9 april 1917 - 9 april 2017

Vandaag vieren we de 100ste verjaardag van Mien van Rhijn.

 

Hieronder treft u een interview met haar aan uit 2012 door Reinier Katgert.


Addy Manneke heeft in haar boek 'Krasse dames' een hoofdstuk gewijd aan Mien van Rhijn.

Mien van Rhijn 100 jaar

9 april 2017

Herinneringen van Mw. Mien van Rhijn, geboren 1917 te Hattem,

Door Reinier Katgert, Zeist 11-10-2012

 

 

In het boek Krasse dames, levensverhalen van sterke vrouwen, geschreven door drs. Addy Manneke (uitgave de Free Musketeers), kwam ik een interview tegen met ene mevrouw Mien van Rhijn, woonachtig te Zeist en geboren in 1917 in Hattem. Het bleek hier om een dame te gaan die uit een NPB-gezin komt, en die ondanks haar hoge leeftijd nog steeds naar de NPB-bijeenkomsten in Zeist gaat. Naar de Walkart-gemeenschap dus.

Ik belde Addy, die een vriendin van ons is, en zij regelde dat ik mw. Van Rhijn mocht bellen voor een interview over haar NPB-verleden in Hattem. Ik kreeg een stem aan de lijn als van een jongedame zo helder en vitaal, en natuurlijk mocht ik met haar komen praten. Ze was bovendien nog steeds geabonneerd op het blad Heemkunde Hattem en had daarin net het verhaal over een conflict rond Horreus de Haas gelezen. Dat had ze zó interessant gevonden dat ze het aan Addy had laten zien, omdat ze in haar boek een verhaal over Horreus de Haas had verteld én haar beide ouders in het verhaal in Heemkunde voorkwamen. Dus toog ik naar Zeist, waar ik na enig zoeken in een naoorlogse wijk achter Slot Zeist op 6 hoog in een flat belandde met een uiterst vitale, 95 jarige, krasse dame, die me honderduit kon vertellen.

Trouwfoto van Jacobus en Hermina van Rhijn- Valken 1910.

(Zij zijn niet feestelijk getrouwd, zij dus ook niet in het wit, Jacobus was zéér rood en hij vond het allemaal maar bourgeois!)

 

 

Hermina (Mien) van Rhijn, geboren 9-04-1917 is de derde dochter van

  • Jacobus van Rhijn geboren  28-5-1881 in Schiedam, overleden 22 februari 1970 in de Wiekelaar (hoek Hezenbergerweg/Apeldoornseweg) en
  • Hermina Jacoba Bernardina van Rhijn –Valken, geboren 8-3-1885 in Zwolle, overleden
    1-7-1942 in Hattem.

De twee andere dochters waren:

Antje (Attie) geboren 29-1-1912, te Hattem, overleden 13-9-2012 te Den Haag en

Johanna (Jopie) geboren 25-12-1913 te Hattem, overleden 1-4-1921 te Hattem.

 

V.l.n.r. Attie, Mien en Jopie in 1920

Foto Collectie M.van Rhijn
 

 

Attie is dus 100 jaar oud geworden. Zij was getrouwd met Jan Willem Crom uit Kampen, die zij had leren kennen via de VCJB. Attie had 2 kinderen, 1 kleinkind en 4 achterkleinkinderen.

 

Moeder van Rhijn-Valken was vóór haar trouwen in 1910 onderwijzeres geweest aan de Openbare Lagere school in de Kerkstraat in het pand waar nu de lunchroom van Blom zit (voorheen bakkerij Beumer).

Rond 1914 is er een nieuwe Openbare Lagere School aan de Dorpsweg gebouwd. Na de oorlog nog sterk uitgebreid en meermalen gerenoveerd, zodat die er nu (als Het Palet) uitziet alsof hij van de jaren 50 van de vorige eeuw is.

 

  J.van  Rhijn omstreeks 1930

 

Jacobus van Rhijn was hoofdboekhouder bij Van Gelder Papier in Berghuizen (Wapenveld).

De familie woonde aan de Novalieweg, in het huis dat nu nr. 9 is, op de hoek van de Lijsterbeslaan. Dat huis was de opvolger van een ander huis dat haar vader daar in 1910 had laten bouwen, maar dat hij in 1937 door het huidige huis liet vervangen. Het huis is gebouwd onder architectuur van architect Westerop, die veel meer woonhuizen in Hattem heeft gebouwd.

 

Mientje ging vóór de lagere school naar een Montessori-kleuterklasje in het huis onder één kap met dat van de oude Dokter Sipkens Smit aan de Gelderse Dijk (het huis waar het Voermankoepeltje voor staat). Dat klasje werd geleid door Mw. Voerman-Verkade (de vrouw van vader Jan Voerman).

Later ging Mien naar de Openbare Lagere School aan de Dorpsweg, waar de heer Van Lingen (ook een prominent NPB-lid) op dat moment het hoofd van de school was. Zij herinnert zich de heer Van Aalderen ook nog heel goed; dat was wel de meest geliefde leerkracht van de school. Ook waren er  nog meester Rademaker en juffrouw Brugman, die later trouwde met meester Hoekstra.

 

 

De O.L.S aan de Dorpsweg. Links de heer van Lingen, met naast hem juffrouw Suze Ponne. Rechts met pet de heer Hoekstra, met naast hem juffrouw Corrie Wielink  met hoed. Mientje op de eerste rij staande, 6e van links, met witte trui onder haar jasje.

 
    

 

Nog weer later ging ze naar de MULO voor Meisjes in Zwolle. Dat was wel jammer, want haar oudere zusje mocht wel naar de Rijks-HBS in Zwolle maar die gooide er het eerste jaar met de pet naar, zodat ze van de HBS af moest en naar de MULO . Toen moest Mien ook maar naar de MULO, terwijl ze zelf o zo graag naar het Gymnasium zou zijn gegaan en dat vast ook gekund zou hebben, want ze heeft een talenknobbel.

 

Na de Mulo is Mien naar de Normaalschool gegaan, de school voor de opleiding tot onderwijzer, wat later de Kweekschool is gaan heten en nu de Pedagogische Academie is.

 

Het was in de crisistijd moeilijk een baan te krijgen en ze heeft onder andere in 1938 een periode gestaan in Elburg in een openbaar schooltje in de binnenstad. Maar dat was een ramp. De kinderen daar kwamen uit de armste gezinnen en waren vies en onverzorgd, de school stond op het punt gesloten te worden en er waren geen leermiddelen (boeken en schriftjes) meer. De hoofdonderwijzer, een geweldige idealist, betaalde haar uit eigen zak. Maar het was niet te doen, zeker gezien het feit dat ze eerst van de Novalieweg naar de Zuiderzeestraatweg moest fietsen om daar op de bus naar Elburg te stappen en weer terug natuurlijk. Na ruim een half jaar is ze ermee gestopt.

In de tussentijd had ze haar akte Engels gehaald in Zwolle bij Instituut Kerber en werd ze benoemd bij de Zeister Schoolvereeniging, als docente Engels op de MULO. Aan die scholengemeenschap was ook een lagere school verbonden, waar ze uiteindelijk terecht is gekomen. En dat heeft ze tot haar pensionering in 1979 volgehouden.

 

Haar moeder, mw. H.J.B. van Rhijn – Valken, was bestuurslid  van de NPB ten tijde van de bestuurscrisis van 1923 rond Ds. Horreus de Haas. Mien herinnert zich nog dat haar moeder toen huilend thuis kwam, want mw. van Rhijn was buitengewoon op Horreus de Haas gesteld.

Toen in 1921 Jopie, het zusje van Mientje, na een ziekbed van een paar weken overleed aan difterie, was haar moeder ontroostbaar. In die tijd deed Horreus de Haas de huisbezoeken, en hij heeft Mw. Van Rhijn als een psychiater door haar depressie heen gesleept door zeer veelvuldig met haar te praten. Mien van Rhijn ziet hem nog voor zich, met zijn lange zwarte jas en zijn zwarte flambard op.

Een paar jaar later kreeg Mientje ook difterie, maar toen was er gelukkig een medicijn tegen uitgevonden.

 

Vader J. van Rhijn was ook actief binnen de NPB, niet als bestuurslid maar wel als zeer betrokken lid. Hij is jarenlang lid van de gemeenteraad geweest voor de SDAP (de voorganger van de PvdA). Ook heeft hij aan de wieg gestaan van de Arbeiders Muziekvereniging Ontwaakt en die van het inmiddels verdwenen koor Morgenrood.

 

De diensten van de NPB werden in de beginjaren gehouden in de zaal boven slagerij Vergeer, Kerkstraat nr.1, vroeger de apotheek, tegenover de Zwarte Truffel, ook wel genaamd café het Vosje.

Mien ging toen ze klein was naar de zondagsschool die gehouden werd in de Openbare Lagere School aan de Dorpsweg. Die zondagsschool werd geleid door de dames van Rhijn, Krooneman en Herbschleb.

 

J.B.L. Krooneman woonde in het witte huis dat nu nog aan het begin van de Stadslaan staat (aan de kant van Petfood) met zijn vrouw Maria Elisabeth Brouwer en hun kinderen. Jean Bernard Louis Krooneman was directeur van de textielfabriek en lid van de gemeenteraad voor de Liberaal Democraten.

Jean Fréderic Herbschleb woonde in het huis dat nu grandcafé de Ridderhof is, in de Ridderstraat, met zijn vrouw Catharina Femina Buissant des Amorie van Daalen en hun 2 kinderen. Frits Herbschleb was de plaatselijke notaris. Krooneman en Herbschleb zijn jarenlang bestuurslid en voorzitter van de NPB geweest.

 

Kerst was altijd heel bijzonder in die jaren bij de NPB. Dat was de enige keer in het jaar dat de dienst niet boven Vergeer werd gehouden maar in de zaal van Hotel De Boer aan het begin van de Ridderstraat, waar nu de tandarts en de notaris zitten.

Moeder Van Rhijn leerde voor die kerstviering altijd een heel Kerstverhaal uit haar hoofd om te vertellen aan de kinderen. Ze gingen er altijd naar toe met een rijtuig, dat vader huurde bij stalhouderij Mensink in de Ridderstraat (nu een van de panden van het Warme Land). Iedereen had zijn mooiste kleren aan, het was heel feestelijk en indrukwekkend.

 

In 1929 werd de afdeling Hattem van de VCJB (Vrijzinnig Christelijke Jeugdbond) opgericht. Mien en haar zus Attie werden daar direct lid van. Attie heeft via die jeugdbond haar latere man Jan Willem Crom uit Kampen leren kennen.

In 1937 bestond de NPB-afdeling Hattem 20 jaar. Dat werd herdacht tijdens een ledenvergadering door de toenmalige voorzitter Ir J. Winkel. Na de pauze hield Mien een ingestudeerd toespraakje namens de VCJB en voerden enige meisjes een sketch op en zongen een lied, ingestudeerd onder leiding van Attie (zo blijkt uit het notulenboek van die jaren).

 

     

Herinneringskaart aan de Jeugdhulde van 1938 aan Kon. Wilhelmina. De ondertekening is van Burgemeester Honcoop.

 

 

   

Deelnemers aan de “Jeugdhulde” v.l.n.r. Cor Wille, Jan Locht en Mien van Rhijn

 

In 1931 zijn de diensten van de NPB verplaatst naar het Hoge Huis bij de kruidentuin, ook wel genoemd het Groene Kruisgebouw. In die jaren was de heer Ir. J. Winkel voorzitter. Na de oorlog dacht men dat die man fout was geweest, maar dat was gelukkig niet het geval.

 

Er was echter wél een NSB-lid binnen de NPB Hattem. Die zat in de kerk op oudejaarsavond 1942, toen in het Hoge Huis ds. G. Horreus de Haas voorging. De Haad had het in zijn preek over de trouw van God in deze moeilijke tijden. Mien’s zus Attie was die avond organiste en ze zat tijdens de preek te mijmeren over wat ze zou spelen na de preek. Als vanzelf viel haar het 6e couplet van het Wilhelmus in: “Mijn schild ende betrouwen”. Op de eerste tonen stonden alle aanwezigen op en zongen uit volle borst de beide coupletten van het Wilhelmus. Maar achterin zat wel die NSB-er, en de hele avond zijn ze bang geweest dat hij de Duitsers ging waarschuwen en dat Attie zou worden opgehaald!

 

In die periode was de moeder van Mien al erg ziek; ze had in 1937 een eerste hersenbloeding gekregen. Ze zat in de kamer en kreeg een kopje thee van dochter Attie dat zo uit haar handen viel. Daarna heeft ze meer hersenbloedingen gehad. Ze heeft nog 5 jaar geleefd voordat ze overleed.

 

De vader van Mien was begin jaren 50 ook aan het kwakkelen geraakt, maarhij raakte in de ban van Greet Hofmans; die van de affaire met Juliana. Greet Hofmans hield spreekuur in café Steenman op de hoek van de Kruisstraat en de Ridderstraat (op de plek waar nu makelaardij Bakels zit). Dat café brandde af. En omdat vader Van Rhijn heilig in de gaven van Greet Hofmans geloofde heeft hij haar aangeboden om consult te houden in zijn huis aan de Novalieweg. De achterkamer werd wachtkamer en Greet hield spreekuur en seances in de voorkamer. Die situatie heeft maandenlang geduurd.

Mien heeft dit heel bewust meegemaakt omdat ze in die jaren elk weekend naar huis kwam vanuit Zeist. Ze herinnert zich ook dat Greet woonde in een huisje bij Molecaten waar voor de oorlog ook M.J.J. Exler gewoond had, de in 1939 overleden meester van wie Greet haar doorgevingen kreeg. Ze herinnert zich ook dat Greet seances en lezingen hield in huize Windekind van mevrouw Bep Voorhoeve – de Beus aan de Oranje Nassaulaan.

 

     

Het huis aan de Novalieweg nr 9, hoek Lijsterbeslaan, met de karakteristieke hoge schoorsteen.

 

Uiteindelijk kon vader Jacobus het niet meer redden alleen in het grote huis en hij verhuisde naar villa De Wiekelaar op de hoek van de Hezenbergerweg en de Apeldoornse weg  De Wiekelaar was toen een soort particulier verzorgingshuis (het huis is een aantal jaren geleden gesloopt). Daar is hij jarenlang liefderijk verzorgd, in zijn kamer met toegang tot de tuin. Hij op hoge leeftijd in 1970 overleden.

 

Daarmee hielden ook de bezoekjes van Mien aan Hattem helemaal op.

Ze woont nu al jaren op 6 hoog in een fraaie flat in Zeist, met een prachtig uitzicht op en over de boomtoppen. 
Boodschappen doet ze niet zelf meer; de kruidenier brengt ze gewoon aan huis. Ze wordt wel elke zondag dat er dienst is opgehaald om naar de Vrijzinnigen (voormalige NPB) in de Walkartgeloofsgemeenschap in Zeist te gaan. Bij mijn vertrek geeft ze me een album mee met nog wat oude foto’s van vroeger. Die kan ik dan kopiëren of scannen voor bij het verhaal, wat bij deze gebeurd is.