Mr.drs. Johan de Wit

Mr. drs. Johan de Wit is onze voorganger. Hij is in Leiden en in Kampen opgeleid tot jurist en theoloog. Naar eigen zeggen heeft hij zijn theologische studie ervaren als een heel uitgebreide cursus algemene ontwikkeling.

 

De verbeelding waartoe de menselijke geest in staat is, blijft hem verwonderen en vanuit die verwondering spoort hij ons aan tot zelfonderzoek.

Alles begint en eindigt bij het kennen van jezelf en wat ons is overgeleverd uit de oude boeken en met name de leringen en uitspraken van Jezus helpen ons daarbij. Door het filter van de man uit Nazareth kunnen wij de wereld anders zien dan wij gewend zijn en dat is, aldus Johan de Wit, het grote geheim van religieus zijn.

 

De vrijzinnigheid is voor hem de enige geloofsrichting waarin het raadsel van de verhouding tussen God en mens en ons bestaan in deze wereld op een aanvaardbare en voorstelbare manier ter sprake gebracht wordt.


Overdenkingen:
de arbeiders in de wijngaard
07 september 2025
Tijd
06 juli 2025
Pinksteren
08 juni 2025
De genezing van de blinde
18 mei 2025
het lege graf
20 april 2025
Kain en Abel
16 maart 2025
Heb je vijand lief
16 februari 2025
hoe te leven
19 januari 2025
een kerstverhaal
25 december 2024
kerstoverdenking
25 december 2024
Herdenking overledenen
17 november 2024
De wonderbaarlijke visvangst
20 oktober 2024
de onrechtvaardige rentmeester
22 september 2024
Godsbeelden
16 juni 2024
Pinksteren
19 mei 2024
religie en natuur
21 april 2024
Pasen
31 maart 2024
De zaaier
18 februari 2024
De plaats die je inneemt
21 januari 2024
licht en liefde
25 december 2023
de rijke jongeling
19 november 2023
In de storm
22 oktober 2023
De grensoverschrijdingen van Jezus
10 september 2023
De zaligsprekingen
18 juni 2023
Het vijfde gebod (eert uw vader en moeder)
14 mei 2023
paasoverdenking
09 april 2023
Oordelen
19 maart 2023
De schepping
19 februari 2023
schepping of evolutie
22 januari 2023
kerstoverdenking 2022
25 december 2022
Het offer van Abraham
20 november 2022
Zorgen voor de dag van morgen
16 oktober 2022
De menselijke geest
18 september 2022
herbezinning
04 september 2022
Pinksteroverdenking
05 juni 2022
De Christus van Paulus
15 mei 2022
Paasoverdenking
17 april 2022
Jotam
20 maart 2022
De onzekerheid van de ziel
20 februari 2022
Overdenking (Jezus en de armen)
16 januari 2022
Kerstoverdenking Zeist
25 december 2021
Grenzen van het ego
12 december 2021
Ruth
21 november 2021
Twijfels
17 oktober 2021
Overdenking (Jeremia en Jezus)
19 september 2021
Overdenking (David en Goliath)
15 augustus 2021
demonen
13 juni 2021
Pinksteroverdenking
23 mei 2021
Kerstoverdenking 2020
25 december 2020
150 jaar vrijzinnigheid
22 november 2020
De rijke jongeling
18 oktober 2020
Omgang met elkaar
20 september 2020
overdenking
16 augustus 2020
de creativiteit van eva
21 juni 2020
Paasboodschap 2020
12 april 2020
overdenking Jezus
16 februari 2020
Overdenking Simson
19 januari 2020
kerstoverdenking
25 december 2019
de vrijheid van Paulus
15 december 2019
overdenking
24 november 2019
spiritualiteit toen en nu
20 oktober 2019
Overdenking (wantrouwen machthebbers)
15 september 2019
klein en groot
01 september 2019
Pinksteroverdenking
09 juni 2019
de vrouw
19 mei 2019
de zin van religie
20 januari 2019
spiritualiteit van kerst
25 december 2018
Het kinderpardon
09 december 2018
Vertrouwen
09 december 2018
overdenking (verlies van godsbeelden)
25 november 2018
Overgangen
21 oktober 2018
De anderen
02 september 2018
De richting van je leven
17 juni 2018
Overdenking Pinksteren (bezinning)
20 mei 2018
paasoverdenking
01 april 2018
innerlijke tegenkracht
18 maart 2018
De verlamde man
19 februari 2018
Toren van Babel
21 januari 2018
Kerstoverdenking
25 december 2017
Job
26 november 2017
De zondebok
15 oktober 2017
Het tiende gebod
17 september 2017
vrijheid
03 september 2017
overdenking Pinksteren
04 juni 2017
Meimaand Mariamaand
14 mei 2017
Overdenking Pasen 2017
16 april 2017
Blijf niet staren op wat vroeger was
19 maart 2017
Het nut van religie
19 februari 2017
overdenking kerst
25 december 2016
Beloften
11 december 2016
De roeping van Mozes
20 november 2016
Licht
16 oktober 2016
De ongrijpbaarheid van de liefde
18 september 2016
Schuld en schaamte
03 juli 2016
Angst
19 juni 2016
Pinksterpreek
15 mei 2016
Paaspreek
27 maart 2016
De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan
21 februari 2016
Het vijfde gebod
17 januari 2016
Kerstpreek 2015
25 december 2015
Menselijk tegenover
21 juni 2015
De trooster, heilige geest
17 mei 2015
Macht
15 maart 2015
Grondhoudingen van het koninkrijk
15 februari 2015
Kerstpreek 2014
25 december 2014
Richteren11: 29-35
16 november 2014
Correcties van de ziel
19 oktober 2014
Lazarus
21 september 2014
Licht
18 mei 2014
Paaspreek 2014
20 april 2014
De heilige geest
16 maart 2014
De bruiloft te Kana
16 februari 2014
De verloren zoon
19 januari 2014
Identiteit
17 november 2013
Eerbied voor de schepping
20 oktober 2013
Onze schaduw
15 september 2013
De ander
16 juni 2013
Pinksterpreek
19 mei 2013
Luchtfietserij
21 april 2013
Paaspreek 2013
31 maart 2013
Het koninkrijk van Jezus
17 maart 2013
Bildung
17 februari 2013
Wetenschap en wijsheid
27 januari 2013
kerstpreek 2012
25 december 2012
Wat blijft en voorbijgaat
18 november 2012
Geest
21 oktober 2012
Religie
16 september 2012
Verlangen naar eenheid
17 juni 2012
Het buitenissige
20 mei 2012
De kunst van het liefhebben
18 maart 2012
Verwachtingen
19 februari 2012
Idealisme
29 januari 2012
kerstpreek 2011
24 december 2011
Mens en tijd
20 november 2011
Vrijzinnigheid
16 oktober 2011
Wat beweegt ons?
04 september 2011
Het verlangen naar macht
15 mei 2011
Het verlangen naar macht
17 april 2011
Religie en wetenschap
20 maart 2011
Beeldvorming
20 februari 2011
De grenzen van het ego
23 januari 2011
Kerstpreek 2010
25 december 2010
Richting zoeken
27 november 2010
Metamorfosen
21 november 2010
Het goede leven
19 september 2010
Het 7e zegel
20 juni 2010
Hoeders
18 april 2010
Het onzichtbare christendom
21 maart 2010
Mozes
21 februari 2010
Simson
17 januari 2010
De Christus
15 november 2009
Hebben en zijn
18 oktober 2009
Een eigen weg
06 september 2009
Bevrijding door liefde
05 juli 2009
De verborgen Jezus
21 juni 2009
Leven in verhalen
17 mei 2009
Betekenis van het Evangelie
19 april 2009
De ander
15 maart 2009
Geest van de waarheid
15 februari 2009
God als geheim in ons leven
25 januari 2009
Kerstpreek 2008
25 december 2008
Verzet en overgave
21 december 2008
Tien geboden
16 november 2008
Relatie mens/natuur
19 oktober 2008
Het mysterie mens
21 september 2008
De geest
18 mei 2008
Liefde als leidraad
20 april 2008
Symbolen
13 april 2008
Exodus
30 december 2007
De 2e kant van de mens
16 december 2007
Geloven in de toekomst
09 december 2007
Natuur
02 december 2007
Trouw aan jezelf
26 november 2007
Projectie
19 november 2007
Geloof, hoop en liefde
12 november 2007
Vergeving
05 november 2007
Het leven als geschenk
28 oktober 2007
Ziel en geest
21 oktober 2007
Hoop
14 oktober 2007
Onderweg
07 oktober 2007
Martha en Maria
30 september 2007

Tijd

Kern van de overdenking

Met zijn beschrijving van het hele leven laat Prediker een nuchter geluid horen tegen alle dromen van de mensheid: de tijden zijn niet anders dan wij zelf zijn. Soms zijn we mensen die planten, die baren, die helen, bouwen en herstellen. We kunnen wat en we kunnen veel betekenen. Maar op andere tijdstippen zijn wij ook mensen die doden, die breken, die verkillen en haten.

 

Overdenking (de tijd)

Toen ik in Kampen mijn theologiestudie aan het afronden was, moest ik natuurlijk een scriptie schrijven. Daar hoorden gesprekken met mijn scriptiebegeleider bij, en ik herinner me uit die gesprekken een uitspraak van mijn mentor die me altijd bij is gebleven. Toen ik verzuchtte dat ik door drukte nauwelijks tijd had om geconcentreerd aan mijn scriptie te werken, zie hij tegen mij: Er is altijd tijd Johan. Ja inderdaad, er is altijd tijd maar wij delen de tijd in naar de klok en die klok bepaalt wat wij van de tijd ervaren die ons is toegemeten. Vooral in onze Westerse cultuur leven wij met de klok. Onze cultuur heeft de klok, andere, primitievere culturen, hebben de tijd. Het is een cliché, maar het is ook waar. Mensen hebben verschillende ervaringen met de tijd. Gezegdes als tijd is geld, de tijd heelt alle wonden, komt tijd komt raad, gezelligheid kent geen tijd en uit de tijd zijn, laten dat zien.

 

Meestal is wel duidelijk wat met die gezegdes bedoeld wordt. En ervaringen van mensen kunnen verschillen. Mensen die hun grote liefde ontmoeten, kunnen het idee hebben dat voor hen een nieuwe tijd begonnen is. Anderen, die met het verlies van een dierbare te maken krijgen, kunnen het gevoel hebben dat de tijd stil staat en ze verbazen zich erover dat de wereld gewoon doordraait. Een mens kan zich in de tijd beurtelings heel gelukkig of juist heel ontheemd voelen. Maar ook deze menselijk ervaringen geven wel iets prijs van hoe tijd kan worden beleefd, maar geeft nog geen verheldering over wat tijd nou eigenlijk is.

 

In de vierde eeuw na chr. leefde in Hippo, een stad in Noord Afrika, een bisschop met de naam Augustinus, die de vroege kerk sterk heeft beȉnvloed met zijn denkbeelden. In de katholieke traditie is hij nog steeds een heel erg belangrijke kerkvader. Zijn misschien wel bekendste werk is het boek Confessiones, waarin Augustinus terugblikt op zijn leven voor en na zijn bekering tot het christendom. In het elfde boek van dit werk stelt hij de beroemde vraag: Wat is immers tijd? Als niemand het me vraagt, dan weet ik het. Als ik het wil uitleggen aan iemand die ernaar vraagt, dan weet ik het niet.

 

Ik kan me natuurlijk niet vergelijken met Sint Augustinus, maar mij vergaat het ook zo als ik over de tijd nadenk. Volgens Einstein is tijd een functie van ruimte. Ruimte en tijd scheidt hij niet van elkaar, de ruimte en de snelheid waarmee wij ons in die ruimte bewegen, bepaalt de tijd. Hij heeft het in die zin dan ook over ruimtetijd. U kent denk ik wel de vertellingen over een mens die met grote snelheid een reis maakt naar een verre planeet, bijvoorbeeld de planeet Mars. Hij doet er twee jaar over, maar als hij terugkeert op aarde, is die aarde wel vijftig jaar ouder geworden. Ik heb dat altijd moeilijk te begrijpen gevonden, maar de theorie van Einstein - hoe sneller je je beweegt, des te trager gaat de tijd die je ervaart - maakt het wel een beetje inzichtelijker.

 

Augustinus maakt een onderscheid tussen de tijd van God en de tijd van de mens. Aan de hand van dat onderscheid heeft hij ons een mooi beeld nagelaten. In dat beeld stelde hij de tijd van God voor als een wagen die langzaam en gestaag voort rolt. Aan die wagen zitten vier wielen en die wielen zijn de menselijke tijd, die een andere omloopsnelheid hebben, maar direct verbonden zijn met het tempo waarin de wagen - de tijd van God - zich voortbeweegt. Een mooi beeld, maar het bracht Augustinus niet verder met het antwoord op de vraag waar komt de tijd vandaan en wat was er voor de tijd?

 

Het badinerende antwoord op die vraag is wel gegeven door cynische wijsgeren, die de vraag niet serieus namen. Hun antwoord was: vóórdat er tijd was, was God bezig met het inrichten van de hel voor de hoogmoedige gelovigen die dergelijke vragen durfden te stellen. Het hoeft geen betoog dat dit geen antwoord wel geestig is, maar daar is dan ook alles mee gezegd.

 

Voor Augustinus zijn twee dingen belangrijk als het gaat om de tijd. Ten eerste: de tijd is met de wereld geschapen. Zij was er niet vóórdat er iets was. De tijd is mettertijd gekomen met al wat is, met de wereld, met de mensen, de dieren en de dingen. Tijd is in die opvatting een product van de schepping.

Ten tweede: er is alleen het heden. Natuurlijk kennen wij begrippen als het verleden en de toekomst, maar dat zijn indelingen die wij zelf maken. Het verleden bestaat in onze herinnering en de toekomst in onze verwachting, maar ze bestaan niet als aparte grootheden buiten ons. Met andere woorden, tijd is iets wat bij de persoon van de mens hoort. Zoals wij zijn, zo zijn de tijden.

 

De tijd is dus betrekkelijk, afhankelijk van onze beleving. Prediker geeft een stem aan dat betrekkelijke van de tijd. Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, zo begint de tekst. En daarmee is tegelijk het hele leven omvat. De beschrijving van Prediker is geen voorspelling over hoe het leven zal gaan, geen lijstje om af te vinken om te slagen voor de test van het leven. Het is geen oproep om alert te zijn, om je kansen te grijpen als de tijd er rijp voor is. Prediker relativeert al die zogenaamde levenswijsheden, want het leven is geen grabbelton waar je naar believen in kunt graaien om de beste dingen die erin zitten er voor jezelf uit te halen. Het lukt nu eenmaal lang niet altijd om de ontwerper en de maker van je eigen leven te zijn.

 

Met zijn beschrijving van het hele leven laat Prediker een nuchter geluid horen tegen alle dromen van de mensheid: de tijden zijn niet anders dan wij zelf zijn. Soms zijn we mensen die planten, die baren, die helen, bouwen en herstellen. We kunnen wat en we kunnen veel betekenen. Maar op andere tijdstippen zijn wij ook mensen die doden, die breken, die verkillen en haten.

 

Dat is de visie van Prediker. Wij zijn zelf de tijden: tijd is niet iets abstracts buiten ons, wij zijn zelf de tijden. Een mens wordt niet meegesleurd in het onverbiddelijke ritme van de tijd, hij is er niet met handen en voeten aan gebonden, maar hij is het zelf, de tijd. En als iemand zijn tijd aan iemand anders geeft, dan geeft hij niet een paar klokuren of minuten, maar dan geeft hij zichzelf. Met zijn mogelijkheden, en zijn kennis en kunde, met zijn twijfels, zijn onmacht en ook zijn onwil. En als het goed is ook met zijn liefde en zijn belangstelling voor die ander. Wanneer iemand zegt dat hij geen tijd heeft, dan is dat niet waar. Want zolang een mens leeft, heeft hij tijd en als hij denkt dat er geen tijd genoeg is, dan kiest hij voor een bepaalde besteding van zijn leven. Er is immers altijd tijd, weet u nog van die keer dat mijn oudere mentor dat tegen mij zei? Prediker begrijpt dat het een keuze is. Er is een tijd om te omhelzen en er is een tijd om af te weren. Zo is de mens .

 

De manier waarop wij met onze tijd omgaan, is veelzeggend voor de keuzes die we maken. Zijn we vooral een slaaf van de tijd, loopt ons tijdschema voortdurend in de war? We zijn dan druk, druk, en druk en alles wat we doen staat niet ten dienste van de inhoud, maar van het schema dat we ons zelf hebben opgelegd. Je ziet ook op bijeenkomsten van mensen vaak dat ze meer bezig zijn met hun eigen programma dan met het contact met de anderen. In de populaire psychologie noem je dat ook wel de receptieblik. Twee mensen spreken elkaar op een ontvangst en de een ziet de ander tijdens het gesprek al over zijn schouder heen kijken om te zien of er ook nog iemand anders is die hij graag wil spreken. Niet zelden kijken beide gesprekspartners, al pratend, langs elkaar heen, spiedend naar een ander, misschien belangrijker contact.

 

Er zijn ook mensen die alle tijd van de wereld hebben, altijd en overal. Ze zijn ieder moment beschikbaar, ze hebben nooit haast, ze deinen behaaglijk mee op de golven van de tijd. Ook die mensen zijn in zekere zin een slaaf van de tijd, slaaf van het moment, omdat ze geen keuze maken hoe ze hun tijd, hun leven zullen besteden. Ze zeggen nooit nee, maar nee zeggen is soms ook nodig om geen slaaf van de tijd te worden.

 

De tijd is ons leven, de tijden zijn zoals de mensen zelf zijn. Dan komt het er dus op aan hoe wij mensen naar de tijd en het leven kijken. Augustinus zag het leven en de tijd als geschapen, als een gave. Het leven en de tijd zijn zijn niet allereerst een opgave, iets wat de mens te doen staat, maar ze zijn een geschenk, ze worden gegeven. In het scheppingsverhaal van Genesis loopt de schepping uit op de rustdag, God rustte op de zevende dag. Die rustdag is niet een dag om bij te tanken om vervolgens de overige dagen weer slaaf van de tijd te zijn alsof dat de eigenlijke taak is die volbracht moet worden. Het is precies andersom: de sabbat is de dag bij uitstek om te beseffen dat een mens tijd van leven is gegeven. Vanuit die gedachte kun je de andere dagen met ontspanning aanvaarden om op die dagen van betekenis te zijn voor jezelf en voor anderen.

 

Met al deze woorden is de tijd en ons leven niet doorgrond of begrepen. Wat ik erover zei was slechts een leidraad: een vingerwijzing over de manier waarop je met de tijd en het leven kunt omgaan. Prediker doet dat ook. Aan het eind van zijn opsomming over de tijden die er zijn om te baren, te sterven en te doden, maakt hij de balans op van de ondoorgrondelijkheid van de werken van God. Hij verwoordt dit als volgt.

 

Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij met zijn gezwoeg tot stand brengt? Ik heb gezien dat het een kwelling is, die hem door God wordt opgelegd. God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven, en ook heeft hij de mens inzicht in de tijd gegeven. Toch kan de mens het werk van God niet van begin tot eind doorgronden. Ik heb vastgesteld dat voor de mens niets goeds is weggelegd, behalve vrolijk te zijn en van het leven te genieten.

Want wanneer hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet van het goede dat hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God. Alles wat God doet, zo heb ik vastgesteld, doet hij voor altijd. Daar is niets aan toe te voegen, daar is niets van af te doen. God doet het zo opdat wij ontzag voor hem hebben. Wat er is, was er lang: wat zal komen, is er altijd al geweest. God haalt wat voorbij is altijd weer terug.

 

Prediker stelt zich bescheiden op waar het de inspanningen van de mens betreft. Zijn gezwoeg levert geen voordeel op, het past de mens daarom beter om te aanvaarden dat alles op goede plaats door God in de tijd is gegeven en in plaats van te zwoegen zonder voordeel is het verstandig als de mens geniet van het leven en alle goede dingen die dat leven brengt.

In de praktijk is dat voor mensen niet zo'n eenvoudige opgave, want ze worden afgeleid door alle raadgevingen die ze ontvangen uit de cultuur waarin ze leven. Als je al die raadgevingen zou opvolgen, hou je geen seconde meer over om eens stil te staan bij de vraag hoe je zelf tegen het leven aankijkt en hoe je dat leven ook anders zou kunnen leiden dan je nu doet. Je wordt een opgejaagd mens, dat zich struikelend naar de zoveelste stip aan de horizon begeeft.

 

Zo moeten we er niet in staan. De levensbeschouwing van Prediker geeft geen verklaringen, want ook bij hem blijft het werk van God ondoorgrondelijk. Prediker geeft een manier om met dat leven om te gaan en die manier is: gebruik je wijsheid en je inzicht om te beseffen dat alles betrekkelijk is en er in wezen nooit iets nieuws onder de zon is, ook al doen de mensen steeds alsof dat wel zo is. Dan krijg je ruimte om te genieten van het goede dat er in je leven is.