar misschien is het aanleiding voor een verdere uitwerking.

 

Op de zondagen 24 en 31 augustus zijn de stellingen aan de bezoekers uitgedeeld. Ik heb er 28 ingevuld teruggekregen. Een mooi aantal. Gaandeweg verschijnen tijdens de overdenking de resultaten op het scherm. Soms staan er een of meer opmerkingen onder die op de formulieren werden geschreven. Bij de uitslagen ziet u straks ook een vraagteken staan. Dat slaat op reacties als soms/weet niet e.d.

 

Zingen:

Lied 37 : alle verzen (Blowing in the wind)

 

OVERDENKING

 

Deze zomer, toen we op vakantie waren met goede vrienden, kwam op een gegeven moment het onderwerp reïncarnatie ter sprake en liet ik me de uitspraak ontvallen: ‘een mens gelooft wat hij wil geloven’. Die uitspraak was aanleiding voor nog meer gesprek, het werd me, had ik de indruk, niet helemaal in dank afgenomen. Later, nog over mijn uitspraak doordenkend, vond ik die toch zo gek nog niet. Maar misschien hoort er op zijn minst een aanvulling bij: `een mens gelooft wat hij nodig heeft’ . Een mens gelooft wat hij nodig heeft om het leven, zijn leven aan te kunnen, om overzicht te krijgen. Misschien gaat het bij geloven, in religieuze zin, ten diepste om hoop, om hoop die doet leven. Ook in de bijbel is dit terug te vinden:

`Geloof viert de werkelijkheid van wat wordt gehoopt, is het bewijs van gebeurtenissen, die niet waarneembaar zijn’  (Hebreen 11 : 1, Naardense vertaling).

Geloven hoort tot het gebied, waarin de feiten niet zijn vast te stellen. Dat neemt niet weg dat geloven voor mensen een zeker weten kan zijn.

 

1. Een mens gelooft wat hij wil geloven

16 x waar/9 x niet waar/ 3 x ?

Was het maar zo eenvoudig. Geloven is ook aan twijfel onderhevig, dus … altijd op weg

 

 

Als het over geloven gaat komen vaak al snel vragen boven als: bestaat God? Wie is God? In een gesprek kan dat definiëren zinvol zijn, zoals ook iemand van u op het formulier aangeeft, want er bestaan heel veel verschillende godsbeelden.

Godsbeelden zijn veranderd in de loop van de tijd, omdat de mens veranderd is. Ook in de bijbel blijft het godsbeeld niet hetzelfde. In het Oude Testament is nogal eens sprake van een woeste stamgod, in het Nieuwe Testament veel meer van een liefdevolle God. 

Uitspraken als `God bestaat’ en ‘god bestaat niet’ vallen in de categorie geloofsuitspraken en van geloofsuitspraken valt niet vast te stellen of ze waar zijn of niet. Wie is God? Wat is God? Ook al kun je iets niet definiëren, niet omschrijven, dan wil dat nog niet zeggen dat het niet bestaat. Wat is leven? Wat is licht? Ook dat is moeilijk te omschrijven, maar iedereen weet dat liefde en licht bestaan.

 

De Rijksuniversiteit Groningen viert dit jaar haar 400-jarig bestaan en had ter gelegenheid daarvan gevraagd om `400 vragen aan de Rijksuniversiteit Groningen’ te sturen. Een 7-jarige jongen had de vraag `Bestaat God?` opgestuurd. Deze vraag kwam niet bij een theoloog terecht, maar belandde op het bureau van sterrenkundige Peter Barthel. Een astronoom staat dicht bij de hemel was misschien de gedachte, maar Barthel is ook een wetenschapper die zich bezighoudt met de studie van het heelal. Hij begint zijn antwoord aan de jongen met te zeggen dat het niet eenvoudig is om zo’n vraag te beantwoorden, zeker niet als niet duidelijk is wat of wie met God bedoeld wordt. Dat er een Schepper-God achter deze wereld en het heelal zit valt noch te bewijzen noch uit te sluiten.

Astronauten zijn op hun reis in de ruimte uiteraard niet een man met een baard tegengekomen, die alles regelt en alles kan, een soort gepensioneerde ingenieur. Wel zijn ruimtevaarders teruggekomen uit de ruimte met een grote verwondering over de plaats van de mens in het heelal. Ze zijn zich er sterk van bewust geworden hoe klein de aarde is, en maar een klein deel is van een groter geheel. Een bijzondere ervaring.

 

De astronoom brengt zijn antwoord aan de jongen mooi onder woorden. Ik vind het waarschijnlijk ook prachtig omdat ik het met met hem eens ben. Hij heeft zijn licht opgestoken bij vrijzinnige theologen als Carel ter Linden, Klaas Hendrikse en Harry Kuitert. Wie of wat God is is een mysterie en met alleen de ratio doen we het mysterie te kort. Mensen geloven misschien wat ze willen geloven, en omdat ze willen hopen, maar misschien gaat het veeleer om het ervaren van God. Dat heb ik proberen te vangen in de stelling:

 

  1. God is een realiteit voor mij

10 x waar/14x niet waar/4 x ?

Voor een gesprek is het belangrijk het begrip te definiëren

 

Ook in het jodendom en in de bijbel gaat het om een ervaring van God.

God kun je zien als het mysterie, als symbool van het onkenbare, het ongrijpbare in ons leven. Mensen houden ervan om alles te begrijpen, maar het is een onmogelijke opgave: je doorgrondt niet alles, ook al kan de wetenschap steeds meer verklaren. Moet je er wel steeds naar streven om alles te begrijpen? In begrijpen zit het woord grijpen. Dat grijpen naar het onbereikbare levert ook onrust op. Wat dat betreft zet Prediker ons met beide benen op de grond.

 

`Het is beter te genieten van iets tastbaars dan te grijpen naar iets onbereikbaars’

Prediker 6 : 9.

Geniet liever van iets tastbaars, adviseert Prediker. Geluk, dat zo in je handen valt en dat je niet kunt regisseren. Soms willen we alles tot in de puntjes regelen, het onberekenbare lot onder controle houden. Soms is er heel veel voor nodig om te leren dat dat niet lukt.

 

Als je niet in een God gelooft, die alle zaken in onze wereld regelt, heeft bidden dan wel zin? ‘Nood leert bidden’ is een uitdrukking. Ook mensen die zichzelf als ongelovig zien, gaan soms in grote    nood toch bidden. Het moet een grote rust geven als je de overtuiging hebt dat God je zal bijstaan, dat hij je uiteindelijk zal helpen. In de Psalmen zijn daarover mooie teksten te vinden:

 

Psalm 13:

Hoe lang nog, Heer, zult u mij vergeten,

hoe lang nog verbergt u voor mij uw gelaat?

Hoe lang nog wordt mijn ziel gekweld door zorgen

en mijn hart door verdriet overstelpt, dag aan dag?

Hoe lang nog houdt mijn vijand de overhand?

….

Ik vertrouw op uw liefde:

mijn hart zal juichen omdat u redding brengt,

ik zal zingen voor de Heer, hij heeft mij geholpen.

 

3. Bidden heeft zin

18 waar/5 niet waar/5 ?

Opmerkingen: nadenken heeft zin; tot zichzelf komen heeft zin

Stilte is heel belangrijk

Wat is bidden? Valt tot jezelf inkeren hier ook onder? Of meditatie? Of gaat het om bidden in traditionele zin?

 

Wat is bidden? Ook daarover bestaan verschillende gedachten. Voor sommigen is het hetzelfde als meditatie en contemplatie. Anderen zien een verschil: het is meer een dialoog. Ook al is God niet een soort Sinterklaas die ons geeft wat op ons verlanglijstje staat, toch denk ik dat ook dan bidden zin heeft. Ik zie bidden als: eerlijk uitspreken hoe het met je gaat, als het ware voor Gods aangezicht, uitspreken wat je nodig hebt, waarmee je zit, een vraag stellen misschien. En in stilte zitten, om te wachten op een antwoord. Of dat antwoord nu komt uit je eigen bewustzijn, of uit een Groter Bewustzijn dat ons omringt. Wie het weet mag het zeggen. Het is mijn eigen ervaring dat er meestal een antwoord komt. Bidden kan ook helpen bij het leren moeilijke feiten te aanvaarden. In het Onze Vader komt die overgave zo treffend tot uitdrukking in de woorden: Uw wil geschiede.

 

 

4. God is Iemand die mijn/ons leven leidt

9 waar/17 niet waar/2 ?

 

Ook in deze tijd zijn er veel mensen die geloven dat wat er in hun leven gebeurt zo is voorbestemd. Hier bij de Walkartgemeenschap is het een minderheid. Ik ken ook mensen die niet in een persoonlijke God geloven, maar wel aannemen dat er een instantie is, soms als het universum aangeduid, van waaruit ons leven wordt bestuurd. Ik zie het ook als een vorm van betekenis toekennen aan wat mensen overkomt. Mensen zijn geneigd om betekenis toe te kennen aan hun ervaringen, hebben dat nodig om te kunnen leven en overleven. Maar bestaat er een sturende instantie? Wie het weet mag het zeggen. In ieder geval verlangen mensen soms naar de hand van God. Als je gelooft in een God die alles leidt en bestuurt is er geen sprake van toeval, maar is wat er gebeurt en wat ons overkomt zo bedoeld. En als Hij niet als zodanig bestaat, is dan alles toeval? Ook dan hoeft dat nog niet het geval te zijn. Dan denk ik aan Spinoza die zegt: alles is een kwestie van oorzaak en gevolg. Als we de oorzaak niet kunnen zien concluderen we dat er sprake is van toeval.

 

Maar er is vaak behoefte aan het idee dat er ingegrepen wordt, getroost, gezorgd, aan voelen, weten dat je geliefd bent. Vaak wordt    er tegenwoordig de nadruk op gelegd dat jezelf liefhebben de basis is voor het liefhebben van de ander, van alle andere levende wezens. Ook Jezus zegt: hebt uw naaste lief als uzelf. Mensen die anderen kwaad doen houden niet van zichzelf, voelen zich niet geliefd, kunnen niet gelukkig zijn.

God houdt van mij, komt mij te hulp. Daarom wordt in de Psalmen vaak gevraagd, er wordt op gerekend. Dat is een machtig concept om als basis te hebben.

 

Tijdens een gebed van Daniel in het gelijknamige bijbelboek bidt deze tot God met de dringende vraag om in te grijpen in allerlei onheil. Hij krijgt daarop bezoek van de engel Gabriel, die hem een boodschap van God komt brengen. Daniel zegt daarover: `Hij - de engel, de engel dus, begon mij uitleg te geven. Hij zei:

 

`Daniel, ik ben nu gekomen om je een helder inzicht te geven. Er is een woord uitgegaan toen je je smeekbede begon en ik ben gekomen om het over te brengen, want je bent zeer geliefd`.  Daniel 9 : 23.

Voordat het inzicht wordt gegeven komt de mededeling: `Want je bent zeer geliefd’ . Een klein prachtig tussenzinnetje. Waarom staat het er eigenlijk? De engel had het ook kunnen weglaten en gewoon kunnen beginnen met de uitleg van het visioen. Met deze ene zin laat de engel weten hoe God naar Daniel gekeken heeft, vanaf het eerste moment dat zijn dienaar daar biddend en vastend op de grond lag. Hij keek met liefdevolle ogen. Liefde voelen gaat hier aan het krijgen van inzicht vooraf. Stel je voor dat er een Wezen is dat met liefdevolle ogen naar jou kijkt. Wat doet dat met je?

 

God als verwoording van een mysterie. Dat geldt ook voor wat er na onze dood gebeurt. De stelling: er is een persoonlijk voortbestaan na de dood heeft de meeste vraagtekens opgeroepen. Ik heb met opzet opengelaten wat daaronder zoal verstaan kan worden. Mensen kunnen bijvoorbeeld aan reïncarnatie denken, aan deel gaan uitmaken van de/een geestelijke wereld (antroposofen) of het traditioneel-christelijke hiernamaals.

 

5. Er is een persoonlijk voortbestaan na de dood

7 waar/13 niet waar/8 ?

- Een gebied voor speculatie(s), dat vroeger door ongelukkig levensomstandigheden veel aandacht kreeg. Nu zou men er goed aan doen te willen voortbestaan tijdens zijn/haar leven

Soms ervaar is gestorven mensen dicht bij me. Dat kan ik verder geen woorden geven.Ik vind dat we ons hier niet mee bezig moeten houden. We hebben onze handen al vol aan dit leven. Voortbestaan na de dood is voor mij een mysterie

 

 

In godsdiensten bestaan over dit mysterie wel ideeën. De onverklaarbaarheid of het absurde van lijden en dood wordt ook wel gezien als een van de bestaansgronden van godsdiensten. De bijbel geeft er weinig uitsluitsel over. In het jodendom gaat het veel meer over het aardse leven.

 

De bijbel gaat aan de ene kant over de menselijke omgang met het onkenbare, het transcendente, maar in de bijbel wordt mensen ook de vraag voorgehouden: wat is wijs, wat is goed voor mij, voor de ander, voor de wereld? Zo laten de bijbelverhalen je in de spiegel kijken van je eigen bestaan. De ene keer zie je het ene aspect van je leven weerspiegeld, op een ander moment, na een andere gebeurtenis, na een andere ervaring, zie je weer een ander aspect. De verhalen bieden inspiratie om na te denken over de betekenis van ons leven.

Voor de betekenis van de bijbel doet het er niet toe of de verhalen waar gebeurd zijn of niet. De theoloog Barnard zegt daarover: `Je moet de verhalen niet letterlijk nemen, maar wel woordelijk. Wat er staat staat er niet voor niets’.

 

6. De bijbel geeft aanwijzingen voor mijn dagelijks leven

16 waar/7 niet waar/5 ?

Opmerkingen:

- Wat mij aanspreekt respecteer ik. Het is een ‘boek’ voor mij

- Niet als teksten letterlijk worden genomen

 

7. De bijbel verduidelijkt de wezenlijke vragen van ons bestaan

waar 17/niet waar 5/? 6

 

Ervaring kan ook een bron van kennis en inzicht zijn. Ook een religieuze belevenis. Geloof kan ook ontstaan op basis van een ingrijpende ervaring. Je treedt dan buiten het gebied waarin alleen   de feiten tellen. Ook daar ligt een veld van kennis. Tenzij je de opvatting huldigt dat kennis alleen kan bestaan op basis van vastgestelde feiten. Over de volgende stelling zijn de meningen gelijk verdeeld.

 

8. Als alleen wetenschap tot kennis leidt dan is er geen basis meer voor spiritualiteit/religie

waar 13/niet waar 13/? 2

 

`Wanneer de rede ons in de steek laat, maken we gebruik van de ervaring’. (Montaigne in zijn essay `Over de ervaring’

 

Misschien is religieuze beleving wel de kern van religie. Opmerkelijk is hoeveel mensen in deze geseculariseerde tijd religieuze ervaringen hebben. De ervaring dat er meer is dan het tastbare, het zichtbare, de ervaring dat God bestaat.

Mensen vertellen overigens niet zo snel over hun religieuze ervaringen, maar Trouw presenteerde een paar jaar geleden hierover een serie interviews, later verzameld in het boek Religieuze belevenissen van Koert van der Velde. Het gaat echt niet alleen om bizarre goeroes. De ervaringen vinden plaats in dromen, in de kerk, in het zwembad, een alledaagse ervaring werd opeens in een goddelijk licht geplaatst. De een zag een engel en weer een ander voelde een troostende warmte door het lichaam stromen. Bij de een leidde zo’n ervaring tot een diep geloof, bij de ander leek het weinig invloed op hun leven te hebben.

 

Een ervaring heeft ruimte nodig om weerklank te kunnen vinden. Die ruimte ontstaat meestal niet vanzelf. Die ruimte kunnen we creëren. Ruimte creëren door stilte, door reflectie. Zorgen voor contemplatieve ruimte.

Jesaja 40 : 3. Baan voor de Heer een weg door de woestijn, effen in de wildernis een pad voor onze God.

Het is een oproep aan het volk Israel, maar misschien zegt het ons ook iets. Als je God wilt ervaren moet je ook zelf aan de slag. Heuvels afgraven en bochten rechttrekken, ruimte creëren op je pad. Wachten op God is op deze manier geen passieve bezigheid. Juist als je het idee krijgt in de woestijn te zijn beland kan er ruimte komen om te ervaren wat je bevattingsvermogen te boven gaat. Juist in de woestijn kun je veranderd worden, kan er een ommekeer plaatsvinden.

 

Mensen kunnen geloven om verschillende redenen. Mensen geloven ook omdat ze behoefte hebben aan verbondenheid met een groter geheel, bijvoorbeeld als ze geconfronteerd worden met wat hun begrip te boven gaat. Ik vond het zeer ontroerend hoe die behoefte aan verbondenheid tot uiting werd gebracht in het meeleven met de vliegtuigramp. De stilte en de ceremonie op het vliegveld, de mensen langs de weg.

 

Persoonlijke ervaringen zijn belangrijk, ik wil niets afdoen van het belang daarvan. Maar die ervaringen gedijen ook bij verbinding. Bijvoorbeeld, met de traditie. We kunnen onze ervaringen verdiepen als we ons willen laten troosten en inspireren door de traditie, door wat in het verleden over dergelijke ervaringen is geschreven en gedacht.

Wij zijn niet de eersten die de raadsels van het leven moeten verduren, die ziek worden, die sterven en die dit willen duiden’ (Tom Mikkers). Verbinding voelen met de traditie en met anderen. In een tijd van individualisering zijn steeds meer mensen op zoek naar gemeenschappelijkheid. Daarom heeft het voor mij zin om bij een geloofsgemeenschap te horen.

 

9. Als geloofsgemeenschap heb je een maatschappelijke verantwoordelijkheid

24 waar/3 niet waar?1 ?

Opmerking bij niet waar:

-  In de jaren zestig en zeventig teveel maatschappelijke acties (vooral links) van de kerken. Spiritualiteit raakte uit beeld. Elk mens heeft zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid, die kan hij/zij ontlenen aan religie, spiritualiteit enz.

 

 

10. De zondagse religieuze samenkomsten van de geloofsgemeenschap zijn belangrijk voor mij

25 waar/3 niet waar

Opmerkingen: Samen met anderen luisteren, samen met anderen bidden, samen met anderen zingen helpt mij me staande te houden.

Ja, maar hoeft niet elke zondag. Goede mix tussen religieuze bijeenkomsten en Walkartontmoetingen.

Opmerking bij niet waar: Wel de thema-zondagbijeenkomsten

 

Een geloofsgemeenschap kan meer mogelijkheden bieden om je maatschappelijke verantwoordelijkheid waar te maken., of in ieder geval daartoe inspireren. Vaak voelen we ons machteloos. Wij zijn ook niet de eersten, die zich zorgen maken over toenemende conflicten en geweld:

 

Hoe lang nog, Heer, moet ik om hulp roepen

en luistert u niet,

moet ik `Geweld’  schreeuwen

en brengt u geen redding?

Waarom toont u mij dit onheil

en ziet u zelf de ellende aan?

Ik zie slechts verwoesting en geweld,

opkomende twist en groeiende tweedracht.

De wet wordt ondermijnd,

het recht krijgt niet langer zijn loop,

de wettelozen verdringen de rechtvaardigen,

het recht wordt verdraaid.

Habakuk 1 : 2 t/m 4

 

Wat kunnen we verder doen? Wat kunnen we doen zoals we hier zitten? Velen van ons hebben niet meer de leeftijd en de mogelijkheid de barricaden op te gaan. Wat wel? In ieder geval steun betuigen aan inspirerende mensen en bewegingen, die zich inzetten voor een betere wereld, voor meer gerechtigheid en minder geweld, kritisch blijven over overheersende machten en steun geven aan eerlijk delen van wat moeder aarde ons geeft.

 

Dit jaar gaan we aan de slag met het thema: Wie het weet mag het zeggen.

 

Veel vragen zullen blijven. Leven met alleen maar antwoorden lijkt mij trouwens een soort van dood.

Tot slot van deze overdenking daarom een fragment uit een gedicht van Rainer Maria Rilke.

 

Ik vraag je geduld te hebben

met alle onopgeloste vragen in je hart;

zoek niet naar antwoorden,

maar probeer de vragen zelf lief te hebben.

Want antwoorden zijn het leven niet.

Het gaat erom te leven.

Leef de vragen.

Misschien leef je dan, geleidelijk aan

zonder het te merken in de antwoorden.

(fragment uit een gedicht van Rainer Maria Rilke)

 

ORGELSPEL

 

Marian Boogaard leest het gedicht Over het gebed. Het is in feite een gedicht over de betekenis van `is’ en over de niet te definiëren God. Het gebed wordt in dit gedicht een brug genoemd, tot drie keer toe. Bidden als het opgaan van die brug over de aarde, ook al is ergens - door Wie of Wat? - uitgemaakt dat er geen overkant is. Toch wordt die ervaren door mensen die een ommekeer hebben meegemaakt. Zij zijn tenslotte die brug.

 


Over het gebed

Je vraagt me: hoe te bidden tot iemand die niet is

Ik weet alleen dat het gebed een brug bouwt van fluweel

waarop we verend lopen, als op een trampoline,

boven landschappen - de kleur van rijp goud,

herschapen door een magische stilstand van de zon

Die brug voert naar de oever van Ommekeer

waar alles andersom is en het woord `is’

een zin onthult die nauwelijks werd vermoed.

Je merkt het: ik zeg `wij’. Want daar voelt iedereen

mee met de anderen die in het vlees verstrikt zijn

En weet dat, al was er geen overkant

wij, net zo, die brug zouden gaan boven de aarde.

(Czeslaw Milosz, Pools dichter en Nobelprijswinnaar)

 

Zingen: Lied 50: alle verzen Ga met ons mee, trek lichtend voor ons uit

 

ZEGEN

Moge Hij die erbij is

als de zon opgaat en ondergaat

als je denkt in de woestijn te zijn beland

en als je de zee oversteekt,

moge hij onderweg je schreden richten.

 

Moge je ervaren

dat er een Bron is die je voedt

een Wezen dat je wegen kent

en de plaatsen waar je uitrust

moge je Kracht en Steun ervaren

in je taak op deze aarde